Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent doematigheid en doeltreffendheid (Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid Noord-Brabant)

Geldend van 17-03-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent doematigheid en doeltreffendheid (Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid Noord-Brabant)

Provinciale Staten van Noord-Brabant

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 26 februari 2013 - 3367500;

Gelet op artikel 217a van de Provinciewet;

Gezien het advies van de commissie voor Economische Zaken en Bestuur d.d. 29 maart 2013;

Overwegende dat in 217a van de Provinciewet voorschrijft dat Gedeputeerde Staten periodiek onderzoek uitvoeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur;

Overwegende dat Provinciale Staten hiervoor bij verordening regels dienen te stellen;

Gehoord de beraadslagingen;

Besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    doelmatigheid: mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereiken;

  • b.

    doeltreffendheid: mate waarin de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • c.

    Kennis- en Onderzoekagenda: overzicht van voorgenomen strategisch onderzoeken te voeren en gevoerd beleid;

  • d.

    onderzoek ex artikel 217a: al dan niet evaluatief onderzoek als bedoeld in artikel 217a van de Provinciewet;

  • e.

    Zuidelijke Rekenkamer: rekenkamer als bedoeld artikel 1, onder a, van de Gemeenschappelijke regeling Zuidelijke Rekenkamer Noord-Brabant en Limburg 2020.

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie

Gedeputeerde Staten verrichten jaarlijks onderzoek als bedoeld in artikel 217a van de Provinciewet naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur.

Artikel 3. Voorgenomen onderzoeken

  • 1 Gedeputeerde Staten nemen hun voorgenomen onderzoeken ex artikel 217a op in de jaarlijkse Kennis- en Onderzoeksagenda.

  • 2 Gedeputeerde Staten stellen Provinciale Staten in kennis van de voorgenomen onderzoeken, bedoeld in het eerste lid, door toezending van de Kennis- en Onderzoeksagenda.

  • 3 De Kennis- en Onderzoeksagenda bevat per onderzoek ex artikel 217a op hoofdlijnen het object van onderzoek.

  • 4 Ter voorbereiding van een onderzoek ex artikel 217a stellen Gedeputeerde Staten een onderzoeksvoorstel vast.

  • 5 Het onderzoeksvoorstel, bedoeld in het vierde lid, bevat:

    • a.

      een nadere uitwerking van het object van onderzoek;

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • c.

      de gewenste doorlooptijd van het onderzoek;

    • d.

      de onderzoeksmethode;

    • e.

      de wijze van uitvoering;

    • f.

      de eventueel met het onderzoek gemoeide kosten;

    • g.

      doelstelling van het onderzoek.

  • 6 Bij het bepalen van de reikwijdte van het onderzoek, bedoeld in het vijfde lid, onder b, wordt in het bijzonder gelet op de sturingsmogelijkheden van Provinciale Staten en de leerelementen die daaruit kunnen voortvloeien voor ander beleid.

  • 7 Gedeputeerde Staten stellen de Zuidelijke Rekenkamer op de hoogte van de onderzoeken die zij doen instellen door toezending van de Kennis- en Onderzoeksagenda en de vastgestelde voorstellen voor onderzoeken ex artikel 217a.

Artikel 4. Rapportage en gevolgtrekking

  • 1 Gedeputeerde Staten leggen de uitkomsten van een onderzoek ex artikel 217a worden vast in een rapportage.

  • 2 Een rapportage als bedoeld in het eerste lid bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 3 Op basis van de resultaten van de rapportage bedoeld in het eerste lid stellen Gedeputeerde Staten, indien zij dit nodig oordelen, een plan van verbetering op.

  • 4 Gedeputeerde Staten zenden de rapportage, bedoeld in het eerste lid, voorzien van bestuurlijk standpunt en, indien zij dit nodig achten, het plan van verbetering toe aan Provinciale Staten.

  • 5 Gedeputeerde Staten zenden de rapportage, bedoeld in het eerste lid, voorzien van bestuurlijk standpunt en, indien zij dit nodig achten, het plan van verbetering toe aan de Zuidelijke Rekenkamer.

Artikel 5 Intrekking

De Doelmatigheids- en doeltreffendheidsverordening provincie Noord-Brabant wordt ingetrokken.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 19 april 2013
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier mw. drs. C.J.M. Dortmans