Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van haven-/lig- en losgelden Noord-Beveland 2015

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVEN-/LIG- EN LOSGELDEN NOORD-BEVELAND 2015

De raad van de gemeente Noord-Beveland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

besluit:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVEN-/LIG- EN LOSGELDEN NOORD-BEVELAND 2015

Artikel 1 Aard van de heffingen, belastbare feiten

Overeenkomstig de volgende bepalingen van deze verordening worden in deze gemeente de navolgende rechten geheven:

  • a.

    een havengeld, zijnde het recht dat wordt geheven voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig, met uitzondering van pleziervaartuig en vissersschepen, in de haven;

  • b.

    een liggeld, zijnde het recht dat wordt geheven voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig in de haven;

  • c.

    een laad- en losloon ‘stukgoederen’, zijnde het recht dat wordt geheven voor het laden en lossen van stukgoederen, waarbij van de haven en kade gebruik wordt gemaakt;

  • d.

    een opslagloon, zijnde het recht dat wordt geheven voor het opslaan van goederen op de kade;

  • e.

    een losloon ‘vis’, zijnde het recht dat wordt geheven voor het lossen van vis, visachtigen en ongewervelden zoals kreeft, garnaal, inktvis en krab, die elders gemijnd worden, waarbij van de haven en kade gebruik wordt gemaakt.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen van 2 juli 1959 (Stb. 301);

  • b.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

  • c.

    Vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • d.

    Schip: alle vaartuigen, hoe dan ook genaamd en van welke aard dan ook, met uitzondering van vissersschepen, pleziervaartuigen, mosselverwaterschepen en een ponton;

  • e.

    Vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee,

  • f.

    Pleziervaartuigen: een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

  • g.

    Passagiersschip: een vaartuig, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • h.

    Sportvissersvaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vervoer van personen ter beoefening van de vissport;

  • i.

    Meetbrief: het document als bedoeld in artikel 4.1 van de Binnenvaartregeling;

  • j.

    Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • k.

    Termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaats vindt: een dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur beginnende op 0.00 uur;

    • -

      een week: een kalenderweek

    • -

      een maand: een kalendermaand;

    • -

      een kwartaal: een kalenderkwartaal;

    • -

      een jaar: een kalenderjaar;

    • -

      een nacht: een periode van zonsondergang tot zonsopgang daaraanvolgend.

  • l.

    Haven en kade: de haven en kade in Colijnsplaat, welke in eigendom aan de gemeente toebehoren, c.q. bij de gemeente in beheer zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig voor de heffing van het haven- en liggeld, het laad- en losloon ‘stukgoederen’ en het losloon ‘vis’ is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd, of degene die als vertegenwoordiger van één van deze optreedt.

  • 2. Belastingplichtige voor de heffing van het opslagloon is de afzender of de ontvanger van de goederen.

Artikel 4 Heffingsgrondslagen

  • 1. Grondslagen voor de berekening van het haven- en liggeld zijn:

    • a.

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

    • b.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters, zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld;

    • c.

      het wateroppervlak van een ligplaats, uitgegeven aan de op de kaden gevestigde bedrijven voor bedrijfsdoeleinden, uitgedrukt in vierkante meters.

  • 2. Grondslag voor de berekening van het laad- en losloon ‘stukgoederen’ is de hoeveelheid goederen uitgedrukt per 1.000 liter, per 1.000 kilogram of per kubieke meter.

  • 3. Grondslag voor de berekening van het opslagloon is de hoeveelheid goederen uitgedrukt per vierkante meter.

  • 4. Grondslag voor de berekening van het losloon ‘vis’ is een vast bedrag per keer voor het aanmeren voor het lossen van vis, visachtigen en ongewervelden zoals kreeft, garnaal, inktvis en krab, die elders gemijnd worden.

Artikel 5 Tarieven

De rechten als genoemd in artikel 1 worden geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 6 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • a.

    wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • b.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • c.

    wordt, in afwijking van het in de onderdelen a. en b. bepaalde, de grootste breedte en/of de lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen a. en b. bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

  • d.

    wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

  • e.

    wordt een gedeelte van een nacht, dag, maand of kwartaal voor een gehele gerekend;

  • f.

    wordt het te betalen bedrag aan haven- of liggeld, laad- en losloon ‘stukgoederen’, losloon ‘vis’ of opslagloon op gehele euro's naar beneden afgerond.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De rechten als genoemd in artikel 1 worden, voor zover er sprake is van een maand-, kwartaal- of jaarabonnement zoals is aangegeven in de tabel, geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. Het haven- of liggeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven begint.

  • 2. In afwijking van het bepaalde onder lid 1, wordt het haven- of liggeld bij wijze van abonnement geacht te zijn ingegaan op de eerste dag van het tijdvak waarop het abonnement betrekking heeft.

  • 3. Het laad- en losloon ‘stukgoederen’ en het losloon ‘vis’ is verschuldigd zodra de lading of lossing heeft plaatsgevonden.

  • 4. Het opslagloon is verschuldigd zodra de opslag is geëindigd, doch er zal na afsluiten van een kalenderjaar een verrekening plaatsvinden van ingenomen oppervlakte indien de opslag voort duurt.

  • 5. Voor een dagdeel minder dan 4 uur wordt geen havengeld in rekening gebracht aan schepen behorende tot de categorie “bruine vloot”, zijnde varend maritiem erfgoed.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden afgeschreven en het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen of andere heffingen meer is dan € 70,--, doch minder dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 6 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later. Voor betalingen middels een automatische incasso is het incassoreglement van toepassing.

  • 3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Abonnement

Indien haven- of liggeld bij wijze van abonnement wordt geheven, vindt geen verrekening plaats van tijdens de abonnementsperiode reeds op andere wijze geheven haven- of liggeld.

Artikel 11 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 12 Omzetbelasting

De in de tarieventabel als genoemd in artikel 5 opgenomen bedragen zijn inclusief de af te dragen omzetbelasting.

Artikel 13 Restitutie en overschrijving

  • 1. Van het liggeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle maanden overblijven.

  • 2. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde haven- of liggeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde haven- of liggeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde haven- of liggeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van havengelden.

Artikel 15 Kwijtschelding

Het verlenen van kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) vindt ten aanzien van de rechten als genoemd in artikel 1 van deze verordening geen toepassing.

Artikel 16 Overgangsrecht

De "Verordening liggelden Colijnsplaat 2014" van 28 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is per 1 januari 2015.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening liggelden Colijnsplaat 2015".

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergaderingvan 18 december 2014.

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening liggelden Colijnsplaat 2015

Tarieventabel behorende bij de Verordening liggelden Colijnsplaat 2015