Regeling vervallen per 31-12-2012

Uitvoeringsregeling Musea, Archieven en Monumenten Noord-Holland 2012.

Geldend van 31-12-2012 t/m 30-12-2012

Intitulé

Uitvoeringsregeling Musea, Archieven en Monumenten Noord-Holland 2012.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling Musea, Archieven en Monumenten Noord-Holland 2012

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    musea: musea die op het moment van de subsidieaanvraag voorlopig of definitief zijn opgenomen in het museumregister;

  • b.

    archieven: archieven die zijn opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling;

  • c.

    monumenten: beschermde monumenten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Monumentenwet 1988.

Artikel 2

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan een natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van een museum, archief of monument, of die belast is met de exploitatie en het behoud daarvan.

Artikel 3

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het vergroten van de publiekstoegankelijkheid van musea en archieven door nieuwbouw en verbouw.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor het creëren, behouden of vergroten van de publiekstoegankelijkheid van monumenten door verbouw of restauratie.

Artikel 4

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    het monument, archief of museum niet is gelegen in de provincie Noord-Holland;

  • c.

    de benodigde vergunningen voor de activiteit op het moment van de subsidieaanvraag niet onherroepelijk zijn;

  • d.

    voor de activiteit op grond van deze of een andere provinciale regeling reeds subsidie, met uitzondering van een subsidie voor stedelijke vernieuwing, is verstrekt;

  • e.

    naar ons oordeel het onderhoud voor tien jaar onvoldoende gewaarborgd is;

  • f.

    de exploitatie van het museum, archief of monument voor de komende tien jaar naar ons oordeel onvoldoende gewaarborgd is;

  • g.

    de aanvraag betrekking heeft op een woonhuis;

  • h.

    de aanvraag betrekking heeft op de exploitatie van een museum, archief of monument;

  • i.

    de activiteit is voltooid voordat de aanvraag is ingediend.

Artikel 7

  • 1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is tijdig ingediend indien deze na 15 mei 2012 en voor 15 september 2012 door gedeputeerde staten is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3, tweede lid, is tijdig ingediend indien deze:

    • a.

      na 15 mei 2012 en voor 15 juni 2012 door gedeputeerde staten is ontvangen, of

    • b.

      na 15 september 2012 en voor 19 oktober 2012 door gedeputeerde staten is ontvangen

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen over de subsidieaanvragen binnen 13 weken na afloop van de indieningstermijn.

  • 4. Een aanvraag om vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na afloop van de activiteit.

  • 5. Gedeputeerde staten beslissen op de in het vorige lid genoemde aanvraag binnen 13 weken na ontvangst ervan.

Artikel 8

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      investeringen in onroerende goederen;

    • b.

      de kosten voor een architect tot maximaal 10% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor investeringen die naar ons oordeel niet leiden tot creatie, behoud of vergroting van de publiekstoegankelijkheid.

Artikel 9

  • 1. Een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt 50% van de door ons noodzakelijk geachte kosten met een maximum van € 250.000,-.

  • 2. Een subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, bedraagt 50% van de door ons noodzakelijk geachte kosten met een maximum van € 750.000,-.

  • 3. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 10

  • 1. Gedeputeerde staten stellen afzonderlijke subsidieplafonds vast voor subsidies als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid.

  • 2. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, rangschikken gedeputeerde staten de aanvragen die voor subsidie in aanmerkingkomen op een prioriteitenlijst.

  • 3. De volgorde waarin de aanvragen op deze lijst worden gerangschikt wordt bepaald door de hoogte van de gevraagde subsidie uitgedrukt in een percentage van de subsidiabele kosten.

  • 4. De aanvraag met het laagste percentage wordt het hoogste gerangschikt.

  • 5. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste subsidiabele kosten hoger op de prioriteitenlijst geplaatst.

  • 6. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 11

De subsidieontvanger is verplicht om binnen zes maanden na de subsidieverlening de opdracht te gunnen.

Artikel 12

Gedeputeerde staten kunnen de subsidie-ontvanger bij een subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, een verplichting opleggen met betrekking tot het nemen van leerwerkplekken bij de uitvoering van de activiteit.

Artikel 13

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2012.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als:Uitvoeringsregeling Musea, Archieven en Monumenten Noord-Holland 2012.

Ondertekening

Haarlem, 24 april 2012.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J. W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Bijlage

Bijlage Archieven bij Uitvoeringsregeling

Musea, Archieven en Monumenten Noord-

Holland 2012

Archiefdiensten Noord-Holland

Regionaal Historisch Centrum Alkmaar,

Alkmaars Archief

Hertog Aalbrechtweg 5Postbus 9232

1800 GE ALKMAAR

Archief Hoogheemraadschap Amstel en Vecht

Spaklerweg 16Postbus 94370, 1090 GJ AMSTERDAM

Stadsarchief Amsterdam

Bezoekers: Vijzelstraat 32, 1017 HL AMSTERDAMDienstingang: Herengracht 482, 1017 CB

AMSTERDAM

Postadres: Postbus 51140, 1007 EC AMSTERDAM

Streekarchief voor het Gooi en de Vechtstreek

Oude Enghweg 23 (tijdelijk: Melkpad 26)

Postbus 9900

1201 GM HILVERSUM

Noord-Hollands Archief

lokatie Jansstraat 40

2011 RX HAARLEM

lokatie Kleine Houtweg 182012 CH HAARLEM

023-5172700

Stadsarchief Naarden en omstreken

Cattenhagestraat 8Postbus 5000

1410 AA NAARDEN

Waterlands Archief

Wielingenstraat 75Postbus 1880

1440 AD PURMEREND

Gemeentearchief Weesp

stadskantoor WeespNieuwstraat 70A

1380 GB WEESP

Westfries Archief

Blauwe Berg 5cPostbus 603

1620 AR HOORN

Gemeentearchief Zaanstad, tevens Oostzaan

Hoogstraat 341541 KZ KOOG A/D ZAAN

Toelichting

Toelichting op de Uitvoeringsregeling

Musea, Archieven en Monumenten

Noord-Holland 2012

Kader

Op basis van de Cultuurnota 2009-2012 en het

Collegeakkoord 2011-2015 gaat de Provincie Noord-

Holland in 2012 verder met investeren in haar

cultuur en cultureel erfgoed. De provincie heeft

€ 4 mln beschikbaar gesteld voor verbetering van

het museum-en archiefaanbod en het behoud

van rijksmonumenten met een brede publieke

toegankelijkheid. Cultuur en Cultureel erfgoed

worden gezien in relatie tot bevordering van het

ruimtelijk kwaliteitsbeleid, de economie en het

toerisme. Daarnaast zijn het bevorderen van de

werkgelegenheid en het vakmanschap in de

bouw-en restauratiemarkt belangrijke factoren.

Doelstelling

Met deze uitvoeringsregeling wil de provincie

eigenaren, beheerders en exploitanten van

musea en archieven en rijksmonumenten met

een brede publieke toegankelijkheid stimuleren

om te blijven investeren in verbetering van het

museum en archiefaanbod en het behoud van

rijksmonumenten met een brede publieksfunctie.

De provincie doet dit door middel van aanvullende

financieringsmogelijkheden, de zogenaamde

‘financiële sluitstenen’.

Teneinde de beschikbare provinciale middelen

over zo veel mogelijk projecten te kunnen verdelen

rangschikt de provincie de aanvragen die

aan alle criteria voldoen op de percentuele hoogte

van de gevraagde subsidie in relatie tot de investering.

De provincie rangschikt deze aanvragen

in een tender. Hoe lager dit percentage hoe hoger

de rangschikking in de tender De rangschikking

is alleen van invloed op de honorering indien het

subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen

te honoreren.

Omdat de provincie wil dat haar financiële

sluitstenen bijdragen aan de uitvoering van

projecten – gehonoreerde aanvragen moeten

binnen binnen zes maanden in staat zijn te

gunnen – dienen deze projecten uitvoeringsgereed

te zijn. Dat wil zeggen dat de aanvrager

beschikt over minimaal 50% van de benodigde

financiering en dat de benodigde vergunningen

onherroepelijk zijn.