Regeling vervallen per 01-07-2019

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels betreffende vergoeding voor het verrichten van consignatiediensten (Regeling consignatiediensten Noord-Brabant)

Geldend van 01-01-2018 t/m 30-06-2019

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels betreffende vergoeding voor het verrichten van consignatiediensten (Regeling consignatiediensten Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 158 Provinciewet;

 

Gelet op artikel C.15, eerste lid van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

 

Gezien de bereikte overeenstemming d.d.6 oktober 2016 met het georganiseerd overleg;

 

Overwegende dat in het verleden per relevant organisatieonderdeel één of meer consignatieregelingen zijn vastgesteld ter nadere regeling van de consignatiedienst;

 

Overwegende dat die regelingen niet eenduidig en uniform zijn en niet meer aansluiten bij de provinciale organisatie;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten derhalve een nieuwe regeling wensen, waarin de consignatiedienst op eenduidige en uniforme wijze wordt geregeld;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    CAP 2018: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018.

  • b.

    consignatiearbeid: arbeid tijdens de consignatiedienst;

  • c.

    consignatiedienst: dienst waarbinnen de daartoe aangewezen ambtenaar zich buiten de voor hem geldende reguliere werktijden bereikbaar en beschikbaar moet houden voor het verrichten van arbeid;

  • d.

    consignatieoproep: oproep om consignatiearbeid te verrichten;

  • e.

    geconsigneerde ambtenaar: ambtenaar die door Gedeputeerde Staten schriftelijk is aangewezen consignatiedienst te verrichten;

  • f.

    leidinggevende: degene die krachtens mandaat bevoegd is tot het nemen van besluiten jegens de werknemer met betrekking tot de consignatiedienst.

Artikel 2 De consignatiedienst

  • 1 Gedeputeerde Staten wijzen schriftelijk de ambtenaren aan die consignatiedienst dienen te verrichten.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde ambtenaar betreft hij die werkzaam is in een functie waaruit het verrichten van consignatiediensten voortvloeit en waarvan dit bij benoeming van de ambtenaar in deze functie aan hem bekend is gemaakt.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kunnen ook overige ambtenaren, die daartoe geschikt en bereid zijn, aangewezen worden om consignatiediensten te verrichten.

  • 4 Een ambtenaar kan op grond van een daartoe strekkend advies van de bedrijfsarts vrijgesteld worden van de verplichting consignatiedienst te verrichten.

  • 5 Het rooster van de te verrichten consignatiedienst wordt vastgesteld door de leidinggevende.

Artikel 3 Verplichtingen leidinggevende

  • 1 De leidinggevende stelt het verrichten van consignatiediensten in het jaarlijks te voeren planningsgesprek met de ambtenaar aan de orde en bespreekt de belasting daarvan.

  • 2 De leidinggevende voert overleg met de ambtenaar over het opnemen van de tijd die de ambtenaar op grond van artikel 3.4.3 CAP 2018 krijgt toegekend.

  • 3 De leidinggevende verstrekt aan de ambtenaar alle informatie die hij nodig heeft voor het goed kunnen verrichten van de consignatiedienst.

  • 4 De leidinggevende maakt minimaal 3 maanden voorafgaande aan de geconsigneerde ambtenaar het voor hem geldende consignatierooster bekend.

Artikel 4 Verplichtingen geconsigneerde ambtenaar

  • 1 Gedurende de voor hem ingeroosterde consignatie-uren:

    • a.

      is de geconsigneerde ambtenaar direct oproepbaar via het bij de provincie bekende nummer van zijn mobiele telefoon;

    • b.

      beschikt de geconsigneerde ambtenaar over de voor hem noodzakelijke informatie met betrekking tot de consignatiedienst;

    • c.

      onthoudt de geconsigneerde ambtenaar zich van het gebruik van middelen, die het kunnen verrichten van consignatiearbeid negatief kunnen beïnvloeden;

    • d.

      houdt de geconsigneerde ambtenaar zich beschikbaar voor het onverwijld verrichten van consignatiearbeid;

    • e.

      stelt de geconsigneerde ambtenaar Gedeputeerde Staten onverwijld in kennis van onvoorziene omstandigheden die het uitoefenen van de consignatiedienst belemmeren of onmogelijk maken.

  • 2 Nadere afspraken kunnen worden gemaakt over de maximaal toegestane tijdsduur tussen het moment van oproep en het daadwerkelijk gaan verrichten van de geconsigneerde arbeid.

Artikel 5 Toelage consignatiedienst

  • 1 Gedeputeerde Staten kennen de toelage consignatiedienst toe indien de geconsigneerde ambtenaar de consignatiedienst heeft verricht.

  • 2 De toelage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt;

    • a.

      € 325,- bruto per week voor de geconsigneerde ambtenaar die:

      zijn consignatiearbeid buitenshuis verricht én aan welke arbeid een hoog veiligheidsrisico is verbonden én wiens arbeid een hoge belasting met zich brengt door een hoog gemiddeld aantal oproepen per week;

    • b.

      € 275,- bruto per week voor de geconsigneerde ambtenaar die zijn consignatiearbeid overwegend kan verrichten zonder van huis te hoeven gaan maar wiens consignatiearbeid wel een hoge belasting met zich brengt door een hoog gemiddeld aantal oproepen per week óf voor de geconsigneerde ambtenaar, die zijn consignatiearbeid buitenshuis verricht en aan welke arbeid een hoog veiligheidsrisico is verbonden maar gemiddeld weinig frequent gedurende een consignatiedienst wordt opgeroepen;

    • c.

      € 225,- bruto per week voor de geconsigneerde ambtenaar die zijn consignatiedienst overwegend kan verrichten zonder van huis te hoeven gaan en gemiddeld weinig frequent gedurende een consignatiedienst wordt opgeroepen.

Artikel 6 Vergoeding consignatiearbeid

  • 1 De geconsigneerde ambtenaar komt naast de toelage, bedoeld in artikel 5, in aanmerking voor een vergoeding consignatiearbeid, indien er daadwerkelijk consignatiearbeid is verricht.

  • 2 De hoogte van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend overeenkomstig artikel 3.4.3, derde lid, van de CAP 2018.

  • 3 Op de vergoeding als bedoeld in artikel 3.4.3, derde lid, onder a, van de CAP 2018 is artikel 4 van de Regeling werktijden Noord-Brabant van toepassing.

Artikel 7 Intrekking

  • 1 De consignatieregeling Kabinet van 19 mei 1992 wordt ingetrokken.

  • 2 De regeling Consignatie Beheer en onderhoud provinciale wegen 2007 wordt ingetrokken.

  • 3 De consignatieregeling I&A medewerkers wordt ingetrokken.

  • 4 De consignatievergoeding semafoondienst wordt ingetrokken.

  • 5 De calamiteitenregeling Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (WHVZ) van 22 december 1992 wordt ingetrokken.

  • 6 De consignatieregeling Milieu Provincie Noord-Brabant 2004 wordt ingetrokken.

  • 7 De consignatieregeling uitvoering smog-regeling afdeling LGM wordt ingetrokken.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van billijke compensatie van beschikbaarheid bij calamiteiten zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9 Overgangsbepalingen

  • 1 De geconsigneerde ambtenaar die gedurende tenminste twaalf maanden voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze regeling een toelage voor het verrichten van consignatiediensten ontving of daarvan schriftelijk aantoonbaar in het vooruitzicht was gesteld en als gevolg van de inwerkingtreding van deze regeling een lagere vergoeding ontvangt dan wel gaat ontvangen, wordt een overgangstoelage toegekend.

  • 2 De overgangstoelage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt gedurende vier jaar 100% van het verschil tussen het bedrag dat hij in de 12 maanden voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze regeling gemiddeld per maand als toelage ontving en het bedrag dat hij als toelage op basis van deze regeling ontvangt.

  • 3 De overgangstoelage, bedoeld in het tweede lid, wordt maandelijks toegekend voor zover de geconsigneerde ambtenaar daadwerkelijk consignatiediensten verricht.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2016.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling consignatiediensten Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 18 oktober 2016
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger
 
 

Toelichting

Algemeen

In de loop van de tijd zijn afzonderlijke regelingen vastgesteld voor verschillende soorten consignatiediensten. Hierdoor werd niet eenduidig met consignatiediensten omgegaan. Door alle consignatiediensten in één regeling op te nemen, vermindert het aantal regelingen en ontstaat uniformiteit in de uitvoering. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de regeling beter te laten aansluiten bij de huidige provinciale organisatie. Tevens zijn de toelagen in lijn gebracht met de bedragen die andere overheidsinstellingen hanteren.

Artikelsgewijs

Artikel 2 De consignatiedienst Eerste lid Bij het aanwijzen van ambtenaren voor het verrichten van consignatiedienst zal aangegeven worden waar de werkzaamheden in consignatiedienst in grote lijnen uit zullen bestaan.

Artikel 4 Verplichtingen geconsigneerde ambtenaar Eerste lid onder a De ambtenaar is verplicht ervoor te zorgen dat het nummer van zijn mobiele telefoon, waarop hij bereikbaar is tijdens zijn consignatiedienst, bekend is bij de provincie.

Artikel 5 Toelage consignatiedienst Tweede lid Uit onderzoek is gebleken dat de belasting van een consignatiedienst per afdeling en taak sterk verschilt. Woordvoerders kabinet en communicatie worden gemiddeld weinig frequent tijdens een consignatiedienst opgeroepen (minder dan één keer per dienst) en hoeven na een oproep ook zelden van huis. Dit in tegenstelling tot medewerkers van gebouwenbeheer, bode/beveiliging en weginspecteurs verkeersbeheer, die na een oproep telkens enkele uren van huis zijn en werkzaamheden verrichten die veiligheidsrisico’s met zich mee brengen. Voor weginspecteurs betreffen die veiligheidsrisico’s het verrichten van werkzaamheden op de openbare weg en voor medewerkers gebouwenbeheer, bodes/beveiliging het moeten openen en controleren van de gebouwen van de provincie buiten kantoortijden na inbraak-, brand- storingsalarm of op verzoek. De coördinatoren verkeersbeheer hoeven na een oproep weliswaar niet van huis maar worden zwaarder belast door een hoge frequentie van oproepen (meer dan zes keer per dienst). Onder een lage frequentie wordt in het kader van deze regeling minder dan 5 oproepen per consignatiedienst verstaan, gemiddeld gemeten in 12 maanden. Onder een hoge frequentie worden vijf of meer oproepen per consignatiedienst verstaan, gemiddeld gemeten in 12 maanden.

Met het verschil in hoogte van vergoeding is beoogd te differentiëren naar mate van belasting. Voor wat betreft de hoogte van de vergoedingen is aansluiting gezocht bij hetgeen bij andere overheidsinstellingen (waaronder andere provincies en binnen de sector gemeenten) wordt gehanteerd.

De vermelde bedragen gelden per datum vaststelling regeling en volgen daarna het in cao-verband af te spreken salaris-indexatie-percentage.

Artikel 6 Vergoeding consignatiearbeid Eerste lid Naast de vaste toelage, bedoeld in artikel 5, ontvangt de ambtenaar waarvoor een salarisschaal geldt tot schaal 11, salaris voor elk uur dat hij daadwerkelijk consignatiearbeid verricht.

Tweede lid Artikel C.23 van de CAP regelt de vergoeding voor overwerk. In het eerste lid van dat artikel is bepaald dat aan de ambtenaar voor wie een lagere salarisschaal geldt dan salarisschaal 11 en die in opdracht overwerk verricht, een vergoeding wordt toegekend. De vergoeding voor die ambtenaar bedraagt, naast verlof gedurende een periode, gelijk aan het aantal overuren, een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur.

Derde lid Op de uren die een ambtenaar krijgt toegekend in het kader van tijd voor tijd is de Regeling werktijden provincie Noord-Brabant van toepassing. Dit houdt in dat de ambtenaar deze uren dient op te nemen in het jaar van toekenning en een overschot van meer dan 100 uur aan het einde van een kalenderjaar in beginsel komt te vervallen. Over het meenemen van de tijd die is ontstaan kort voor het einde van het kalenderjaar en daarom redelijkerwijs niet in het jaar van toekenning kan worden opgenomen, wordt in goed overleg tussen leidinggevende en ambtenaar een maatwerkafspraak gemaakt.

Op het verrichten van arbeid tijdens een consignatiedienst is de Arbeidstijdenwet van toepassing.

Artikel 7 Intrekking Met de intrekking van de regeling Consignatie Beheer en onderhoud provinciale wegen 2007 vervalt ook de vergoeding adsl-aansluiting. Het recht op deze vergoeding is verouderd omdat een internet verbinding in de meeste huishoudens al aanwezig is en medewerkers hiervoor dus geen extra kosten gemaakt hoeven te worden.

Artikel 8 Hardheidsclausule Van de hardheidsclausule dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden.