Regeling vervallen per 04-05-2016

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 Noord-Beveland

Geldend van 04-05-2016 t/m 03-05-2016

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 Noord-Beveland

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. de wet: de Wet werk en bijstand;

    b. het college: het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland;

    c. de raad: de gemeenteraad van Noord-Beveland;

    d. maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen.

    e. voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura, gericht op de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie;

    f. schoolgaand kind: ten laste komende kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt;

    g. laag inkomen bij categoriale regelingen als bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de wet, of in de Gemeentewet: een inkomen tot 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1 De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door de financiële positie van hun ouders, terug te dringen.

  • 2 Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd, met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.

Paragraaf 2 Beleid met betrekking tot maatschappelijke participatie

Artikel 3 Verantwoordelijkheid college

  • 1 Het college zet zich in voor het tot stand komen en ondersteunen van diensten door natuurlijke- en rechtspersonen die naar zijn oordeel bijdragen aan maatschappelijke participatie.

  • 2 Het college bepaalt:

    - de soort en inhoud van voorzieningen gericht op maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen;

    - de voorwaarden waaraan dient te worden voldaan om van deze voorziening gebruik te kunnen maken en

    - de hoogte van het bedrag van de voorziening.

  • 3 Indien een voorziening, bedoeld in het tweede lid, het rechtskarakter heeft van categoriale bijzondere bijstand, bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van de wet, draagt het college er zorg voor dat deze bijstand uitsluitend wordt verstrekt aan een belanghebbende met een inkomen tot 110% procent van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 4 Maatschappelijke participatie in andere gemeentelijke voorzieningen

  • 1 Voorzover in andere gemeentelijke voorzieningen reeds is voorzien in een wettelijke grondslag voor ondersteuning van de maatschappelijke participatie, wordt die voorziening geacht mede uitvoering te geven aan de opdracht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de wet.

  • 2 Regelingen als bedoeld in het eerste lid zijn tenminste:

    a. het declaratiefonds, zijnde een algemene voorziening ter bestrijding van de kosten van maatschappelijke participatie;

    b. een vergoeding voor een computer en een printer voor een bepaalde leeftijdscategorie;

    c. verstrekking in natura van een fiets door het Nijverheidscentrum onder bepaalde voorwaarden; indien er geen adequate fiets voorhanden is voor een vergoeding verstrekt;

    d. een vergoeding voor schoolkosten in de onder- en bovenbouw van het voortgezet onderwijs

    e. aanvullende vergoeding voor een bepaalde leeftijdscategorie, alleen te gebruiken voor op het gebied van sport, cultuur en recreatie.

Artikel 5 Beleidsregels

Het college stelt beleidsregels vast met betrekking tot de uitvoering van de tot deze verordening behorende voorzieningen.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012 Noord-Beveland”.