Regeling vervallen per 01-04-2013

Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016

Geldend van 01-04-2013 t/m 31-03-2013

Intitulé

Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Gelet op artikel 105 en artikel 143 van de Provinciewet;

Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;

Overwegende dat de Beschikking van de Europese Commissie van 28 november 2005 betreffende de toepassing van artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst die aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen wordt toegekend, en de Kaderregeling subsidiëring evenementen cultuur en sport Noord-Brabant kaders bieden op het gebied van staatssteunregels en -procedures;

Overwegende dat Provinciale Staten op 10 december 2010 het investeringsvoorstel “Olympisch Plan Brabant: Versterking Sportinfrastructuur” hebben vastgesteld;

Overwegende dat het investeringsvoorstel “Olympisch Plan Brabant: Versterking Sportinfrastructuur” een katalysator is voor de economische, sociale en ruimtelijke ontwikkeling van Brabant en daarmee een bijdrage levert aan de ambities van de Agenda van Brabant, waarbinnen een onderscheidend vestiging- en leefklimaat en een krachtige regionale identiteit centraal staan;

Overwegende dat de provincie wil bijdragen aan het op nationaal niveau opgestelde Olympisch Plan 2028 door in 2016 het sportklimaat in de provincie Noord-Brabant op olympisch niveau te hebben;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten zich daarbij specifiek richten op accommodaties voor topsportwedstrijden en -evenementen, accommodaties voor topsporttraining, fieldlabs voor topsportonderzoek, topsportevenementen, ontwikkeling van sporttalenten, gehandicaptensport en breedtesport voor bijzondere groepen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit: Besluit (2012/21/EU) van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;

  • b.

    breedtesport: sport die wordt beoefend door grote groepen uit alle lagen van de bevolking vanwege de recreatieve functie ervan;

  • c.

    categorie I topsportprogramma: programma dat is opgenomen op de Lijst Topsportonderdelen van het Reglement Topsportprogramma’s van NOC*NSF;

  • d.

    Centrum voor Topsport en Onderwijs: centrum dat door NOC*NSF is geaccrediteerd en waar topsporters van meerdere categorieën I topsportprogramma’s trainen, wonen, studeren of werken onder regie van de sportbonden;

  • e.

    economische spin-off: bestedingen door burgers en organisaties, of investeringen door bedrijven die zonder het project niet zouden plaatsvinden;

  • f.

    Evenementen Topsport Kalender: meerjarige kalender gehanteerd door NOC*NSF en Olympisch Vuur met een totaaloverzicht van de belangrijkste sportevenementen in Nederland;

  • g.

    haalbaarheidsonderzoek: onderzoek of een project haalbaar is in ruimtelijke en financiële zin;

  • h.

    internationale sport federatie: internationale sportorganisatie van de desbetreffende sport;

  • i.

    kernsport: hockey, hippische sport, wielrennen, zwemmen, voetbal, atletiek en turnen, als vastgesteld door Provinciale Staten op 10 december 2010 in het “Olympisch Plan Brabant: Versterking Sportinfrastructuur”;

  • j.

    meerjarenopleidingsplan: plan van een sportbond waarin de richtlijnen staan voor de opleiding van topsporters en sporttalenten en dat is goedgekeurd door NOC*NSF;

  • k.

    multifunctioneel gebruik: bieden van faciliteiten voor verschillende gebruikers en activiteiten die ten goede komen aan de algemene bevolking;

  • l.

    Nationaal Topsportcentrum: centrum dat door NOC*NSF is geaccrediteerd en waar topsporters uit een categorie I topsportprogramma trainen, wonen, studeren of werken onder regie van de desbetreffende sportbond;

  • m.

    nationale selectie: selectie bestaande uit junioren en senioren die door de sportbond worden geselecteerd voor voorbereiding op en deelname aan de Olympische of Paralympische Spelen, Europese Kampioenschappen, Wereld Kampioenschappen, Europees Jeugd Olympisch Festival, Europese Jeugd Kampioenschappen of Wereld Jeugd Kampioenschappen;

  • n.

    NOC*NSF: Nederlands Olympisch Comité * Nationale Sport Federatie;

  • o.

    Olympisch Vuur: alliantie Olympisch Plan 2028, bestaande uit vertegenwoordigers van het Rijk, provincies, gemeenten, sport, onderwijs, en bedrijfsleven;

  • p.

    Regionaal Talentencentrum: centrum op regionaal niveau dat door NOC*NSF is erkend en waar sporttalenten van een categorie I topsportprogramma trainen onder regie van de desbetreffende sportbond;

  • q.

    Reglement Topsportprogramma’s: reglement dat door de Algemene Vergadering van NOC*NSF wordt vastgesteld en waarin wordt bepaald welke topsportprogramma’s voldoen aan de criteria voor topsport;

  • r.

    sportbond: landelijke sportorganisatie van de desbetreffende sport die lid is van NOC*NSF;

  • s.

    sporttalent: aankomend topsporter die voldoet aan het talentprofiel;

  • t.

    topsport: sport op het hoogste internationale niveau of nationale competitieniveau;

  • u.

    topsporter: de individuele sporter die, al dan niet via een vereniging, lid is van een sportbond of een aansluitingsovereenkomst met die sportbond heeft en die op het hoogste internationale niveau of nationale competitieniveau een sport beoefent uit een categorie I topsportprogramma;

  • v.

    topsportevenement: evenement dat op de Evenementen Topsport Kalender staat genoemd als categorie Top-I, Top-II of internationaal topsportevenement, een Nederlands Kampioenschap senioren op het hoogste nationale niveau;

  • w.

    topsportvereniging: vereniging die gericht is op beoefening van een categorie I topsportprogramma en erkend is door de desbetreffende sportbond en die uitkomt op het hoogste nationale competitieniveau van de desbetreffende sport.

§ 2 Sportaccommodaties voor topsportwedstrijden of topsportevenementen

Artikel 2.1 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door gemeenten.

Artikel 2.2 Subsidiabele projecten

Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het bouwen, verbouwen, inrichten of herinrichten van sportaccommodaties ten behoeve van de organisatie van topsportwedstrijden of topsportevenementen.

Artikel 2.3 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvrager reeds op grond van deze paragraaf subsidie voor dezelfde kernsport heeft ontvangen;

  • b.

    de subsidieaanvrager voor dezelfde kernsport een aanvraag heeft ingediend onder paragraaf 3 van deze subsidieregeling;

  • c.

    het project is gericht op voetbalstadions of sportaccommodaties ten behoeve van betaald voetbal organisaties.

Artikel 2.4 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van tenminste 50% van de totale projectkosten;

  • b.

    de sportaccommodatie is of zal zijn gelegen binnen het grondgebied van de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    de sportaccommodatie wordt gebruikt of zal worden gebruikt voor een of meerdere kernsporten;

  • d.

    de sportaccommodatie is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor multifunctioneel gebruik;

  • e.

    de sportaccommodatie is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor gehandicaptensport;

  • f.

    de sportaccommodatie is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor breedtesport;

  • g.

    de sportaccommodatie is openbaar toegankelijk of zal openbaar toegankelijk worden gemaakt;

  • h.

    het project is gericht op het geschikt maken van de sportaccommodatie voor topsportwedstrijden of topsportevenementen;

  • i.

    het project is gericht op technologische innovatie;

  • j.

    het project is gericht op het laten voldoen van de sportaccommodatie aan de actuele eisen die door de desbetreffende internationale sportorganisaties gesteld worden;

  • k.

    het project is gericht op internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant;

  • l.

    het project heeft een economische spin-off;

  • m.

    in het project werken overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samen;

  • n.

    aan het project ligt een positieve verklaring van de sportbond ten grondslag;

  • o.

    aan het project ligt een verklaring van de sportbond ten grondslag, waarin een inspanningsverplichting is opgenomen voor het houden van topsportwedstrijden of topsportevenementen in de desbetreffende sportaccommodatie;

  • p.

    het project kan uiterlijk 31 december 2016 worden gerealiseerd, blijkend uit een planning en een overzicht van de procedures van publiekrechtelijke besluitvorming die ten behoeve van het project worden doorlopen;

  • q.

    het project heeft de instemming van de grondeigenaar en de eigenaar van de sportaccommodatie, blijkend uit een schriftelijke verklaring;

  • r.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met q;

    • een sluitende exploitatiebegroting voor ten minste tien jaren;

    • een sluitende investeringsbegroting.

Artikel 2.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten vanaf 1 januari 2010 voor het project voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.6 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek;

  • b.

    aanbestedingskosten;

  • c.

    exploitatiekosten;

  • d.

    kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris;

  • e.

    eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager;

  • f.

    kosten van leges en vergunningen;

  • g.

    kosten van gerechtelijke of juridische procedures.

Artikel 2.7 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tendertermijn van:

    • a.

      15 december 2011 tot en met 15 maart 2012 voor hockey en zwemmen;

    • b.

      15 september 2012 tot en met 15 december 2012 voor hippische sporten.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 2.8 Subsidieplafond

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tender van 15 december 2011 tot en met 15 maart 2012 vast op:

    • a.

      € 4.000.000 voor hockey;

    • b.

      € 2.000.000 voor zwemmen;

    • c.

      € 0 voor hippische sport;

    • d.

      € 0 voor wielrennen;

    • e.

      € 0 voor atletiek;

    • f.

      € 0 voor turnen.

  • 2 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tender van 15 september 2012 tot en met 15 december 2012 vast op € 2.000.000 voor hippische sport.

Artikel 2.9 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van:

  • a.

    € 4.000.000 per project voor hockey;

  • b.

    € 2.000.000 per project voor zwemmen;

  • c.

    € 2.000.000 per project voor hippische sport.

Artikel 2.10 Beoordeling en afwegingscriteria aanvragen

  • 1 Indien de binnen de tendertermijn ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond per kernsport, bedoeld in artikel 2.8, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking van verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen per categorie van de desbetreffende kernsport op basis van de volgende afwegingscriteria:

    • a.

      de mate waarin de sportaccommodatie of de aanvrager beschikt over kwaliteiten, die de kans op daadwerkelijke toewijzing van topsportwedstrijden of topsportevenementen vergroot, te waarderen met maximaal 35 punten;

    • b.

      de mate waarin het project bijdraagt aan de internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant, te waarderen met maximaal 15 punten;

    • c.

      de mate waarin het project bijdraagt aan gehandicaptensport en breedtesport, te waarderen met maximaal 20 punten;

    • d.

      de mate waarin het project bijdraagt aan technologische innovatie, te waarderen met maximaal 10 punten;

    • e.

      de mate waarin overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samenwerken, te waarderen met maximaal 5 punten;

    • f.

      de mate waarin het project bijdraagt aan economische spin-off in de provincie Noord-Brabant, te waarderen met maximaal 5 punten.

  • 2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 2.11 Subsidieverlening

  • 1 Gedeputeerde Staten beslissen op de subsidieaanvraag uiterlijk binnen 12 weken na afloop van de tendertermijn, genoemd in artikel 2.7.

  • 2 Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

Artikel 2.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    het project is uiterlijk 31 december 2016 gerealiseerd;

  • b.

    de sportaccommodatie wordt na realisatie voor een periode van tenminste tien jaren gebruikt ten behoeve van de organisatie van topsportwedstrijden of topsportevenementen;

  • c.

    de sportaccommodatie wordt multifunctioneel gebruikt;

  • d.

    de sportaccommodatie is openbaar toegankelijk;

  • e.

    de subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 2.13 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 3 Sportaccommodaties voor topsporttraining

Artikel 3.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder topsporttraining: training van topsporters en sporttalenten die deel uitmaken van een categorie I topsportprogramma.

Artikel 3.2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door gemeenten.

Artikel 3.3 Subsidiabele projecten

Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het bouwen, verbouwen, inrichten of herinrichten van sportaccommodaties ten behoeve van topsporttrainingen.

Artikel 3.4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvrager reeds op grond van deze paragraaf subsidie voor dezelfde kernsport heeft ontvangen;

  • b.

    de subsidieaanvrager voor dezelfde kernsport een aanvraag heeft ingediend onder paragraaf 2 van deze subsidieregeling;

  • c.

    het project is gericht op voetbalstadions of sportaccommodaties ten behoeve van betaald voetbal organisaties;

Artikel 3.5 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van ten minste 50% van de totale projectkosten;

  • b.

    de sportaccommodatie is of zal zijn gelegen binnen het grondgebied van de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    de sportaccommodatie wordt gebruikt of zal worden gebruikt voor een kernsport;

  • d.

    de sportaccommodatie is bestemd voor een Centrum voor Topsport en Onderwijs, een Nationaal Topsportcentrum, een Regionaal Talentencentrum of een topsportvereniging;

  • e.

    de sportaccommodatie is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor multifunctioneel gebruik;

  • f.

    de sportaccommodatie is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor gehandicaptensport;

  • g.

    de sportaccommodatie is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor breedtesport;

  • h.

    de sportaccommodatie is openbaar toegankelijk of zal openbaar toegankelijk worden gemaakt;

  • i.

    het project is gericht op het geschikt maken van de sportaccommodatie voor topsporttrainingen;

  • j.

    het project is gericht op technologische innovatie;

  • k.

    het project is gericht op het laten voldoen van de sportaccommodatie aan de actuele eisen die door de sportbond gesteld worden;

  • l.

    het project is gericht op internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant;

  • m.

    het project heeft een economische spin-off;

  • n.

    het project heeft een regionale functie;

  • o.

    in het project werken overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samen;

  • p.

    aan het project ligt een positieve verklaring van de sportbond ten grondslag;

  • q.

    het project kan uiterlijk 31 december 2016 worden gerealiseerd, blijkend uit een planning en een overzicht van de procedures van publiekrechtelijke besluitvorming die ten behoeve van het project worden doorlopen;

  • r.

    het project heeft de instemming van de grondeigenaar en de eigenaar van de sportaccommodatie, blijkend uit een schriftelijke verklaring;

  • s.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met r;

    • een sluitende exploitatiebegroting voor ten minste tien jaren;

    • een sluitende investeringsbegroting;

    • het meerjarenopleidingsplan.

Artikel 3.6 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten vanaf 1 januari 2010 voor het project voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3.7 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek;

  • b.

    aanbestedingskosten;

  • c.

    exploitatiekosten;

  • d.

    kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris;

  • e.

    eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager;

  • f.

    kosten van leges en vergunningen;

  • g.

    kosten van gerechtelijke of juridische procedures.

Artikel 3.8 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend binnen de tendertermijn van 15 december 2011 tot en met 15 maart 2012.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 3.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tender van 15 december 2011 tot en met 15 maart 2012 vast op € 7.000.000.

Artikel 3.10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van € 2.000.000 per project.

Artikel 3.11 Beoordeling en afwegingscriteria aanvragen

  • 1 Indien de binnen de tendertermijn ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond als bedoeld in artikel 3.9 te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking van verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende afwegingscriteria:

    • a.

      de mate waarin het project een regionale functie heeft, blijkend uit de mate waarin sporters uit andere gemeenten en sportbonden gebruik maken van de accommodatie, te waarderen met 20 punten;

    • b.

      de mate waarin het project bijdraagt aan de internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant, te waarderen met maximaal 20 punten;

    • c.

      de mate waarin het project bijdraagt aan gehandicaptensport en breedtesport, te waarderen met maximaal 10 punten;

    • d.

      de mate waarin het project bijdraagt aan technologische innovatie, te waarderen met maximaal 10 punten;

    • e.

      de mate waarin overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samenwerken, te waarderen met maximaal 5 punten;

    • f.

      de mate waarin het project bijdraagt aan economische spin-off in de provincie Noord-Brabant, te waarderen met maximaal 5 punten.

  • 2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 3.12 Subsidieverlening

1. Gedeputeerde Staten beslissen op de subsidieaanvraag uiterlijk binnen 12 weken na afloop van de tendertermijn, genoemd in artikel 3.8. 2. Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen van een onafhankelijk deskundige.

Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    het project is uiterlijk 31 december 2016 gerealiseerd;

  • b.

    de sportaccommodatie wordt na realisatie voor een periode van ten minste tien jaren gebruikt ten behoeve van topsporttrainingen;

  • c.

    de sportaccommodatie wordt multifunctioneel gebruikt;

  • d.

    de sportaccommodatie is openbaar toegankelijk;

  • e.

    de subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 3.14 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 4 Fieldlabs voor topsportonderzoek

Artikel 4.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    fieldlab: locatie voor topsportonderzoek;

  • b.

    InnosportNL: landelijke organisatie die sport, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenbrengt teneinde sportinnovaties tot stand te brengen;

  • c.

    topsportonderzoek: onderzoek gericht op het ontwikkelen en uittesten van sportproducten of sporttoepassingen ten behoeve van topsport.

Artikel 4.2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door gemeenten.

Artikel 4.3 Subsidiabele projecten

Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het bouwen, verbouwen, inrichten of herinrichten van fieldlabs.

Artikel 4.4 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van ten minste 50% van de totale projectkosten;

  • b.

    het fieldlab is of zal zijn gelegen binnen het grondgebied van de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    het fieldlab is bestemd voor een of meerdere kernsporten;

  • d.

    het project is gericht op het geschikt maken van de locatie als fieldlab;

  • e.

    het project is gericht op technologische innovatie;

  • f.

    het project is gericht op het laten voldoen van het fieldlab aan de actuele eisen die door de sportbond, InnosportNL en NOC*NSF gesteld worden;

  • g.

    het fieldlab is openbaar toegankelijk of zal openbaar toegankelijk worden gemaakt;

  • h.

    het project is gericht op internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant;

  • i.

    het project heeft een economische spin-off;

  • j.

    in het project werken overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samen;

  • k.

    aan het project ligt een positief advies van de sportbond, InnosportNL en NOC*NSF ten grondslag;

  • l.

    het project kan uiterlijk 31 december 2016 worden gerealiseerd, blijkend uit een planning en een overzicht van de procedures van publiekrechtelijke besluitvorming die ten behoeve van het project worden doorlopen;

  • m.

    het project heeft de instemming van de grondeigenaar en de eigenaar van het fieldlab, blijkend uit een schriftelijke verklaring;

  • n.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met m;

    • een sluitende exploitatiebegroting voor ten minste tien jaren;

    • een sluitende investeringsbegroting.

Artikel 4.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4.6 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek;

  • b.

    aanbestedingskosten;

  • c.

    exploitatiekosten;

  • d.

    kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris;

  • e.

    eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager;

  • f.

    kosten van leges en vergunningen;

  • g.

    kosten van gerechtelijke of juridische procedures.

Artikel 4.7 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 1 juli 2016.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 4.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 vast op:

  • a.

     € 0 voor hockey;

  • b.

     € 0 voor hippische sport;

  • c.

    € 250.000 voor wielrennen;

  • d.

    € 250.000 voor zwemmen;

  • e.

    € 0 voor atletiek;

  • f.

    € 250.000 voor turnen;

  • g.

    € 0 voor voetbal.

Artikel 4.9 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van € 250.000 per project.

Artikel 4.10 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 4.11 Subsidieverlening

Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

Artikel 4.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    het project is uiterlijk 31 december 2016 gerealiseerd;

  • b.

    het fieldlab wordt voor een periode van ten minste tien jaar gebruikt ten behoeve van topsportonderzoek;

  • c.

    het fieldlab is openbaar toegankelijk of zal openbaar toegankelijk worden gemaakt;

  • d.

    de subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 4.13 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 5 Topsportevenementen

Artikel 5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    side event: evenement voor burgers dat georganiseerd wordt rondom een topsportevenement of topsportwedstrijd met als doel de participatie in de sport te verbeteren;

  • b.

    startgeld: financiële premie die ter beschikking wordt gesteld aan topsporters en sporttalenten voor het deelnemen aan een topsportevenement.

Artikel 5.2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen.

Artikel 5.3 Subsidiabele projecten

Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op de organisatie van een topsportevenement.

Artikel 5.4 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van ten minste 50% van de totale projectkosten;

  • b.

    de subsidieaanvrager beschikt over een projectorganisatie voor het project;

  • c.

    de subsidieaanvrager betrekt de media bij het topsportevenement;

  • d.

    het topsportevenement wordt gehouden binnen het grondgebied van de provincie Noord-Brabant;

  • e.

    het topsportevenement wordt gehouden in een sportaccommodatie die geschikt is voor topsportevenementen;

  • f.

    het topsportevenement is gericht op een van de kernsporten;

  • g.

    het topsportevenement is politiek neutraal ten aanzien van de boodschap die wordt uitgedragen;

  • h.

    het topsportevenement voorziet in side events ten behoeve van breedtesport;

  • i.

    het topsportevenement voorziet in een zakelijk netwerkevent;

  • j.

    het topsportevenement is voor een breed publiek toegankelijk;

  • k.

    het topsportevenement voldoet aan de actuele eisen die door de internationale sport federatie gesteld worden;

  • l.

    het project is gericht op internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant;

  • m.

    het project heeft een economische spin-off;

  • n.

    in het project werken overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samen;

  • o.

    aan het project ligt een positief advies van de sportbond ten grondslag, indien de sportbond niet de subsidieaanvrager is;

  • p.

    de subsidieontvanger werkt samen met de sportbond, indien de sportbond niet de subsidieaanvrager is

  • q.

    het project kan uiterlijk binnen een jaar na subsidieverlening worden gerealiseerd, blijkend uit een planning en een overzicht van de procedures van publiekrechtelijke besluitvorming die ten behoeve van het project worden doorlopen;

  • r.

    het project heeft de instemming van de eigenaar van de sportaccommodatie, blijkend uit een schriftelijke verklaring;

  • s.

    het project voldoet aan de eisen van de Kaderregeling subsidiëring evenementen cultuur en sport Noord-Brabant;

  • t.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met s;

    • een sluitende begroting.

Artikel 5.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5.6 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten ten behoeve van de sportaccommodatie;

  • b.

    kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek;

  • c.

    salariskosten van topsporters en sporttalenten;

  • d.

    startgelden voor topsporters en sporttalenten;

  • e.

    vervoerskosten.

Artikel 5.7 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2012.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 5.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode 15 december 2011 tot en met 31 december 2012 vast op € 250.000.

Artikel 5.9 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten:

  • a.

    tot een maximum van € 150.000 voor een categorie Top-I topsportevenement;

  • b.

    tot een maximum van € 100.000 voor een categorie Top-II topsportevenement;

  • c.

    tot een maximum van € 75.000 voor een internationaal topsportevenement;

  • d.

    tot een maximum van € 30.000 voor een Nederlands Kampioenschap senioren op het hoogste nationale niveau.

Artikel 5.10 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 5.11 Subsidieverlening

Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

Artikel 5.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    het project is uiterlijk binnen een jaar na subsidieverlening gerealiseerd;

  • b.

    het topsportevenement is voor een breed publiek toegankelijk;

  • c.

    binnen 12 weken na afloop van het project stuurt de subsidieontvanger aan de provincie Noord-Brabant een evaluatie van het topsportevenement met daarin weergegeven:

    • het aantal deelnemers en bezoekers, gespecificeerd naar herkomst binnen en buiten de provincie Noord-Brabant;

    • de economische impact volgens de methode van de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen;

    • het mediabereik.

  • d.

    de subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 5.13 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 6 Ontwikkeling van sporttalenten

Artikel 6.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    algemene coördinatie: samenwerking die ordelijk of effectief is ten behoeve van de afstemming van het trainings- en wedstrijdprogramma;

  • b.

    individuele begeleiding: ondersteuning van individuele sporttalenten in hun sportieve en maatschappelijke carrière;

  • c.

    programmabegeleiding: ondersteuning van organisatorische, strategische en inhoudelijke begeleiding bij het trainings- en wedstrijdprogramma;

  • d.

    talentprofiel: profiel vastgesteld door NOC*NSF, met daarin criteria voor de ontwikkeling van internationale en nationale sporttalenten op het gebied van leeftijd, prestatieniveau en het trainings- en wedstrijdprogramma;

  • e.

    trainings- en wedstrijdprogramma: jaarlijks programma dat door een sportbond is erkend en dat door een sporttalent wordt uitgevoerd op het gebied van topsporttrainingen, trainingsstages, wedstrijden of evenementen.

Artikel 6.2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen.

Artikel 6.3 Subsidiabele projecten

Subsidie kan worden verleend voor:

  • a.

    projecten gericht op de individuele begeleiding van een sporttalent;

  • b.

    projecten gericht op de algemene coördinatie en programmabegeleiding van een of meerdere categorie I topsportprogramma’s waaraan een of meer sporttalenten deelnemen.

Artikel 6.4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien voor dezelfde projecten, bedoeld in artikel 6.3, reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.

Artikel 6.5 Subsidievereisten

  • 1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6.3, onderdeel a, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van ten minste 50% van de totale projectkosten;

    • b.

      het sporttalent voldoet aan het talentprofiel;

    • c.

      het sporttalent maakt onderdeel uit van een trainings- en wedstrijdprogramma;

    • d.

      het trainings- en wedstrijdprogramma vindt plaats bij een Centrum voor Topsport en Onderwijs, een Regionaal Talentencentrum, een Nationaal Topsportcentrum of een topsportvereniging;

    • e.

      het project vindt plaats binnen een categorie I topsportprogramma;

    • f.

      aan het project ligt een positieve verklaring van de sportbond of NOC*NSF ten grondslag, indien de sportbond niet de subsidieaanvrager is;

    • g.

      het project kan uiterlijk binnen een jaar na subsidieverlening worden gerealiseerd;

    • h.

      het project voldoet aan de eisen van het Besluit;

    • i.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met h en indien van toepassing het tweede lid;

      • een lijst met namen van de sporttalenten, die onder artikel 6.3, onderdeel a of b vallen, waarvoor de subsidieaanvraag wordt ingediend;

      • een sluitende begroting;

      • het meerjarenopleidingsplan.

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 6.3, onderdeel b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op internationale en nationale promotie van de provincie Noord-Brabant;

    • b.

      in het project werken overheid, onderwijs- of kennisinstellingen en ondernemers samen.

Artikel 6.6 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6.7 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten ten behoeve van de sportaccommodatie;

  • b.

    kosten ten behoeve van overig onroerend goed;

  • c.

    eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager;

  • d.

    kosten van activiteiten met een commercieel oogmerk;

  • e.

    kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris;

  • f.

    reiskosten;

  • g.

    kosten van opleiding van een coach of begeleider.

Artikel 6.8 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2012.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 6.9 Subsidieplafond

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor projecten als bedoeld in artikel 6.3, onderdeel a, voor de periode 15 december 2011 tot en met 31 december 2012 vast op € 200.000.

  • 2 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor projecten als bedoeld in artikel 6.3, onderdeel b, voor de periode 15 december 2011 tot en met 31 december 2012 vast op € 800.000.

Artikel 6.10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 6.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten:

  • a.

    met een maximum van € 1.000 voor de individuele begeleiding van een sporttalent;

  • b.

    met een maximum van € 200.000 voor de algemene coördinatie en programmabegeleiding van een of meerdere categorie I topsportprogramma’s waaraan een of meer sporttalenten deelnemen bij een Centrum voor Topsport en Onderwijs;

  • c.

    met een maximum van € 50.000 voor de algemene coördinatie en programmabegeleiding van een of meerdere categorie I topsportprogramma’s waaraan een of meer sporttalenten deelnemen bij een Regionaal Talentencentrum, Nationaal Topsportcentrum of een topsportvereniging.

Artikel 6.11 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 6.12 Subsidieverlening

Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

Artikel 6.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • a.

    Aan de subsidieontvanger wordt de verplichting opgelegd dat het project uiterlijk binnen een jaar na subsidieverlening is gerealiseerd;

  • b.

    De subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 6.14 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 7 Gehandicaptensport

Artikel 7.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    gehandicapte: persoon die wordt belemmerd in zijn lichamelijk of geestelijk functioneren;

  • b.

    sportloket voor gehandicapten: loket waar gehandicapten terecht kunnen voor advies en doorverwijzing met betrekking tot het sportaanbod, hulpmiddelen en vervoer.

Artikel 7.2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen.

Artikel 7.3 Subsidiabele projecten

  • 1 Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op deelname van gehandicapten aan sport door:

    • a.

      deskundigheidsbevordering;

    • b.

      het aanbieden van sportactiviteiten.

  • 2 Een tweejaarlijkse subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het inrichten van sportloketten.

Artikel 7.4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien de totale projectkosten minder dan € 5000 bedragen.

Artikel 7.5 Subsidievereisten

  • 1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 7.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van ten minste 50% van de totale projectkosten;

    • b.

      het project heeft betrekking op ten minste twee gemeenten;

    • c.

      het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

    • d.

      het project heeft een regionaal bereik;

    • e.

      het project is gericht op gehandicapten in de provincie Noord-Brabant;

    • f.

      het project is breed toegankelijk;

    • g.

      het project sluit aan op de infrastructuur met betrekking tot gehandicaptensport in de provincie Noord-Brabant;

    • h.

      het project is gericht op het leveren van maatwerk;

    • i.

      het project is gericht op de verbetering van de sociale binding en maatschappelijke participatie;

    • j.

      het project kan uiterlijk 31 december 2016;

    • k.

      het project voldoet aan de eisen van het Besluit;

    • l.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met k en het tweede, derde of vierde lid;

      • een sluitende begroting.

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, onderdeel a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de deskundigheidsbevordering is gericht op trainers en coaches van een of meerdere sportverenigingen of scholen;

    • b.

      het deskundigheidsprogramma is erkend door de desbetreffende sportbond of NOC*NSF.

  • 3 Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, onderdeel b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project voldoet aan de wet- en regelgeving met betrekking tot:

      • gehandicaptenvervoer;

      • sportmaterialen en hulpmiddelen voor gehandicapten.

    • b.

      het project sluit aan bij landelijk erkende sportprogramma’s voor gehandicapten.

  • 4  Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 7.3, tweede lid, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het sportloket is fysiek en digitaal goed bereikbaar;

    • b.

      het sportloket is regionaal gericht.

Artikel 7.6 Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    loonkosten voor de uitvoering van het project door de subsidieaanvrager;

  • b.

    kosten van advisering, bemiddeling of begeleiding ten behoeve van het project;

  • c.

    huurkosten van de sportaccommodatie voor de uitvoering van het project;

  • d.

    reis- en verblijfkosten van de gehandicapte;

  • e.

    huurkosten van de accommodatie voor het sportloket;

  • f.

    inrichtingskosten van het sportloket;

  • g.

    voorlichtings- en promotiekosten ten behoeve van het project.

Artikel 7.7 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek;

  • b.

    aanbestedingskosten;

  • c.

    kosten ten behoeve van de aanpassing van de sportaccommodatie;

  • d.

    exploitatiekosten;

  • e.

    kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris;

  • f.

    eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager;

  • g.

    kosten van activiteiten met een commercieel oogmerk;

  • h.

    kosten van leges en vergunningen;

  • i.

    kosten van gerechtelijke of juridische procedures.

Artikel 7.8 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 maart 2013.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 7.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de projecten, bedoeld in artikel 7.3, voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 vast op € 500.000.

Artikel 7.10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten

  • a.

    tot een maximum van € 50.000 per project dat gericht is op deskundigheidsbevordering;

  • b.

    tot een maximum van € 50.000 per project dat gericht is op het aanbieden van sportactiviteiten;

  • c.

     tot een maximum van € 50.000 per project per jaar voor het inrichten van sportloketten.

Artikel 7.11 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 7.12 Subsidieverlening

Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

Artikel 7.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    het project is uiterlijk 31 december 2016;

  • b.

    het project is breed toegankelijk;

  • c.

    de subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 7.14 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 8 Breedtesport voor bijzondere groepen

Artikel 8.1 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen.

Artikel 8.2 Subsidiabele projecten

Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op participatie van bijzondere groepen aan breedtesport, door:

  • a.

    deskundigheidsbevordering;

  • b

    . het aanbieden van sportactiviteiten.

Artikel 8.3 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien de totale projectkosten minder dan € 5.000 bedragen.

Artikel 8.4 Subsidievereisten

  • 1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 8.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de subsidieaanvrager levert een eigen bijdrage van ten minste 50% van de totale projectkosten;

    • b.

      het project heeft betrekking op ten minste twee gemeenten;

    • c.

      het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

    • d.

      het project heeft een regionaal bereik;

    • e.

      het project is gericht op een bijzondere groep in de provincie Noord-Brabant;

    • f.

      het project is breed toegankelijk;

    • g.

      het project is aantoonbaar gericht op uitvoering van en inpassing in reguliere activiteiten;

    • h.

      het project is gericht op de verbetering van de sociale binding en maatschappelijke participatie;

    • i.

      het project kan uiterlijk 31 december 2016 worden gerealiseerd;

    • j.

      het project voldoet aan de eisen van het Besluit;

    • k.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de onderdelen a tot en met j en het tweede of derde lid;

      • een sluitende begroting.

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 8.2, onderdeel a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de deskundigheidsbevordering vindt plaats binnen sportverenigingen of scholen;

    • b.

      het deskundigheidsprogramma is erkend door de desbetreffende sportbond of NOC*NSF.

  • 3 Onverminderd het eerste lid, sluit het project aan bij landelijk erkende sportprogramma’s voor breedtesport om voor subsidie als bedoeld in artikel 8.2, onderdeel b, in aanmerking te komen.

Artikel 8.5 Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    loonkosten voor de uitvoering van het project;

  • b.

    kosten van advisering, bemiddeling of begeleiding ten behoeve van het project;

  • c.

    huurkosten van de sportaccommodatie voor de uitvoering van het project;

  • d.

     voorlichtings- en promotiekosten ten behoeve van het project.

Artikel 8.6 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek;

  • b.

    aanbestedingskosten;

  • c.

    kosten ten behoeve van de aanpassing van de sportaccommodatie;

  • d.

    exploitatiekosten;

  • e.

    kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris;

  • f.

    eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager;

  • g.

    kosten van activiteiten met een commercieel oogmerk;

  • h.

    kosten van leges en vergunningen;

  • i.

    kosten van gerechtelijke of juridische procedures.

Artikel 8.7 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 maart 2013.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 8.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de projecten, bedoeld in artikel 8.2, voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 vast op € 500.000.

Artikel 8.9 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 8.2, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van € 50.000 per project.

Artikel 8.10 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 8.11 Subsidieverlening

Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

Artikel 8.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    het project is uiterlijk 31 december 2016 gerealiseerd;

  • b.

    het project is breed toegankelijk;

  • c.

    de subsidieontvanger vermeldt bij externe communicatie dat het project geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd en neemt het logo van de provincie Noord-Brabant op.

Artikel 8.13 Bevoorschotting

  • 1 Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.

  • 2 De aanvraag geeft inzicht in de prestatie, de besteding en de liquiditeitenplanning.

  • 3 Gedeputeerde Staten stellen op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte een bevoorschottingsregime vast in de beschikking.

§ 9 Slotbepalingen

Artikel 9.1 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen in overleg met de commissie Cultuur en Samenleving in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van sport zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9.2 Intrekking

  • 1 De Beleidsregel Brabants Sporttalentfonds 2006-2007 wordt ingetrokken.

  • 2 De Beleidsregel Brabantse Jeugdsportfondsen wordt ingetrokken.

Artikel 9.3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9.4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 13 december 2011
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten