Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 8 december 2020, houdende regels omtrent begrotingssubsidies (Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant 2020)

Geldend van 30-12-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 8 december 2020, houdende regels omtrent begrotingssubsidies (Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant 2020)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de wens hebben om de verstrekking van begrotingssubsidies als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant op uniforme wijze te regelen, met name voor wat betreft de reservevorming en bevoorschotting;

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

begrotingssubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Asv, die naar haar aard aangemerkt kan worden als een exploitatiesubsidie;

bestemmingsreserve: reserve in de zin van artikel 4:71, eerste lid onder g, van de Awb, waaraan het bestuur van een subsidieontvanger een beperktere bestedingsmogelijkheid heeft gegeven dan gezien de doelstelling van de subsidieontvanger zou zijn toegestaan;

egalisatiereserve: egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Awb;

exploitatiesubsidie: subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen, verleend voor een bepaald tijdvak, ten behoeve van de geheel of gedeeltelijke dekking van de exploitatie van een subsidieaanvrager.

Artikel 2 Doelgroep

Gedeputeerde Staten passen deze beleidsregel toe op aanvragers van begrotingssubsidies.

Artikel 3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten passen deze beleidsregel toe op begrotingssubsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Verplichtingen egalisatiereserve

  • 1. Bij de verlening van een begrotingssubsidie van € 125.000 en hoger bepalen Gedeputeerde Staten dat artikel 4:72 van de Awb wordt toegepast.

  • 2. Gedeputeerde Staten verbinden aan de beschikking tot verlening van een begrotingssubsidie van € 125.000 en hoger in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      de subsidieontvanger, die tevens activiteiten verricht die niet met provinciale middelen worden gefinancierd, houdt een administratie aan waarin vermogens van provinciale en andere herkomst afzonderlijk verantwoord worden;

    • b.

      de subsidieontvanger vormt een egalisatiereserve;

    • c.

      de egalisatiereserve, bedoeld onder b, bedraagt:

      • 1°.

        ten hoogste € 25.000 van de verleende subsidie voor het desbetreffende boekjaar, indien het een begrotingssubsidie tot € 250.000 betreft;

      • 2°.

        maximaal 10% van de verleende subsidie voor het desbetreffende boekjaar, indien het een begrotingssubsidies van € 250.000 en hoger betreft.

Artikel 5 Verplichtingen bestemmingsreserve

  • 1. De subsidieaanvrager kan bij een begrotingssubsidie bij Gedeputeerde Staten een verzoek om instemming indienen voor het vormen van een bestemmingsreserve.

  • 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, bevat een beheers- en beleidsplan.

  • 3. Gedeputeerde Staten beoordelen het verzoek op grond van het beheers- en beleidsplan, bedoeld in het tweede lid.

  • 4. Indien Gedeputeerde Staten instemmen met de gevraagde bestemmingsreserve wordt in de beschikking tot verlening van de begrotingssubsidie opgenomen dat de met provinciale middelen gevormde bestemmingsreserve kan worden teruggevorderd indien:

    • a.

      de subsidiabele activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

    • b.

      de subsidieverlening of subsidievaststelling wordt ingetrokken;

    • c.

      de subsidierelatie wordt beëindigd; of

    • d.

      de rechtspersoon die de begrotingssubsidie ontving wordt ontbonden.

Artikel 6 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken voor begrotingssubsidies van € 25.000 en hoger een voorschot op het verleende subsidiebedrag.

  • 2. Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3. Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in vier gelijke termijnen in vier kwartalen, tenzij de liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger een andere verdeling noodzakelijk maakt.

Artikel 7 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2023 en vervolgens telkens na vier jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze beleidsregel in de praktijk.

Artikel 8 Intrekking

De Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant 2020.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 8 december 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant 2020

Artikelsgewijs

Artikel 4 Verplichtingen egalisatiereserve

Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend komt ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve. Deze is bedoeld ter egalisatie van tekorten en overschotten in de exploitatie. De egalisatiereserve wordt gevormd uit exploitatieoverschotten en behoort tot het eigen vermogen. Uitgangspunt is dat organisaties gestimuleerd moeten worden in het verwerven van eigen (markt)inkomsten. Provinciale bemoeienis, eisen en beperkingen ten aanzien van het deel van de (egalisatie)reserves gevormd met eigen (markt)inkomsten worden daarom losgelaten.

Artikel 5 Verplichtingen bestemmingsreserves

Instellingen krijgen de mogelijkheid een bestemmingsreserve te vormen. Deze reserve behoort tot het eigen vermogen en het betreffen geen financiële verplichtingen. Wettelijk gezien valt deze reserve onder de overige reserves als bedoeld in artikel 373, eerste lid, onder f, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Vorming en voeding van bestemmingsreserves dient gebaseerd te zijn op een goed doordacht beleids- en beheersplan van de subsidieontvanger.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA