Reglement samenstelling en werkwijze bestuurscommissies voor de inrichting van het landelijk gebied

Geldend van 17-04-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Reglement samenstelling en werkwijze bestuurscommissies voor de inrichting van het landelijk gebied

GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT

Gelet op artikel 81 van de Provinciewet;

Overwegende:

dat met de inwerkingtreding van de Wet inrichting landelijk gebied op 1 januari 2007 (Stb. 2006, 666) de grondslag van een aantal Landinrichtingscommissies is vervallen;

dat door ons bij besluit van 8 april 2008 is bepaald dat een aantal commissies voor de inrichting van het landelijk gebied het werk van de opgeheven Landinrichtingscommissies zullen voortzetten;

dat wij het wenselijk achten dat wij ten aanzien van een aantal zaken met betrekking tot samenstelling en werkwijze een uniforme regeling voor voornoemde, en nog in te stellen, commissies voor de inrichting van het landelijk gebied vaststellen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Algemeen

Dit reglement is van toepassing op door gedeputeerde staten van Noord-Brabant ingestelde bestuurscommissies Inrichting Landelijk Gebied.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van Noord-Brabant;

  • b.

    Reconstructiewet: Reconstructiewet concentratiegebieden;

  • c.

    Wilg: Wet inrichting landelijk gebied;

  • d.

    gebiedsgericht beleid: gericht op de verbetering van de kwaliteit van het landelijk gebied, in elk geval t.a.v. natuur, recreatie, landschap, landbouw, sociaal-economische vitaliteit, milieu, water en leefbaarheid voorzover het betreft de inrichting, gebruik en beheer van daarvoor specifiek in aanmerking komende delen van het landelijk gebied, met inbegrip van de reconstructie, bedoeld in artikel 4 van de Reconstructiewet;

  • e.

    commissie: bestuurscommissie ex artikel 81 van de Provinciewet voor de inrichting van het landelijk gebied;

  • f.

    reconstructie: voorbereiding, vaststelling en uitvoering van een onderling samenhangend complex van maatregelen en voorzieningen ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Reconstructiewet;

  • g.

    recontructiecommissie: reconstructiecommissie als bedoeld in artikel 6 van de Reconstructiewet, ingesteld voor de provincie Noord-Brabant door Provinciale Staten van Noord-Brabant bij besluit van 17 januari 2003;

  • h.

    reconstructieplan: reconstructieplan als bedoeld in artikel 11 van de Reconstructiewet;

  • i.

    inrichtingsplan: inrichtingsplan als bedoeld in artikel 17 Wilg;

  • j.

    gebiedscommissie door gedeputeerde staten van Noord- Brabant ingestelde commissie met vergelijkbare taken en bevoegdheden als een reconstructiecommissie.

Artikel 3 Commissie

Gedeputeerde staten stellen een commissie in, indien zij dit noodzakelijk achten voor de inrichting van het landelijk gebied. Voordat zij hiertoe overgaan, kunnen zij de betreffende reconstructiecommissie(s) vragen hierover advies uit te brengen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 Gedeputeerde staten beslissen bij de instelling van een commissie over de samenstelling hiervan.

  • 2 Bij de instelling van de commissie zullen gedeputeerde staten erop toezien dat alle in het betreffende gebied betrokken belangen van enig gewicht voldoende en op een juiste manier vertegenwoordigd zijn.

  • 3 Gedeputeerde staten kunnen gedurende de instellingstermijn de samenstelling of het aantal leden van de commissie wijzigen.

  • 4 De leden van de commissie hebben stemrecht. Gedeputeerde staten benoemen in een commissie een oneven aantal van stemgerechtigde leden.

  • 5 Gedeputeerde staten benoemen een onafhankelijk voorzitter.

  • 6 Gedeputeerde staten voegen een provinciaal adviseur toe aan de commissie.

  • 7 Gedeputeerde staten stellen een secretaris aan.

  • 8 Gedeputeerde staten kunnen adviseurs op grond van hun deskundigheid uitnodigen in de commissie zitting te nemen.

  • 9 De voorzitter, de provinciaal adviseur, de secretaris en de adviseurs hebben geen stemrecht.

Artikel 5 Zittingsperiode

  • 1 De leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie, worden voor een periode van vijf jaar benoemd door gedeputeerde staten. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond maar maximaal éénmaal worden herbenoemd. Bij zwaarwegende redenen kunnen gedeputeerde staten ertoe besluiten om een lid voor een derde periode te herbenoemen.

  • 2 Degene, die in de commissie de plaats inneemt van een lid, wiens zittingsduur nog niet verstreken was, heeft zitting tot het einde van die duur.

Artikel 6 Benoeming en beëindiging lidmaatschap

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen een commissie opheffen. Opheffing zal niet geschieden voordat de commissie en de betreffende reconstructie- of gebiedscommissie(s) hierover advies is gevraagd.

  • 2 De voorzitter en de leden kunnen te allen tijde ontslag nemen door een schriftelijke kennisgeving aan gedeputeerde staten.

  • 3 Gedeputeerde staten kunnen te allen tijde een lid of voorzitter, anders dan op eigen verzoek, gemotiveerd ontslag verlenen.

  • 4 In het tijdvak liggende tussen het ontstaan van een vacature en de voorziening daarin wordt de commissie geacht volledig te zijn samengesteld. In dit geval zullen gedeputeerde staten bezien of de belangen, die door het ontslagen lid vertegenwoordigd werden, voldoende zijn meegewogen in de adviezen van de commissie.

Artikel 7 Nadere eisen leden en voorzitter

Bij de benoeming van de leden en voorzitter kunnen gedeputeerde staten nadere eisen stellen met betrekking tot het functioneren van de leden en de voorzitter en de evaluatie van het functioneren.

Artikel 8 Vervanging voorzitter

De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter. In voorkomende gevallen behoudt de plaatsvervangende voorzitter zijn stemrecht.

Artikel 9 Taak

  • 1 De commissie heeft tot taak het inrichtingsplan uit te voeren, voor het deelgebied waarvoor de commissie is ingesteld.

  • 2 Voor de uitvoering van deze taak ontvangt de commissie van gedeputeerde staten de volgende bevoegdheden, genoemd in de Wilg: 34 lid 3, 35, 38, 41, 44, 45, 65, 66, 68, 75 en 81, alsmede de bevoegdheid om aanvragen voor subsidies, vergunningen en ontheffingen in te dienen, voor zover dit noodzakelijk is ter uitvoering van de van gedeputeerde staten verkregen opdracht.

  • 3 De commissie heeft verder tot taak om advies uit te brengen aan gedeputeerde staten over:

    • a.

      de uitgangspunten van de herverkaveling of wijziging hiervan;

    • b.

      de ingebrachte zienswijzen op een in procedure gebracht inrichtingsplan, ruilplan en lijst der geldelijke regeling;

    • c.

      het in delen in uitvoering nemen van het inrichtingsplan als genoemd in artikel 37 lid 1 Wilg;

    • d.

      het aanpassen of wijzigen van het in uitvoering zijnde inrichtingsplan.

Artikel 10 Relatie met reconstructieplan

  • 1 De commissie neemt bij de uitvoering van haar taak het betreffende reconstructie- of gebiedsplan in acht.

  • 2 Indien zij, bij de uitvoering van haar taak, voornemens is van het reconstructieplan, danwel gebiedsplan af te wijken, treden zij hierover in overleg met de betrokken reconstructie- of gebiedscommissie(s).

Artikel 11 Besluitvorming

  • 1 De commissie kan geen besluiten nemen, indien niet tenminste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is.

  • 2 Besluiten van de commissie worden schriftelijk en ondertekend door de voorzitter en de secretaris uitgebracht en ter kennisname toegezonden aan gedeputeerde staten.

  • 3 Indien niet bij eenparigheid van stemmen tot een besluit kan worden gekomen, worden besluiten bij meerderheid van stemmen genomen. Eventuele afwijkende standpunten kunnen op verzoek van het lid of de leden die een afwijkend standpunt hebben ingenomen, in het besluit tot uitdrukking worden gebracht.

  • 4 De besluiten worden, zodra ze zijn geformuleerd, schriftelijk aan de leden van de commissie voorgelegd.

  • 5 De besluiten, die niet staande de vergadering worden vastgesteld, worden in een volgende vergadering aan de commissie ter vaststelling aangeboden.

Artikel 12 Leden van gedeputeerde staten

  • 1 Een lid van gedeputeerde staten kan desgewenst een vergadering van de commissie bijwonen.

  • 2 Gedeputeerde staten krijgen alle vergaderstukken toegezonden. In geval van oplegging van geheimhouding geldt de toezending ook voor de vergaderstukken waarbij geheimhouding is opgelegd.

Artikel 13 Vergaderfrequentie

  • 1 De commissie vergadert zo vaak de voorzitter dat nodig acht of indien ten minste een derde van het aantal leden van de commissie daarom schriftelijk, en met opgave van redenen hebben verzocht. In het laatste geval wordt de vergadering binnen een maand na indiening van het verzoek gehouden.

  • 2 Gedeputeerde staten kunnen de voorzitter van de commissie verzoeken een vergadering bijeen te roepen.

Artikel 14 Werkwijze

  • 1 De voorzitter stelt, na overleg met de secretaris, de agendapunten vast.

  • 2 De voorzitter roept de leden op ter vergadering.

  • 3 De agenda en de daarbij behorende stukken worden aan de leden en de adviseurs toegezonden, tenminste tien dagen voor de dag van de vergadering.

  • 4 Na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie wordt haar archief gedeponeerd in het provinciale archief.

Artikel 15 Subcommissies

De commissie heeft de mogelijkheid tot het instellen van een of meer subcommissies. Deze subcommissies beschikken niet over besluitvormende bevoegdheden.

Artikel 16 Openbaarheid

  • 1 De vergadering van de commissie wordt in het openbaar gehouden.

  • 2 De commissie kan besluiten haar vergadering, of een gedeelte daarvan, achter gesloten deuren te houden.

  • 3 De deuren worden in ieder geval gesloten, wanneer in de vergadering aangelegenheden worden behandeld, die tot specifieke personen herleidbare belangen betreffen.

  • 4 De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

Artikel 17 Orde

De voorzitter kan de commissie voorstellen om aan een commissielid, dat door zijn gedraging de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de commissievergadering worden ontzegd.

Artikel 18 Sprekers

Op uitnodiging van de commissie kan een ieder ter vergadering toelichting en informatie verstrekken.

Artikel 19 Verslag

  • 1 De secretaris maakt van de vergadering van de commissie een verslag op hoofdlijnen, dat na overleg met de voorzitter aan de leden en de adviseurs van de commissie wordt toegezonden.

  • 2 Het verslag wordt in een volgende vergadering aan de commissie ter vaststelling aangeboden.

  • 3 Na vaststelling wordt het verslag door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Na ondertekening wordt het verslag tevens toegezonden aan gedeputeerde staten.

Artikel 20 Verantwoording

  • 1 De commissie brengt jaarlijks verslag uit aan gedeputeerde staten over de verrichte werkzaamheden en de besluiten die zij heeft genomen in het kader van de gedelegeerde bevoegdheden.

  • 2 Het inhoudelijke verslag wordt voorzien van een financiële verantwoording.

  • 3 Dit verslag wordt uiterlijk voor 1 maart van het volgend kalanderjaar bij gedeputeerde staten ingediend.

  • 4 De reconstructiecommissie krijgt tegelijkertijd een afschrift van het verslag.

Artikel 21 Vergoeding

Gedeputeerde staten besluiten of de leden, de voorzitter en adviseurs recht hebben op een vergoeding. Vaststelling van eventueel te ontvangen vergoeding geschiedt op grond van de “Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden” van de Provincie Noord-Brabant.

Artikel 22 Nadere regels

De commissie stelt zo nodig nadere regels op betreffende haar werkwijze en doet daarvan mededeling aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 23 Hardheidsclausule

Gedeputeerde staten kunnen besluiten af te wijken van deze regeling, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2007.

Artikel 25 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als : Reglement bestuurscommissies inrichting landelijk gebied Noord-Brabant.

Ondertekening

's-Hertogenbosch, 8 april 2008
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten