Regeling vervallen per 09-04-2020

Subsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant

Geldend van 16-07-2015 t/m 08-04-2020

Intitulé

Subsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 de kaderstellende nota Leefbaarheid@Brabant hebben vastgesteld;

Overwegende dat Provinciale Staten op 4 juli 2014 de motie “Doe-budgetten voor Kleine Kernen” heeft aangenomen;

Overwegende dat de provincie de leefbaarheid wil versterken door het stimuleren van kleine experimenten waarin burgerparticipatie en maatschappelijke initiatieven ruimte krijgen;

Overwegende dat in het Bestuursakkoord “10 voor Brabant” is opgenomen dat provinciaal budget, voortkomend uit een eventuele onderuitputting van de Integrale Dorpsontwikkelingsplannen toegevoegd wordt aan het budget voor leefbaarheid;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder leefbaarheid: mate waarin de leefomgeving aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door de burger aan worden gesteld.

Artikel 2 doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door verenigingen en stichtingen met een maatschappelijke doelstelling.

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1  Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling projectsubsidies.

  • 2  Subsidies als bedoeld in het eerste lid, kunnen worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versterken van de leefbaarheid.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

     voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling;

  • b.

     het project gericht is op het organiseren van festiviteiten of evenementen.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

     de subsidieontvanger bedoeld in artikel 2 heeft volgens haar statuten een maatschappelijke doelstelling;

  • b.

     het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • c.

     het project is gericht op het versterken van de leefbaarheid;

  • d.

     het project draagt bij aan een maatschappelijk belang;

  • e.

     het project heeft lokaal draagvlak;

  • f.

     het project is startklaar;

  • g.

     aan het project liggen ten grondslag:

    • 1°.

       een presentatie waarin op wervende wijze het project wordt toegelicht.

    • 2°.

       een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze regeling;

    • 3°.

       een sluitende begroting;

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

     kosten voor vrijwilligers;

  • b.

     reguliere kosten van de aanvrager.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 4 worden ingediend binnen de tenderperiode van:

  • a.

     2 maart 2015 tot en met 1 april 2015;

  • b.

     15 september 2015 tot en met 15 oktober 2015;

  • c.

     [vervallen]

  • d.

     [vervallen]

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4:

  • a.

     voor de tenderperiode, genoemd in artikel 9, onder a, vast op € 200.000;

  • b.

     voor de tenderperiode, genoemd in artikel 9, onder b, vast op €195.473;

  • c.

     [vervallen]

  • d.

     [vervallen]

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000 per project.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1  Iedere subsidieaanvrager die in dezelfde periode een volledige aanvraag heeft ingediend die voldoet aan de vereisten in deze regeling, krijgt willekeurig de presentaties bedoeld in artikel 6 onderdeel g, onder 1e, van vijf volledig ingediende aanvragen voorgelegd, uitgezonderd zijn eigen aanvraag, en bepaalt hiervan, op basis van de mate waarin het project het beste gericht is op het versterken van de leefbaarheid, de onderlinge rangschikking door middel van het toekennen van 6, 4, 3, 2 of 0 punten waarbij 6 punten het hoogst is en 0 punt het laagst.

  • 2  Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 10, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de mate waarin het project het beste gericht is op het versterken van de leefbaarheid.

  • 3  Gedeputeerde Staten baseren zich bij de afweging, bedoeld in het tweede lid, op het advies van de subsidieaanvragers, bedoeld in het eerste lid.

  • 4  Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

     het project start binnen drie maanden na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening;

  • b.

     het project wordt gerealiseerd binnen een jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening;

  • c.

     de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden.

Artikel 14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2017 aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 16 december 2014
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger