Regeling vervallen per 01-01-2013

Heffingsverordening opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

Heffingsverordening opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting 2012

 Provinciale Staten van Noord-Brabant

Gelet op de artikelen 220, 222, 222a en 232g van de Provinciewet,

onder voorbehoud van instemming door de Tweede Kamer en Eerste Kamer met de in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012 opgenomen wijzigingen met betrekking tot de opcenten motorrijtuigenbelasting;

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Vaststelling tarief

Het provinciaal opcententarief op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2012 vast te stellen op 72,9 opcenten.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting 2012.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 11 november 2011
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier mw. drs. C.J.M. Dortmans
 

Opcententarief MRB 2012 (ontwerp-besluit II)

De bestuursafspraak voor 2011-2015 luidt dat “de opcenten MRB niet autonoom worden verhoogd. Wel heeft een jaarlijkse inflatiecorrectie plaats op basis van CPB-cijfers. Slechts indien ons relatief lage opcententarief in de lopende herziening van het provinciefonds een nadelig effect heeft op de uitkering uit het provinciefonds, kan heroverweging plaatsvinden en dan alleen binnen de marges van redelijkheid.”

Voor de lastenkant van onze begroting gebruiken we het zogenoemde IMOC-cijfer (gemiddelde prijsstijging van de materiële overheidsconsumptie, waaronder goederen, diensten, afschrijvingen)5. Uit oogpunt van begrotingsevenwicht ligt het voor de hand om dit indexcijfer ook toe te passen op de batenkant i.c. het opcententarief, zoals we ook deden tot 2007. Onze begroting 2012 gaat uit van een prijsstijging van 1,75%. Dit betekent dat het opcententarief meegroeit van 71,6 naar 72,853; afgerond op één decimaal wordt dit 72,9 opcenten. Deze uitgangspunten liggen ook reeds ten grondslag aan de MRB ramingen in het bestuursakkoord en de Kaderbrief 2011.

Ingevolge de huidige Provinciewet dienen Provinciale Staten vóór 31 december een besluit te nemen over het opcententarief op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting voor het nieuwe belastingtijdvak. De Provinciewet spreekt in deze van een besluit tot het vaststellen van een belastingverordening. Om die reden wordt aan uw Staten een ontwerp-besluit voorgelegd tot vaststelling van een heffingsverordening voor het jaar 2012 (ontwerp-besluit II).

Zoals in paragraaf 3.3a vermeld, zal de ingangsdatum van een nieuw opcententarief worden vervroegd van 1 april naar 1 januari van enig jaar. Deze wijziging vormt onderdeel van het op Prinsjesdag ingediende wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012. Ook zal voortaan uiterlijk 1 december van het voorgaande jaar het provinciale tariefbesluit (op de gebruikelijke wijze) ter kennis moeten worden gebracht van de Minister van Financiën i.c. de Belastingdienst. Ons voorstel is dat de Staten nu besluiten tot vaststelling van een nieuwe heffingsverordening, waarbij Gedeputeerde Staren later het moment van inwerkingtredingvaststellen. Gaat de wetswijziging door, dan stellen wij die datum (bij Provinciaal Blad te publiceren besluit) vast op 1 januari 2012; gaat dit niet door dan per 1 april 2012. Mochten zich nog onverwachte ontwikkelingen voordoen, dan kunnen de Staten altijd nog een nieuw besluit nemen.

Een en ander betekent dat in het ontwerp-besluit II tot vaststelling van de heffingsverordening opcenten MRB alleen een opcententarief wordt vastgelegd, zonder dat al concreet een besluit wordt genomen over – het moment van – feitelijke inwerkingtreding van dat nieuwe tarief. Omdat de vaststelling van het opcententarief in feite het enige inhoudelijke punt van de heffingsverordening is, wordt voorgesteld het nieuwe tarief jaarlijks vast te leggen in een nieuwe verordening in plaats van aanpassing van het tarief door middel van een wijziging van de verordening.

Dit biedt tevens de mogelijkheid om in de citeertitel van de verordening tot uitdrukking te brengen op welk jaar de heffing betrekking heeft.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter

de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk 

drs. W.G.H.M. Rutten