Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Gewijzigd Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2018

Geldend van 21-09-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Gewijzigd Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

gelet op

  • het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 147 van de Gemeentewet;

  • de artikelen 11 en 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nissewaard 2015;

besluit het volgende Besluit vast te stellen:

Gewijzigd Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2018

Artikel 1 Verhuizen

Om het resultaat voeren van een huishouden, ten aanzien van toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de benoemde vertrekken, te bereiken, wordt alleen een vergoeding toegekend als de belanghebbende binnen een jaar naar een geschikte woning of een geschikt te maken woning kan verhuizen. Hierbij geldt een eenmalige tegemoetkoming in de verhuiskosten van maximaal € 3.500,-.

Artikel 2 Keuze voor een persoonsgebonden budget

  • 1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van de belanghebbende.

  • 2. Het college biedt geen keuzevrijheid voor een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget als naar het oordeel van het college niet is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt.

Artikel 3 Persoonsgebonden budget

  • 1. De waarde van een persoonsgebonden budget wordt als volgt vastgesteld:

    • a)

      Het persoonsgebonden budget voor een voorziening wordt vastgesteld op de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening. Deze waarde blijkt uit een door het college geaccepteerde (standaard)offerte.

    • b)

      Het persoonsgebonden budget voor een verplaatsingsmiddel voor vervoer buitenshuis wordt bepaald aan de hand van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

    • c)

      Het persoonsgebonden budget voor het voeren van een huishouden of individuele begeleiding, bedraagt het aantal geïndiceerde uren maal het uurtarief.

    • d)

      Het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, bedraagt het aantal geïndiceerde dagdelen maal het dagdeeltarief.

  • 2. Het in lid 1 genoemde, van toepassing zijnde uurtarief of dagdeeltarief, is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen dienstverlening door iemand uit het informele circuit, dienstverlening door een medewerker in dienst van een organisatie, een zelfstandige zonder personeel.

  • 3. Om in aanmerking te komen voor het tarief van een zelfstandige zonder personeel, moet een (model)overeenkomst kunnen worden overlegd.

  • 4. Voor zover van toepassing op de voorziening, kan het bedrag van het persoonsgebonden budget worden verhoogd met instandhoudingskosten, zoals kosten van onderhoud, reparatie en andere instandhoudingskosten.

  • 5. Indien het persoonsgebonden niet is verhoogd met instandhoudingskosten, worden deze vergoed binnen 30 kalenderdagen nadat een cliënt een factuur heeft overlegd. De kosten worden alleen vergoed voor zover het reparaties over onderhoud betreft als gevolg van normaal gebruik van de voorziening. Kosten die veroorzaakt zijn door onoordeelkundig of onzorgvuldig gebruik of nalatigheid, worden niet vergoed.

  • 6. Er wordt pas opnieuw een persoonsgebonden budget voor een voorziening verstrekt, als de voorziening technisch is afgekeurd.

  • 7. De verantwoording van de besteding van het persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van het college.

  • 8. Het college bepaalt de frequentie en wijze van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

Artikel 4 Eigen bijdrage

  • 1. Conform artikel 12 van de Verordening is een eigen bijdrage verschuldigd voor het gebruik van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen.

  • 2. De eigen bijdrage voor het gebruik van een maatwerkvoorziening en een algemene voorziening, bedraagt maximaal de kostprijs van de geleverde dienst(en).

  • 3. Voor de vaststelling van de hoogte en de inning van de eigen bijdrage zijn de regels van Hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 van toepassing, waarbij de kostprijs van de geleverde dienst(en) niet mag worden overschreden.

  • 4. Voor hulp bij het huishouden in de vorm van zorg in natura, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd zolang hulp bij het huishouden wordt verstrekt.

  • 5. Voor hulp bij het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd, zolang het periodiek persoonsgebonden budget wordt verstrekt.

  • 6. Voor voorzieningen die verstrekt worden in eigendom van de aanvrager, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd, totdat de geldwaarde van de verstrekte voorziening (de kostprijs of huurprijs of uitbetaalde tegemoetkoming of vergoeding) volledig is terugbetaald.

  • 7. Voor begeleiding, geïndiceerde dagbesteding en arbeidsmatige dagbesteding, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd gedurende de looptijd van de toegekende voorziening.

  • 8. Voor periodiek toegekende voorzieningen die in bruikleen worden verstrekt, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd, zolang de voorziening gebruikt wordt. Voor periodiek toegekende voorzieningen, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd per 4 weken.

  • 9. Het uitbetalen van het persoonsgebonden budget aan de zorgverlener geschiedt door de Sociale Verzekeringsbank.

Artikel 5 Bijdrage collectief vervoer

  • 1. Het bedrag dat als besparingsbijdrage in rekening wordt gebracht wanneer een cliënt gebruik maakt van het collectief vervoer, is gelijk aan het bedrag dat een volwassene tot 65 jaar betaalt voor de af te leggen afstand met het openbaar vervoer.

  • 2. De bedragen die een persoon, die samen met een cliënt reist, betaalt voor het collectief vervoer, luiden als volgt:

    • a)

      Een medisch begeleider, die samen met de cliënt reist, betaalt geen bijdrage.

    • b)

      Een bestemmingsbegeleider, die samen met de cliënt reist, betaalt hetzelfde bedrag als de cliënt betaalt;

    • c)

      Een persoon, niet zijnde een medisch begeleider of een bestemmingsbegeleider, die samen met de cliënt reist, betaalt de kostprijs van de rit.

  • 3. Onder de begrippen genoemd in lid 2 a en b wordt verstaan:

    • a)

      Bestemmingsbegeleider: indien een cliënt niet zelfredzaam is in vervoer of op plek van bestemming is er noodzaak voor begeleiding. De zelfredzaamheid in vervoer of op bestemming wordt vastgesteld in het gesprek.

    • b)

      Medisch begeleider: indien een cliënt tijdens het vervoer medische begeleiding nodig heeft dan is er noodzaak dat tijdens het vervoer begeleiding is, die de benodigde medische handelingen kan verrichten.

De noodzaak voor medische begeleiding is vastgesteld in het gesprek. Cliënt wordt zonder begeleider niet toegelaten in het vervoer ivm veiligheid.

Artikel 6 Overgangsrecht

  • 1. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard (2017), totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend onder het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard (2017) en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van dit Besluit, worden afgehandeld krachtens dit besluit.

Artikel 7 Intrekking oude regeling

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2018 stuknummer 17CA00552 wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 september 2018.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Gewijzigd Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 11 september 2018.

De secretaris,

M.L.M. Weerts

Waarnemend burgemeester,

G. Veldhuijzen