Regeling vervallen per 24-07-2021

Subsidieregeling Versnellingsagenda regio Noordoost Fryslân 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 23-07-2021

Intitulé

Subsidieregeling Versnellingsagenda regio Noordoost Fryslân 2021

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NOARDEAST-FRYSLAN;

In aanvulling op de Algemene Subsidieverordening gemeente Noardeast-Fryslân (ASV);

Gelet op artikel 3 van de ASV;

Gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;

Gelet op de overeengekomen Regiodeal;

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst getiteld: Samenwerkingsovereenkomst Provincie Fryslân – De Gemeenten behorende bij de Regio Deal Versnellingsagenda Noordoost Fryslân;

b e s l u i t e n

vast te stellen de navolgende regeling: Subsidieregeling Versnellingsagenda regio Noordoost Fryslân 2021

Artikel 1 – Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: de Algemene subsidieverordening Noardeast-Fryslân;

  • b.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Cofinanciering: een bijdrage met publieke of private middelen – in geld of in kind – aan een op grond van deze regeling te subsidiëren project;

  • d.

    College: het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân;

  • e.

    De-minimisverklaring: de verklaring waarin de aanvrager en de overige projectpartners aangeven of zij in het lopende en de twee direct voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen, en zo ja, tot welk bedrag. Dit zoals bepaald in de De-minimisverordening;

  • f.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen daarvan;

  • g.

    Gemeente: de gemeente Noardeast-Fryslân;

  • h.

    In kind bijdrage: Alle subsidiabele kosten binnen een project die niet in de vorm van financiële middelen worden ingebracht;

  • i.

    Regio: het gezamenlijk grondgebied van de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Noardeast-Fryslân en Tytsjerksteradiel;

  • j.

    Regioboard: onafhankelijke beoordelingscommissie die een zwaarwegend advies geeft aan het College over de te verstrekken subsidies, bestaande uit vertegenwoordigers van de triple helix (bedrijfsleven, onderwijs en overheid);

  • k.

    Stichting Versnellingsagenda: Stichting Versnellingsagenda Noordoost-Fryslân, statutair gevestigd in de gemeente Achtkarspelen en opgericht op 23 december 2019 met KvK-nummer 76712729, opererend onder de naam Stichting Qop;

  • l.

    Uitbreidingsinvestering: een investering die dient om de kapitaal(goederen)voorraad per saldo te vergroten;

  • m.

    Versnellingsagenda: Het uitvoeringsprogramma van de Regio Deal zoals dat is vastgelegd in het document ‘Regiodeal fase II: De versnellingsagenda. Noordoost Friese economie in de versnelling’ van 17 juli 2018, en wat is bekrachtigd met de ondertekending van een intentieverklaring door de 42 samenwerkende partijen op 24 september 2018.

  • n.

    Vervangingsinvestering: een investering die dient ter vervanging van versleten, verouderde en/of afgeschreven kapitaalgoederen, zonder dat de kapitaal(goederen)voorraad toeneemt.

Artikel 2 – Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is projecten te stimuleren die bijdragen aan het behalen van de doelen van de Versnellingsagenda, om daarmee de structurele economische versterking van de Regio te stimuleren.

Artikel 3 – Subsidiabele activiteiten

Het College kan op aanvraag een eenmalige subsidie verlenen voor alle activiteiten binnen een project die voldoende invulling geven in de regio aan de gestelde doelen in één of meerdere aangewezen business cases van de Versnellingsagenda. De zeven aangewezen business cases zijn als bijlage bij deze regeling gevoegd.

Artikel 4 – Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle projectkosten, met uitzondering van de in het tweede lid genoemde kosten, in aanmerking voor subsidie.

  • 2.

    Niet subsidiabele kosten zijn:

    • a.

      kosten die gemaakt zijn voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag, tenzij het kosten betreft van projectvoorbereiding, planvorming, onderzoek of voorlichting;

    • b.

      kosten van rente voor bankdiensten en/of financieringen;

    • c.

      kosten van gerechtelijke procedures, boetes of sancties;

    • d.

      verrekenbare of compensabele omzetbelasting;

    • e.

      vervangingsinvesteringen;

    • f.

      kosten voor de reguliere bedrijfsvoering;

    • g.

      inbreng van arbeid verricht door vrijwilligers;

    • h.

      aankoop of inbreng van onroerend goed.

  • 3.

    In geval van uitbreidingsinvesteringen en/of in kind bijdrage geldt dat enkel op de economische levensduur gebaseerde afschrijvingskosten die vallen binnen de projectperiode subsidiabel zijn.

  • 4.

    Inbreng van betaalde arbeid wordt forfaitair gewaardeerd op € 50,00 per uur.

Artikel 5 – Hoogte subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten en bedraagt nooit meer dan 65% van de subsidiabele kosten van het volledige project;

  • 2.

    De subsidie is inclusief eventuele niet verrekenbare of niet compensabele BTW.

  • 3.

    Het College kan reeds ontvangen of genoten overheidssteun, die ertoe leidt dat de totale aan de subsidieontvanger verleende overheidssteun meer bedraagt dan is toegestaan ingevolge voor de overheid geldende verplichtingen krachtens een Europees verdrag in mindering brengen op het subsidiebedrag bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6 – Subsidieplafond en verdelingswijze subsidies tot en met € 5.000,00

  • 1.

    Voor subsidies tot en met € 5.000,00 geldt jaarlijks een subsidieplafond van € 100.000,00.

  • 2.

    Verdeling van het subsidiebudget bedoeld in het eerste lid geschiedt op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, voor de toepassing van dit artikel de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften als datum van ontvangst geldt.

  • 3.

    Aanvragen die worden ontvangen op werkdagen na 17.00 uur of andere dagen, worden aangemerkt als ontvangen op de eerstvolgende werkdag.

  • 4.

    Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond zou worden overschreden, stelt het College de volgorde van ontvangst van deze aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 7 – Subsidieplafond en verdelingswijze subsidies hoger dan € 5.000,00

  • 1.

    Elke aanvraagperiode gelden er subsidiedeelplafonds per in de Versnellingsagenda benoemde programmalijn.

  • 2.

    De hoogten van de subsidiedeelplafonds per programmalijn worden steeds per aanvraagperiode bij deelplafondsbesluit door het College vastgesteld.

  • 3.

    Verdeling van de subsidiedeelbudgetten geschiedt per aanvraagperiode op basis van rangschikking van de aanvragen door middel van een tenderregeling.

  • 4.

    Bij een gelijk puntenaantal van twee of meerdere aanvragen wordt de onderlinge ranking bepaald op basis van de verhouding tussen de cofinanciering en het aangevraagd subsidiebedrag, waarbij de aanvraag met het hoogste aandeel cofinanciering voorrang krijgt.

  • 5.

    Indien verlening van een subsidie op grond van rangschikking tot overschrijding van het subsidiedeelplafond zou leiden, en die overschrijding niet meer zou bedragen dan 10% van het aangevraagde subsidiebedrag, wordt aan de aanvrager het aanbod gedaan om het dan nog beschikbare budget als subsidie verleend te krijgen onder de voorwaarde dat door de aanvrager een aangepaste sluitende begroting wordt overgelegd. De subsidieaanvrager wordt daarbij een termijn van 10 werkdagen gegund om de subsidie te aanvaarden, onder gelijktijdige aanlevering van die aangepaste begroting.

  • 6.

    Overigens komen aanvragen die volgens de rangschikking het subsidiedeelplafond te boven zouden gaan in ieder geval niet voor subsidieverlening in aanmerking. Een eventueel resterend budget kan worden toegevoegd aan budgetten van latere aanvraagperioden.

Artikel 8 – Aanvraagperiode en beslistermijn

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie tot en met € 5.000,00, als bedoeld in artikel 6, kan het gehele jaar worden ingediend, vanaf de dag na publicatie van deze regeling tot en met 31 december 2023.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00, als bedoeld in artikel 7, kan enkel worden ingediend binnen de vastgestelde aanvraagperioden.

  • 3.

    In 2020 wordt de tenderregeling, bedoeld in artikel 7, derde lid, twee keer opengesteld, steeds voor een aanvraagperiode van één maand, met als sluitingsdatum en -uur 16 juli en 30 september 17.00 uur.

  • 4.

    Vanaf 2021 wordt de tenderregeling, bedoeld in artikel 7, derde lid, drie keer per jaar opengesteld, steeds voor een aanvraagperiode van één maand, met als sluitingsdatum en -uur 31 januari, 31 mei en 30 september 24.00 uur.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 2 van de ASV bedraagt de beslistermijn voor aanvragen van subsidies hoger dan € 5.000,00, 13 weken na sluiting van de tender.

Artikel 9 – Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2.

    Subsidie hoger dan € 5.000,00 wordt enkel verstrekt aan een samenwerkingsverband van twee of meer samenwerkingspartners, of aan een stichting indien de samenwerking via de aanvragende stichting is geformaliseerd.

Artikel 10 – Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidieverlening moet schriftelijk worden ingediend met gebruikmaking van het daarvoor door het College vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de ASV dienen bij een aanvraag om subsidieverlening de volgende stukken en gegevens te worden overgelegd:

    • a.

      een volledig projectplan volgens het door het College vastgestelde format, met daarin ten minste uitgewerkt:

      • een volledige beschrijving van het project; met

      • de opzet van de projectorganisatie;

      • de op te leveren resultaten/producten en mijlpalen;

      • borging van de continuïteit na afloop van de subsidieverstrekking;

      • een meetbare onderbouwing van het effect in de regio;

      • een projectplanning;

      • governance (geldt alleen in geval van een aanvraag om subsidie hoger is dan € 5.000,00); en

      • een sluitende begroting en dekkingsplan.

    • b.

      een rechtsgeldig ondertekende cofinancieringsverklaring(en) van de (co)financiers van het project waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • c.

      in geval van een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00, een advies van de Stichting Qop over de mate waarin de met het project gestelde doelen aansluiten bij de doelen die benoemd zijn in de businesscases behorend bij de Versnellingsagenda;

    • d.

      in geval van een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00, een afschrift van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst tussen de partners van het samenwerkingsverband, inclusief een volmacht aan de penvoerder om de partners ter zake van de subsidieaanvraag te vertegenwoordigen, of de statuten van de stichting indien de samenwerking via de aanvragende stichting is geformaliseerd;

    • e.

      in geval van een aanvraag om subsidie tot en met € 5.000,00, een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende de-minimisverklaring;

    • f.

      in geval van een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00, voor alle partners van het samenwerkingsverband per partner of gezamenlijk een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende de-minimisverklaring. Indien geen de-minimisverklaring kan worden overgelegd, dan wel als uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de van toepassing zijnde de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden, dan dient de aanvrager in plaats van een de-minimisverklaring een staatssteunanalyse te overleggen waaruit volgt dat subsidieverstrekking niet tot onrechtmatige steun volgens artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal leiden;

    • g.

      Een kopie van een bankafschrift of bankpas met het rekeningnummer van de aanvrager.

Artikel 11 – Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 7 van de ASV kan worden subsidie geweigerd indien:

  • a.

    een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00, volgens de berekeningsmethodiek opgenomen in het beoordelingskader welke als bijlage bij deze regeling is gevoegd, minder dan 1 punt is toegekend voor de beoordelingscriteria per business case, of minder dan 3 punten is toegekend voor de algemene beoordelingscriteria;

  • b.

    een aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan de cofinanciering;

  • c.

    een project naar het oordeel van het College in organisatorische, financiële of technische zin niet haalbaar is;

  • d.

    de beoogde en verwachte effecten naar het oordeel van het College niet in redelijke verhouding staan tot de hoogte van de gevraagde subsidie;

  • e.

    in geval van een aanvraag om subsidie tot en met € 5.000,00 door de aanvrager geen de-minimisverklaring is overgelegd, dan wel als uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de van toepassing zijnde de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden;

  • f.

    In geval van een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00 uit de door de aanvrager aangeleverde staatssteunanalyse blijkt, dat er alleen rechtmatig steun verleend kan worden na aanmelding en goedkeuring door de Europese Commissie;

  • g.

    een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is gewaarborgd;

  • h.

    de aanvraag overigens niet voldoet aan de in deze regeling gestelde voorwaarden voor subsidieverlening.

  • i.

    Een project langer duurt dan 1 jaar in geval van subsidie tot en met € 5.000,00 dan wel langer dan 3 jaar in geval van subsidie hoger dan € 5.000,00.

Artikel 12 – Inhoudelijke waardering (rangschikking) van aanvragen om subsidie hoger dan € 5.000,00

  • 1.

    In geval van een aanvraag om subsidie hoger dan € 5.000,00 vindt de inhoudelijke waardering van het project waarvoor subsidie wordt gevraagd plaats overeenkomstig het daarvoor opgestelde beoordelingskader, welke als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

  • 2.

    Het College laat zich in dezen (zwaarwegend) adviseren door de Regioboard, alvorens het een besluit neemt op de gedurende een aanvraagtermijn ingekomen aanvragen om subsidies hoger dan € 5.000,00.

Artikel 13 - Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de verplichtingen genoemd in artikel 10 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de navolgende verplichtingen:

  • a.

    Projecten moeten binnen 6 maanden na afgifte van de subsidieverleningsbeschikking zijn gestart.

  • b.

    De projectaanvrager rapporteert eenmaal per jaar (uiterlijk per 1 februari) over de inhoudelijke en financiële voortgang van het project aan het College met gebruikmaking van het daarvoor door het College vastgestelde format.

  • c.

    De subsidieontvanger van een project hoger dan € 5.000,00, moet het project waarvoor subsidie is verleend uiterlijk 3 jaar na verleningsbesluit hebben afgerond. In de subsidieverleningsbeschikking kan een afwijkende maximale projectduur worden voorgeschreven.

  • d.

    De subsidieontvanger van een project tot en met € 5.000,00 moet het project waarvoor subsidie is verleend uiterlijk 1 jaar na verleningsbesluit hebben afgerond.

  • e.

    De subsidieontvanger van een project tot en met € 5.000,00 moet na afronding van de activiteiten in een activiteitenverslag aantonen dat de activiteiten zijn uitgevoerd inclusief het benoemen van de resultaten.

  • f.

    De uitvoeringstermijnen genoemd in sub c en d kunnen eenmalig worden verlengd met een periode van maximaal 6 maanden, met inachtneming van de uiterste uitvoeringsdatum genoemd in sub g. De subsidieontvanger dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in.

  • g.

    Projecten moeten uiterlijk op 31 december 2024 inhoudelijk en financieel zijn afgerond.

  • h.

    De subsidieontvanger werkt mee aan het delen van de kennis en informatie die zijn opgedaan tijdens het project.

  • i.

    De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat op alle vormen van voorlichting- en communicatie-uitingen de term Regio Deal Noordoost Fryslân aanwezig is, indien de vormen van voorlichting- en communicatie-uitingen daarvoor ruimte bieden.

  • j.

    De subsidieontvanger werkt mee aan alle nulmetingen, eindmetingen, monitoringen, evaluaties en overige informatieverzoeken die voortvloeien uit de Regio Deal.

Artikel 14 – Bevoorschotting

  • 1.

    In geval van verlening van een subsidie hoger dan € 5.000,00 verleent het College daarop een voorschot van ten hoogste 80%.

  • 2.

    Een voorschot als bedoeld in het eerste lid wordt uitbetaald in jaarlijkse gelijke termijnen, eerstens binnen zes weken na afgifte van de subsidieverleningsbeschikking en vervolgens steeds na verloop van een jaar. In de subsidieverleningsbeschikking kan van het hiervoor bepaalde worden afgeweken.

  • 3.

    Er wordt geen voorschot (meer) verstrekt, indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen, indien hij failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 15 – Vaststelling subsidie

  • 1.

    Subsidies tot en met € 5.000,00 worden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van de ASV, door het College direct vastgesteld.

  • 2.

    Voor subsidies hoger dan € 5.000,00 geldt, deels in afwijking van het bepaalde in artikel 13 en 14, tweede lid, van de ASV, dat de subsidieontvanger binnen 13 weken na einddatum van het project waarvoor subsidie is verleend een aanvraag om vaststelling van de subsidie bij het College moet indienen, met gebruikmaking van het daarvoor door het College vastgestelde formulier. Artikel 14 van de ASV is overigens van (overeenkomstige) toepassing.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV geldt dat het bij een aanvraag om subsidievaststelling te overleggen inhoudelijke en financieel eindverslag moeten voldoen aan het daarvoor, door het College, vastgestelde format.

  • 4.

    Voor subsidies hoger dan € 50.000,00 geldt, deels in afwijking van het bepaalde in artikel 15, tweede lid van de ASV, dat er bij een aanvraag om subsidievaststelling een controleverklaring van de accountant over het project wordt overgelegd.

  • 5.

    Indien de daadwerkelijke kosten lager uitvallen wordt de subsidie naar rato vastgesteld.

Artikel 16 – Inwerkingtreding en looptijd

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    De Subsidieregeling Versnellingsagenda regio Noordoost Fryslân wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling vervalt per 1 januari 2024.

Art. 17 – Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Versnellingsagenda regio Noordoost Fryslân 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân op 8 december 2020.

Mr. J.G. Kramer H.J.C.M. Verbunt, MBA

Burgemeester Secretaris