Subsidieregeling aanpak water- en bodemkwaliteit Noord-Brabant

Geldend van 17-05-2011 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling aanpak water- en bodemkwaliteit Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;  

Gelet op artikel 2 van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied 2007;

Overwegende dat Provinciale Staten in het Provinciaal Waterplan hebben bepaald dat de provincie een financiële bijdrage levert voor de actieve verwijdering van vervuilde land- en waterbodem bij waterprojecten met een direct provinciaal belang;

Overwegende dat de financiële middelen, verbonden aan de uitvoering van de Tweede bestuursovereenkomst met de waterschappen ten behoeve van de realisatie van de wateropgave, mede voor dat doel worden ingezet;

Overwegende dat uit de midterm review van deze overeenkomst is gebleken dat met het oog op tijdige realisatie van de doelstellingen een versnelling is gewenst in de uitvoering van zowel de ILG-doelstellingen als de provinciale doelstellingen;

Overwegende dat in overleg met de Brabantse waterschappen criteria zijn vastgesteld om deze doelstellingen van het Provinciaal Waterplan te bereiken;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    beek- en kreekherstelprojecten: projecten die bijdragen aan de doelstellingen van het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 betreffende het behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en ecologische waarden van waterlopen;

  • b.

    ILG-prestatie: bijdrage aan de realisatie van doelen, verbonden aan het Investeringsbudget Landelijk Gebied 2007 – 2013;

  • c.

    landbodem: het gedeelte van het aardoppervlak dat geen deel uitmaakt van een oppervlaktewater-lichaam als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet;

  • d.

    niet-leggerwaterlopen: waterlopen die in onderhoud zijn bij anderen dan het waterschap op grond van de verordening, bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet;

  • e.

    no-regret maatregel: maatregel die in ieder denkbaar scenario kan voorkomen en waarvan men vanwege de verwachte opbrengsten geen spijt krijgt;

  • f.

    oever: gedeelte van het aardoppervlak dat als waterkant deel uitmaakt van een oppervlaktewaterlichaam;

  • g.

    PWP: Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015;

  • h.

    subsidieverordening: Subsidieverordening inrichting landelijk gebied 2007;

  • i.

    vuilstortplaats: in gebruik zijnde stortplaats of voormalige stortplaats als omschreven in artikel 4.4.1, onder g, van de Provinciale milieuverordening of gesloten stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer;

  • j.

    waterbodem: bodem behorend bij het vrij aan het aardoppervlak voorkomend water.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door waterschappen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor maatregelen die gericht zijn op:

  • a.

    de verwijdering van vervuilde waterbodems en oevers;

  • b.

    de verwijdering van vervuilde landbodems.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor de maatregelen reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere subsidieregeling of een andere financiële bijdrage wordt ontvangen;

  • b.

    bij beschikking op grond van de Wet bodembescherming is vastgesteld dat er sprake is van een ernstig en spoedeisend geval van landbodemverontreiniging;

  • c.

    sprake is van een vuilstortplaats;

  • d.

    sprake is van een vervuilde waterbodem of oever als bedoeld in artikel 5.19 van de Waterwet;

  • e.

    sprake is van een vervuilde waterbodem of oever in niet-leggerwaterlopen;

  • f.

    sprake is van reguliere of achterstallige onderhoudsbaggerwerkzaamheden in verband met het kwantiteitsbeheer;

  • g.

    de maatregelen zijn gerealiseerd op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 2 Onverminderd het eerste lid is er bij een vervuilde landbodem sprake van een beek- en kreekherstelproject.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen onder andere de volgende daadwerkelijk gemaakte kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    onderzoeks- en plankosten, direct verbonden aan het verwijderen van vervuilde waterbodem, oever en landbodem, gemaakt vanaf 1 januari 2010;

  • b.

    uitvoeringskosten, direct verbonden aan het verwijderen van vervuilde waterbodem, oever en landbodem, voor zover de verwijderde vervuilde grond of bagger niet direct toepasbaar is in de omgeving volgens het Besluit Bodemkwaliteit;

  • c.

    verwerkings- of opslagkosten van verwijderde vervuilde grond of bagger, voor zover de verwijderde vervuilde grond of bagger niet direct toepasbaar is in de omgeving volgens het Besluit Bodemkwaliteit.

Artikel 7 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2012.

  • 3 De aanvraag bevat:

    • a. een beschrijving:

      • 1° van duurzaam herstel;

      • 2° van de genomen no-regret maatregel;

      • 3° die aantoont dat het herverontreinigingsniveau nihil is;

    • b. een samenvatting van een of meer van de onderzoeksresultaten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c;

    • c. een Plan van Aanpak als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder d;

    • d. een overzicht van procedures van publiekrechtelijke besluitvorming als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e;

    • e. een grondbalans met bijbehorende indicaties als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder f.

Artikel 8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond met ingang van de inwerkingtreding van deze regeling tot 31 december 2012 vast op € 5.000.000.

Artikel 9 Subsidiehoogte

  • 1 De hoogte van de subsidie voor maatregelen met betrekking tot waterbodems en oevers bedraagt 50% van de totale subsidiabele kosten.

  • 2 De hoogte van de subsidie voor maatregelen met betrekking tot landbodems bedraagt 25% van de totale subsidiabele kosten.

Artikel 10 Behandeling subsidieaanvragen

  • 1 Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, wordt het tijdstip van binnenkomst bepaald door het moment waarop de subsidieaanvraag wel volledig is.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling aanpak water- en bodemkwaliteit Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 26 april 2011 Gedeputeerde Staten voornoemd,  
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten