Regeling vervallen per 01-01-2024

Legesverordening Noord-Brabant 2012

Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Legesverordening Noord-Brabant 2012

Provinciale Staten van Noord-Brabant;

Gelet op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 3 juli 2012;

Gelet op artikel 220 van de Provinciewet;

Gezien het advies van de Commissie voor Mobiliteit en Financiën van 31 augustus 2012;

Gelet op de Memorie van Antwoord van Gedeputeerde Staten van 11 september 2012;

Overwegende dat Provinciale Staten op grond van artikel 223 van de Provinciewet rechten kunnen heffen ter zake van het genot van door of vanwege het provinciebestuur verstrekte diensten.

Overwegende dat Provinciale Staten daartoe op 26 juni 2001 de Legesverordening provincie Noord-Brabant 2002 hebben vastgesteld, laatstelijk gewijzigd op 9 juli 2010;

Overwegende dat Provinciale Staten die verordening wensen te wijzigen, om meer duidelijkheid en consistentie in de verordening aan te brengen en zij daarbij tevens van de gelegenheid gebruik maken om de regeling in overeenstemming te brengen met de Aanwijzingen voor de Provinciale Regelgeving;

Overwegende dat Provinciale Staten vanwege het grote aantal wijzigingen een geheel nieuwe verordening wensen vast te stellen;

Besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder leges: rechten als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet.

Artikel 2. Belastingplichtig

Leges worden geheven van degene:

  • a. 

    op wiens aanvraag een in de tarieventabel, opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening, omschreven dienst wordt verricht;

  • b. 

    ten behoeve van wie een in de tarieventabel, bedoeld onder a, omschreven dienst wordt verricht.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

Leges worden geheven ter zake van de categorieën, opgenomen in de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a.

Artikel 4 . Belastbaar feit

Leges is verschuldigd voor het aanvragen van een dienst als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet.

Artikel 5. Heffingsmaatstaf en tarieven

Leges worden geheven naar de heffingsmaatstaven en de tarieven, opgenomen in de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a.

Artikel 6 Tijdstip ingang heffing

Leges is verschuldigd vanaf het moment van indiening van de aanvraag, bedoeld in artikel 4.

Artikel 7 Heffingswijze

Leges wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8 Wijze bekendmaking heffing

Kennisgeving van het gevorderde legesbedrag vindt plaats door middel van toezending van de kennisgeving, bedoeld in artikel 7, aan de belastingplichtige.

Artikel 9 Vrijstelling

Geen leges worden geheven voor drukwerk als bedoeld in categorie 1.2, indien en voor zover de in rekening te brengen vergoeding minder bedraagt dan € 100,--.

Artikel 10 Vermindering of teruggaaf

  • 1. 

    De belastingplichtige kan een aanvraag tot vermindering of teruggaaf van leges doen, indien de aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking waarvoor leges worden geheven op grond van deze verordening:

    • a. 

      ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling wordt genomen;

    • b. 

      door de belastingplichtige ingetrokken wordt voordat op de aanvraag is beschikt;

    • c. 

      wordt afgewezen of geweigerd.

  • 2. 

    De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onder a, bedraagt:

    • a. 

      50% van het basistarief voor een aanvraag, indien sprake is van een basistarief, plus 100% van alle toeslagen en verhogingen;

    • b. 

      50% van het volledige tarief voor een aanvraag, indien er geen sprake is van een basistarief.

  • 3. 

    De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onder b, bedraagt:

    • a. 

      75% van de geheven leges, indien intrekking geschiedt door de aanvrager;

    • b. 

      100% van de geheven leges, indien intrekking geschiedt op verzoek van Gedeputeerde Staten.

  • 4. 

    De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onder c, bedraagt 50% van de geheven leges.

  • 5. 

    In afwijking van het eerste lid vindt geen teruggaaf plaats als leges zijn geheven als gevolg van het bepaalde in de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a, in:

    • a.

      onderdeel 5.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • b.

      onderdeel 6.1 Wet natuurbescherming, onder 5, indien er al een taxatie van de schade heeft plaatsgevonden.

  • 6.

    In afwijking van het eerste lid vindt ambtshalve volledige teruggaaf van leges, geheven als gevolg van het bepaalde in onderdeel 6.1 Wet natuurbescherming, onder 5, van de tarieventabel, bedoeld in artikel 2, onder a, plaats in het geval:

    • a.

      de schade is aangericht door de wolf;

    • b.

      de schade is aangericht in een ganzenrustgebied gedurende de periode dat de schadeveroorzakende diersoort niet mag worden verontrust of gedood.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Door Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing worden gelaten of kan daarvan worden afgeweken, voor zover toepassing gelet op het belang van het doel van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Intrekking

De Legesverordening provincie Noord-Brabant 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

Voor aanvragen ingediend voor 1 oktober 2012 blijft de Legesverordening provincie Noord-Brabant 2002 zijn werking behouden.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2012.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Noord-Brabant 2012.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 21 september 2012
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier mw. drs. C.J.M. Dortmans

Bijlage 1. Tarieventabel als bedoeld in artikel 2, onder a, van de Legesverordening Noord-Brabant 2012

1. Algemeen bestuur

1.1 Diverse beschikkingen

1.

Een beschikking van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koning op een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking, voor zover in deze tarieventabel niet uitdrukkelijk genoemd:

34,-

2.

In geval toepassing wordt gegeven aan artikel 4:7 of 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt op het onder 1 genoemde tarief een toeslag in rekening gebracht van:

34,-*

3.

In geval toepassing wordt gegeven aan afdeling 3:4 of 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt op het onder 1 genoemde tarief een toeslag in rekening gebracht van:

227,-*

1.2 Gedoogbeschikkingen

Voor het verstrekken van een gedoogbeschikking op aanvraag wordt geheven:

  • a.

    indien er sprake is van een basistarief, 100% van het basistarief voor een aanvraag;

 
 
 
  • b.

    indien er geen sprake is van een basistarief, 50% van het volledige tarief voor een aanvraag.

 
 

1.3 Drukwerken en dergelijke

 

De leges bedragen voor:

 
 
 
  • a.

    één of meer op aanvraag gedrukte, gefotokopieerde of op andere wijze gereproduceerde exemplaren van een bij een provinciaal bestuursorgaan berustend document, voor zover niet vermeld onder b t/m e, per geheel of gedeeltelijk gedrukte bladzijde, met een minimum van € 2,50:

0,15

 
  • b

    gedrukte kaarten of tekeningen, per kaart of tekening:

  • 1°.

    één kleur:

2,50

  • 2°.

    meer kleuren:

4,50

 
  • c.

    de afgifte van een fase-diagram van twee conflicterende richtingen van een verkeersregelinstallatie:

105,-

 
  • d.

    de afgifte van een bij het diagram, bedoeld onder c, behorende situatietekening:

37,-

3. Verkeer en vervoer

3.1Wegenverkeerswet 1994 (WVW) - Regeling voertuigen (RV)

3.1.1

Een ontheffing op grond van artikel 148 WVW voor het houden van een wedstrijd op de weg in meerdere gemeenten als bedoeld in artikel 10, eerste lid, WVW:

240,-

3.1.2

Een verklaring van geen bezwaar op grond van artikel 148 WVW voor het houden van een wedstrijd op de weg binnen één gemeente als bedoeld in artikel 10, eerste lid, WVW:

240,-

3.1.3

Een incidentele ontheffing op grond van artikel 149 WVW, juncto artikel 9.1. RV voor een voertuig of een voertuigcombinatie met uitzondering van de voertuigen, genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7, 8, 10 en 11 RV:

16,-

3.1.4

Een ontheffing op grond van artikel 149 WVW, juncto artikel 9.1 RV voor een voertuig of een voertuigcombinatie, genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7, 8, 10 en 11 RV:

240,-

3.1.5

Een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

300,-

3.2 Interim omgevingsverordening Noord-Brabant en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

3.2.1

Veranderen van de weg

 
 
 

Een vergunning als bedoeld in artikel 5.8, onder a, van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant voor het veranderen van:

 
 
 
  • a.

    werken van het Rijk, provincies anders dan de provincie Noord-Brabant, gemeenten, waterschappen of beheerders als bedoelt in de Spoorwegwet, uit hoofde van de zorgplicht voor wegen of spoorwegen of een andere wettelijke verplichting:

350,-

 
  • b.

    verkeersmaatregelen voor werken of activiteiten buiten de weg:

110,-

 
  • c.

    kabels of leidingen:

475,-

 
  • d.

    borden zoals bewegwijzering, strokenborden, reclame en object- of terreinaanduidingen:

240,-

 
  • e.

    een kunstobject:

350,-

3.2.2

Aanleggen of wijzigen van een uitweg

 
 

1.

Het aanleggen of wijzigen van een uitweg door of namens de provincie Noord-Brabant, waarvoor op grond van artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een vergunning is verleend:

 
 
 
  • a.

    binnen de bebouwde kom, per m2:

200,-

 
  • b.

    buiten de bebouwde kom, per m2:

145,-

 
  • c.

    doorsteek:

200,-

2.

De leges die op grond van het bepaalde onder 1, onderdeel c, in totaal worden geheven, bedragen maximaal:

350,-

3.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg een duiker noodzakelijk is, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

1.800,-*

4.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeersregelinstallatie of een verkeersregelaar, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

2.200,-*

5.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeersregelinstallatie of een verkeersregelaar, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

730,-*

6.

De leges voor de kosten van voorbereiding en verwerking bedragen:

1.600,*-

3.2.3

Verwijderen van een uitweg

 
 

1.

Het verwijderen van een uitweg door of namens de provincie Noord-Brabant, waarvoor op grond van artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een vergunning is verleend:

 
 
 
  • a.

    binnen de bebouwde kom, per m2:

30,-

 
  • b.

    buiten de bebouwde kom, per m2:

30,-

 
  • c.

    doorsteek:

240,-

2.

De leges die op grond van het bepaalde onder 1, onderdeel c, in totaal worden geheven, bedragen maximaal:

325,-

3.

Indien een duiker verwijderd moet worden, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

300,-*

4.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeersregelinstallatie of verkeersregelaar, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

2.200,-*

5.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeersregelinstallatie of verkeersregelaar, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

730,-*

6.

De leges voor de kosten van voorbereiding en verwerking bedragen:

400,-*

3.2.4

Aanleggen of wijzigen van een ontsluiting van een tankstationsterrein

 
 

1.

Voor het veranderen van de provinciale weg vanwege het aanleggen of wijzigen van een ontsluiting van een tankstation door of namens de provincie Noord-Brabant, waarvoor op grond van artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een vergunning is verleend, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.

 
 

2.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeersregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

1.100,-*

3.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeersregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

600,-*

3.2.5

Verwijderen van een ontsluiting van een tankstationsterrein

 
 

1.

Voor het veranderen van de provinciale weg voor het verwijderen van een ontsluiting door of namens de provincie Noord-Brabant, waarvoor op grond van artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een vergunning is verleend, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.

 
 

2.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeersregelinstallatie of verkeersregelaar, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

2.200,-*

3.

Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeersregelinstallatie of verkeersregelaar, wordt een toeslag in rekening gebracht van:

730,-*

3.2.6

Gebruik van de weg

 
 

Een vergunning als bedoeld in artikel 5.8, onder b, van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant voor het gebruiken van de weg voor:

 
  • a.

    evenementen, niet zijnde een optocht:

110,-

 
  • b.

    evenementen, zijnde optochten:

50,-

 
  • c.

    voorwerpen in verband met particuliere bouw- of onderhoudswerkzaamheden buiten de weg:

50,-

 
  • d.

    overige activiteiten zoals wedstrijd zonder voertuigen, voorwerpen, stoffen:

240,-

3.2.7

Algemeen

 
 

1.

Indien voor twee of meer vergunningsplichtige activiteiten vergunning wordt aangevraagd als bedoeld in dit artikel en de desbetreffende vergunningen bij één beschikking worden verleend, worden de leges (nader) vastgesteld op het bedrag, berekend naar het hoogste bij deze dienstverlening behorende tarief, vermeerderd met:

18,-*

4 Waterhuishouding

4.1 Waterwet

1.

  • a.

    voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem tot en met een hoeveelheid van 200.000 m3 per jaar, als basistarief:

5.638,-

 
  • 1˚.

    vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van tussen de 200.000 m3 en 500.000 m3 grondwater per jaar van:

1.742,-*

 
  • 2˚.

    vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van meer dan 500.000 m3 grondwater per jaar van:

1.845,-*

 
  • b.

    voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van industriële toepassingen en de openbare drinkwatervoorziening tot en met een hoeveelheid van 500.000 m3 per jaar, als basistarief:

4.305,-

 
  • 1˚.

    vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van tussen de 500.000 m3 en 1.000.000 m3 grondwater per jaar van:

4.305,-*

 
  • 2˚.

    vermeerderd met een toeslag voor het onttrekken van meer dan 1.000.000 m3 grondwater per jaar van:

20.090,*

2.

Voor een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet:

  • a.

    voor een wijziging van een onttrekking als bedoeld in het eerste onderdeel, onder a, waarbij een uitbreiding van de maximum hoeveelheid te onttrekken grondwater wordt aangevraagd, gelden de tarieven als genoemd in het eerste onderdeel, onder a, voor uitbreiding van de maximum hoeveelheid.

  • b.

    voor een wijziging van een onttrekking als bedoeld in het eerste onderdeel, onder b, waarbij een uitbreiding van de maximum hoeveelheid te onttrekken grondwater wordt aangevraagd, gelden de tarieven als genoemd in het eerste onderdeel, onder b, voor uitbreiding van de maximum hoeveelheid;

  • c.

    voor een wijziging anders dan bedoeld onder a en b, geldt het in het eerste onderdeel, onder a en b, genoemde basistarief.

 
 

3.

Het tweede onderdeel is niet van toepassing op een aanvraag tot wijziging van een vergunning die betrekking heeft op een wijziging van de tenaamstelling of een wijziging van de kadastrale gegevens.

 
 

4.2 Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

 

Ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden:

 

nihil

5. Milieubeheer

5.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Bouwen

In dit onderdeel wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwkosten: bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

  • b.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    Wro: Wet ruimtelijke ordening.

5.1.1

Realiseren van een bouwwerk

1.

Een vergunningsaanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor het bouwen van een bouwwerk:

  • a.

    indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,--:

2.155,-..

  • b.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 20.000,--, doch niet meer dan € 50.000,-:

    1) verhoogd met 1,920 % van de bouwkosten minus € 20.000,--;

2.743,- 1)

  • c.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,--, doch niet meer dan € 100.000,-:

    2) verhoogd met 4,222 % van de bouwkosten minus € 50.000,--;

3.330,- 2)

  • d.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 100.000,--, doch niet meer dan € 400.000,-:

    3) verhoogd met 1,631 % van de bouwkosten minus € 100.000,--;

5.485,- 3)

  • e.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 400.000,--, doch niet meer dan € 1.000.000,-:

    4) verhoogd met 1,727 % van de bouwkosten minus € 400.000,--;

10.480,- 4)

  • f.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000.000,--, doch niet meer dan € 5.000.000,-:

    5) verhoogd met 0,444 % van de bouwkosten minus € 1.000.000,--;

21.059,- 5)

  • g.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000.000,-, doch niet meer dan € 25.000.000,-:

    6) verhoogd met 0,134 % van de bouwkosten minus € 5.000.000,--;

39.179,- 6)

  • h.

    indien de bouwkosten meer bedragen dan € 25.000.000,-:

    7) verhoogd met 0,150% van de bouwkosten minus € 25.000.000,-- met een maximum van € 75.000,-:

66.604,- 7)

2.

Beoordeling bodemrapport

Het tarief, bedoeld onder 1, wordt, indien de aanvraag krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien:

  • a.

    een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met:

196,-*

  • b.

    een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met:

196,-*

3.

Beoordeling advies agrarische adviescommissie

 
 
 

Het tarief, bedoeld onder 1, wordt, indien de aanvraag krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien een advies van de agrarische adviescommissie wordt beoordeeld, verhoogd met:

608,-*

4.

Toetsing of ontheffing in het kader van een exploitatieplan

 
 
 

Het tarief, bedoeld onder 1, wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan:

 
 
 
  • a.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, tweede lid, Wro wordt verleend, verhoogd met:

392,-*

 
  • b.

    toetsing aan een exploitatieplan dient plaats te vinden, verhoogd met:

392,-*

 
  • c.

    aanhouding plaatsvindt ex artikel 3.5, eerste lid, Wabo, verhoogd met:

392,-*

5.1.2

Gebruik gronden en bouwwerken / vrijstellingen of ontheffingen bestemmingsplan e.a.

 
 
 

Een vergunningsaanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, Wabo tot het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met:

 
 
 
  • a.

    een bestemmingsplan of beheersverordening als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3, Wabo:

588,-

 
  • b.

    een bestemmingsplan of beheersverordening indien de vergunning betrekking heeft op bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, Wabo:

588,-

 
  • c.

    een bestemmingsplan of beheersverordening als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, Wabo:

588,-

 
  • d.

    een exploitatieplan, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, Wabo:

588,-

 
  • e.

    de regels, bedoeld in artikel 4.1, derde lid, Wro, gesteld bij of krachtens de in het eerste lid van dat artikel genoemde provinciale verordening ruimte, ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder c, Wabo:

588,-

 
  • f.

    een voorbereidingsbesluit, voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, Wro, ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder d, Wabo:

588,-

 
  • g.

    een bestemmingsplan of beheersverordening indien de vergunning betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn, bedoeld in artikel 2.12, tweede lid, Wabo:

588,-

5.1.3

Monumenten / beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 
 

Een vergunning als bedoeld in:

 
 
 
  • a.

    artikel 2.1, eerste lid, onder f, Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

3.063,-

 
  • b.

    artikel 2.1, eerste lid, onder h, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht:

1.567,-

 
  • c.

    artikel 2.2, eerste lid, onder b, sub 1 en sub 2, Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument, of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken daarvan op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht:

3.063,-

 
  • d.

    artikel 2.2, eerste lid, onder c, Wabo voor het slopen van een bouwwerk dat krachtens provinciale of gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht:

1.567,-

5.1.4.

Slopen

 
 
 

Een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, dan wel als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel d, Wabo voor het slopen van een bouwwerk voor zover daarvoor krachtens provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist:

1.567,-

5.1.5

Kappen

 
 
 

Een vergunningsaanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, Wabo voor het vellen of doen vellen van houtopstand:

490,-

5.1.6

Handelsreclame

 
 
 

Een vergunningsaanvraag als bedoeld in:

 
 
 
  • a.

    artikel 2.2, eerste lid, onder h, Wabo voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats:

588,-

 
  • b.

    artikel 2.2, eerste lid, onder i, Wabo voor het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats:

588,-

5.1.7

Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (Natura 2000-activiteiten)

 
 
 

Een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, Wabo voor het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, van het Besluit omgevingsrecht:

2.725,-

5.1.8

Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (flora- en fauna-activiteiten)

 
 
 

Een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, Wabo voor het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder b, van het Besluit omgevingsrecht:

5.459,-

5.1.9

Andere activiteiten

 
 
 

Een aanvraag als bedoeld in:

 
 
 
  • a.

    artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, Wabo voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving:

686,-

 
  • b.

    artikel 2.2, tweede lid, Wabo voor het verrichten van een activiteit die geheel of gedeeltelijk bestaat uit andere activiteiten en die behoren tot een bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving:

686,-

5.1.10

Overige omgevingsvergunningen

 
 
 

Een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo, voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen:

686,-

5.1.11

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 
 

Een omgevingsvergunning in twee fasen als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, Wabo ter zake van de:

  • a.

    eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de eerste fase wordt gedaan;

  • b.

    tweede fase: 120 % het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de tweede fase wordt gedaan met in mindering gebracht het bedrag aan leges dat is betaald voor de eerste fase.

 
 

5.1.12

Geringe wijziging

 
 

Wijziging van een vergunning die al is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

5 % van de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de onderliggende vergunning waarop de te wijzigen aanvraag ziet met een minimum van

€ 330,-

 

5.2 Wet geluidhinder

Vaststelling hogere geluidswaarden als bedoeld in of krachtens de artikelen 45 e.v. en 83 e.v.( industrielawaai, resp. wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder en de artikelen 4.10 e.v. van het Besluit geluidhinder (spoorwegen):

nihil

5.3 Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (ontheffing stiltegebieden)

Ontheffing voor een activiteit in een stiltegebied als bedoeld in artikel 2.48 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant:

nihil

5.4 Wet luchtvaart

1.

Luchthavenbesluit als bedoeld in artikel 8.43, eerste lid, van de Wet luchtvaart:

 

nihil

2.

Verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.47, tweede lid, juncto artikel 8.9, van de Wet luchtvaart:

 

nihil

3.

Ontheffing als bedoeld in artikel 8.47, tweede lid, juncto artikel 8.12 van de Wet luchtvaart (tijdelijke ontheffing van hoogtebeperking):

 

nihil

4.

Luchthavenregeling als bedoeld in artikel 8.64, eerste lid, van de Wet luchtvaart:

 

nihil

5.

Ontheffing als bedoeld in artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik):

 

nihil

5.5 Ontgrondingenwet

1.

Voor een vergunningsaanvraag als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet worden, afhankelijk van de hoeveelheid te winnen verhandelbare en onverhandelbare specie, gemeten in profiel van ontgraving de volgende leges in rekening gebracht:

 
 
 
  • a.

    voor aanvragen ≤ 15.000 m3:

4.278,-

 
  • b.

    voor aanvragen > 15.000 m3 en ≤ 25.000 m3:

6.738,-

 
  • c.

    voor aanvragen > 25.000 m3 en ≤ 50.000 m3:

13.477,-

 
  • d.

    voor aanvragen > 50.000 m3 en ≤ 100.000 m3:

26.954,-

 
  • e.

    voor aanvragen > 100.000 m3 en ≤ 500.000 m3:

40.538,-

 
  • f.

    voor aanvragen > 500.000 m3:

65.245,-

 
 
 
 

2.

Wijziging van een vergunningsaanvraag als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet:

4.278,-

3.

Indien als gevolg van de wijziging, bedoeld onder 2, de hoeveelheid te winnen specie toeneemt, geldt het tarief onder 1, berekend over de extra hoeveelheid te winnen verhandelbare en onverhandelbare specie, gemeten in profiel van ontgraving.

 
 

4.

Aanvraag tot intrekking of verlenging van een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet:

4.171,-

5.

Aanvraag machtiging ingevolge artikel 12 van de Ontgrondingenwet:

4.171,-

6.

Vergunningsaanvraag voor ontgronding die uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van cultuurtechnische verbetering, waarbij per saldo geen specie van de locatie wordt afgevoerd:

4.171,-

7.

Vergunningsaanvraag voor ontgronding die uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van een natuurproject, waarbij geen specie van de locatie wordt afgevoerd:

4.171,-

6. Natuur en recreatie

6.1 Wet natuurbescherming

1a.

Een aanvraag om een vergunning voor het realiseren van projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming (Natura 2000) waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is:

5.629,-

1b.

Een intrekking van een vergunning voor het realiseren van projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Natura 2000):

2.168,-

1c.

Het verzoek om een PAS-melding om te zetten naar een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (legalisering PAS-melding):

1.600,-

2.

Ontheffing als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste lid, 3.4, tweede lid, 3.8, eerste lid, 3.9, tweede lid, en 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ten behoeve van schadebestrijding, overlastbestrijding en populatiebeheer (faunabeheer):

3.041,-

3a.

Een ontheffingsaanvraag voor het verrichten van handelingen als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste lid, 3.4, tweede lid, 3.8 eerste lid, 3.9, tweede lid, en 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ten behoeve van onderzoek en onderwijs of opvang van beschermde inheemse vogels en zoogdieren:

152,-

3b.

Een ontheffingsaanvraag voor het verrichten van handelingen als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste lid, 3.4, tweede lid, 3.8 eerste lid, 3.9, tweede lid, en 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ten behoeve van het realiseren of wijzigen van infrastructurele werken, het realiseren of wijzigen van windmolens of ruimtelijke ontwikkeling waarbij meer dan 50 woningen worden gesloopt, gerealiseerd of gerenoveerd:

7.902,-

3c.

Een ontheffingsaanvraag voor het verrichten van handelingen als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste lid, 3.4, tweede lid, 3.8 eerste lid, 3.9, tweede lid, en 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming anders dan bedoeld onder 3a en 3b, die niet uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager:

5.459,-

3d.

Een ontheffingsaanvraag als bedoeld onder 3c die uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager:

2.220,-

4a.

Een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, van de Wet natuurbescherming ten behoeve van herbeplanting op andere grond (compensatie herplantplicht):

1.490,-

4b.

Een aanvraag voor een ontheffing van de herplantplicht als bedoeld in artikel 4.5, derde lid, van de Wet natuurbescherming (ontheffing herplantplicht):

1.594,-

4c.

Een aanvraag als bedoeld onder 4b die uitsluitend betrekking heeft op uitstel van de herplanttermijn (ontheffing herplanttermijn):

1.093,-

4d.

Een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, derde lid, van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant, voor het afwijken van de in artikel 6.12, eerste lid, van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant genoemde eis dat een melding ten minste vier weken voorafgaand aan de velling wordt gedaan (ontheffing wachttermijn):

€ 

781

4e.

Een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, derde lid, van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant voor het afwijken van de in artikel 6.12, eerste lid, van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant genoemde eis dat een melding niet langer dan één jaar voorafgaand aan de velling wordt gedaan (ontheffing vellingstermijn):

 

nihil

5.

Een aanvraag voor het in behandeling nemen van een besluit over de verlening van een tegemoetkoming in geleden schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde dieren als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b, van de Wet natuurbescherming:

300,-

6.

Een beschikking van Gedeputeerde Staten op een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, of andere beschikking, voor zover in deze paragraaf niet uitdrukkelijk genoemd:

340,-

8 Welzijn

8.1 Wet ambulancevervoer

1.

Een vergunning, dan wel een wijziging daarvan als bedoeld in of krachtens de Wet ambulancevervoer:

 

nihil

2.

Aanhangsels en andere handelingen niet vallende onder 1

 

nihil