Regeling vervallen per 01-05-2013

Handhavingsverordening Werk en Inkomen gemeente Noord-Beveland

Geldend van 01-07-2010 t/m 30-04-2013

Intitulé

Handhavingsverordening Werk en Inkomen gemeente Noord-Beveland

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante regelingen;

    • b.

      wet SUWI: de Wet Structuur Uitvoeringsorganisaties Werk en Inkomen;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland;

    • d.

      belanghebbende: degene, waaronder ook wordt verstaan diens gezien, wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • e.

      fraude: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van voor de bepaling van het recht op uitkering en de duur en hoogte van de uitkering relevante gegevens, met als gevolg dat een uitkering geheel of ten dele ten onrechte wordt verstrekt.

    • f.

      inlichtingenverplichting: de in de wet genoemde verplichting;

    • g.

      benadelingsbedrag: de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod of de kosten van uitkering als gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, waardoor de belanghebbende eerder of langer een beroep op uitkering doet;

    • h.

      grens aangiftebedrag Aanwijzing sociale zekerheidsfraude: het bruto uitkeringsbedrag waarvoor de gemeente is benadeeld door een belanghebbende en waarboven het college aangifte doet bij het Openbaar Ministerie;

    • i.

      recidive: het binnen een bepaalde termijn opnieuw plegen van een verwijtbare handeling uit dezelfde of hogere categorie;

    • j.

      onverwijld uit eigen beweging: het via een daartoe beschikbaar gesteld formulier op de daarop opgenomen wijze en/of tijdstip mededeling doen van alle van belang zijnde feiten en omstandigheden;

    • k.

      langdurigheidstoeslag: de in artikel 36 van de Wwb bedoelde toeslag;

    • l.

      norm: de som van de norm, eventuele toeslagen en/of verlagingen en periodieke bijzondere bijstand voor de algemene kosten van het bestaan, inclusief vakantiegeld.

  • 2 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Hoofdstuk 2 Fraudepreventie en controle

Artikel 2 Voorlichting en communicatie

Er wordt aandacht besteed aan het voorkomen van fraude:

  • a.

    door het zowel mondeling als schriftelijk vroegtijdig informeren van de (potentieel) uitkeringsgerechtigde over de rechten en plichten die aan het ontvangen van uitkering of inkomensvoorziening zijn verbonden;

  • b.

    door voorlichting te verstrekken over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkering of inkomensvoorziening.

Artikel 3 Controle bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstandsperiode

  • 1 Het college voert zowel bij de aanvraagprocedure als periodiek bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd op juistheid en echtheid. Op grond hiervan kan de uitkering of inkomensvoorziening na verificatie aan veranderende omstandigheden worden aangepast.

  • 2 Het college beschrijft welke controlesystematieken (signaal- en / of risicosturing) worden ingezet om de rechtmatigheid van de uitkering of inkomensvoorziening te controleren, alsmede binnen welke termijnen die plaatsvinden.

  • 3 Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de (verstrekte) uitkering of inkomensvoorziening en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

Hoofdstuk 3 Fraudebestrijding, terugvordering en gevolgen van fraude

Artikel 4 Aangifte

Bij een benadelingsbedrag hoger dan de aangiftegrens zoals vastgesteld in de 'Aanwijzing sociale zekerheidsfraude' wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 5 Verantwoording college

Het college rapporteert aan de raad over:

  • a.

    het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

  • b.

    de verschillende vormen van fraude die zijn geconstateerd en de frequentie ervan;

  • c.

    of, en zo ja in hoeveel gevallen tot terugvordering is besloten onderscheidenlijk in hoeveel gevallen, met redenen omkleed, is afgezien van terugvordering;

  • d.

    of, en zo ja in hoeveel gevallen is ingevorderd en tot welk bedrag;

  • e.

    in hoeveel gevallen toepassing is gegeven aan het gestelde in artikel 4 van deze verordening;

  • f.

    in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.

Artikel 6 Verlaging van de uitkering bij constatering van fraude

Wanneer de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering of inkomensvoorziening, verlaagt het college de uitkering of inkomensvoorziening conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening WWB / WIJ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen uitkering of inkomensvoorziening.

Artikel 7 Terugvordering

  • 1 Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid tot terugvordering zoals bedoeld in de wet.

  • 2 Voor zover de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht wordt tot terugvordering overgegaan ingevolge de artikelen 58, 59 en 60 van de WWB en conform de door het college vastgestelde 'Debiteurenplan'.

  • 3 De verdere wijze van terug- en invordering is vastgelegd in de beleidsregels inzake terugvordering.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Uitvoering, nadere beleidsregels en onvoorziene situaties

  • 1 De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

  • 2 Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels stellen.

  • 3 In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Handhavingsverordening Werk en Inkomen gemeente Noord-Beveland".

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010 en vervangt de "Fraudeverordening Wet werk en bijstand" vastgesteld op 16 september 2004.