Subsidieregeling Onderwijsachterstandenbeleid en Peuterspeelzaalwerk Nissewaard 2017

1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

• a.

  Het aanbieden van regulier peuterspeelzaalwerk. Een peuterspeelzaak is een ruimtelijke voorziening in de gemeente Nissewaard bedoeld voor kinderen in de leeftijdscategorie van twee tot vier jaar met als doelstelling de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder meer door spel en omgang met leeftijdgenootjes;

• b.

  Het aanbieden van peuterdagopvang, de opvang van kinderen van 2 tot 4 jaar voor minimaal vijf uur per week verdeeld over twee dagdelen gedurende maximaal 40 weken per jaar

• c.

  Het uitvoeren en aanbieden van VVE voor doelgroeppeuters . Doelgroeppeuters zijn kinderen die op indicatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin in aanmerking komt voor een peuterplek VVE. ;

• d.

  Activiteiten die de gelijke ontwikkelingskansen voor alle kinderen tot vier jaar bevorderen en/ of die voorkomen dat kinderen met een (onderwijs)achterstand aan het basisonderwijs beginnen.

• e.

  Het, in combinatie met of naast een reguliere groep, organiseren van schakelklassen waarin kinderen gedurende maximaal 1 schooljaar dusdanig worden bijgeschoold dat zij na dit schooljaar het gewone onderwijscurriculum kunnen volgen;

2. De activiteiten als genoemd onder lid 1 sub a van dit artikel moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

• a.

  Aan ouders wordt een ouderbijdrage gevraagd;

3. De activiteiten als genoemd onder lid 1 sub b en c moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

• a.

  met de activiteiten wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de feitelijke onderwijsachterstand van leerlingen/kinderen;

• b.

  het moet gaan om een erkend VVE-programma;

• c.

  er wordt gebruik gemaakt van een kindvolgsysteem;

• d.

  er is afstemming met, dan wel overdracht naar het basisonderwijs;

• e.

  er is voor dit doel geen ander (toereikend) budget beschikbaar.

4. De activiteiten als genoemd onder lid 1 sub d moeten aansluiten op de afspraken die zijn opgenomen in het convenant inzake Beleid centrale opvang van basisschoolleerlingen met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal als instructietaal d.d. 7 december 2015.

1. Subsidie voor peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, peuteropvang en VVE wordt uitsluitend verstrekt aan een kinderdagverblijf (een kinderdagopvangvoorziening als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen), een peuterdagopvang of peuterspeelzaal .

2. Subsidie voor schakelklassen wordt uitsluitend verstrekt aan de besturen van scholen, gevestigd in gemeente Nissewaard, die een meer dan gemiddeld aantal leerlingen hebben met een gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling, volgens jaarlijks door het college vastgestelde normen.

3. Overige subsidies als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c worden uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte gevestigde rechtspersoon.

1. Aanvragen voor subsidie worden in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders in behandeling genomen.

2. Wanneer bij behandeling van het totaal aan aanvragen blijkt dat, bij toekenning, het subsidieplafond wordt overschreden, kan het college besluiten tot een hoofdelijke korting.

3. Indien hetgeen onder artikel 6, lid 2 staat niet wordt toegepast, wordt een subsidie geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

1. Bij het berekenen van het te verlenen subsidiebedrag voor peuterplaatsen wordt uitgegaan van gemiddeld 5,24 uur gedurende 40 weken per jaar. De subsidie wordt verstrekt als aanvulling op het totale bedrag aan ouderbijdrage dat wordt ontvangen. Het subsidiebedrag per uur wordt jaarlijks vastgesteld.

2. Bij het berekenen van het te verlenen subsidiebedrag voor een VVE-plaats wordt uitgegaan van 4 dagdelen van gemiddeld 2,5-3 uur per week, waarvan effectief ten minste 10 uur wordt besteed aan het VVE-programma gedurende 40 weken per jaar. De subsidie wordt verstrekt als aanvulling op het totale bedrag aan ouderbijdrage. Het subsidiebedrag per uur wordt jaarlijks vastgesteld.

3. Bij het bepalen van de ten hoogste te verlenen subsidie per organisatie wordt een inschatting gemaakt van de redelijkerwijs te verwachten omvang van de VVE- en peuterplaatsen. Daarbij worden de gegevens uit voorgaande jaren betrokken. Tevens is artikel 6 van toepassing.

1. Aanvragers dienen opgenomen te zijn in het Landelijk Register Kinderdagverblijven en Peuterspeelzalen en te voldoen aan de vereisten uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 en de regeling kwaliteit kinderopvang van peuterspeelzalen 2012.

2. Burgemeester en wethouders leggen voor de verwezenlijking van het doel van de subsidie, de subsidieontvanger de verplichtingen op uiterlijk de 15e van de maand volgend op de laatste maand van het kwartaal, een voortgangsrapportage in te leveren over de afgelopen kwartalen. Deze rapportage moet de volgende onderdelen bevatten:

• a.

  Het aantal groepen, het aantal kinderen per groep en per inkomenscategorie, uitgesplitst naar ‘1e kind’ en ‘2e kind en volgende , en de bezettingsgraad

• b.

  Het aantal kinderen op de wachtlijst

• c.

  De ontvangen ouderbijdrage per inkomenscategorie

• d.

  De doorstroom van de kinderen naar de basisschool en de overdracht van gegevens

• e.

  Inzicht in omvang deelname van VVE-kinderen.