Regeling vervallen per 01-01-2016

Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

gelet op artikel 1, lid 3, van de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2009;

overwegende dat het gewenst is om met een Uitvoeringsregeling Woonvisie te investeren in de afstemming van vraag en aanbod op de woningmarkt, in de mate waarin voorzieningen in de woonomgeving aansluiten bij de vraag van bewoners en in de duurzaamheid van het woningaanbod en de woonomgeving, ten einde uitvoering te geven aan de Provinciale Woonvisie ‘Goed Wonen in Noord-Holland’ 2010-2020 en de daarin genoemde doelstellingen;

besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011

Artikel 1

Subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt aan de Stadsregio Amsterdam, het Gewest Gooi en Vechtstreek en gemeenten in Noord-Holland.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • 1.

    activiteiten die aansluiten bij de afspraken in het door de regio en door gedeputeerde staten vastgestelde Regionale Actieprogramma;

  • 2.

    het opstellen van een plan van aanpak voor het Regionale Actieprogramma 2016-2020;

  • 3.

    het opstellen van het Regionale Actieprogramma 2016-2020.

Artikel 2a

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 3

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    niet alle gemeenten in de regio die het Regionaal Actieprogramma hebben vastgesteld, met de activiteit hebben ingestemd;

  • b.

    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten financieel niet haalbaar is;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op grondaankoop;

  • d.

    de activiteit kosten betreft voor het opstellen van een onderbouwing om te bouwen buiten het Bestaand Bebouwd Gebied als bedoeld in artikel 9 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie;

  • e.

    de activiteit kosten betreft voor het maken of actualiseren van regulier beleid;

  • f.

    de activiteit bestaat uit het verstrekken van leningen of het doen verstrekken van leningen, waar onder begrepen het oprichten van een fonds waaruit leningen worden verstrekt of het doen van een storting in een fonds waaruit leningen worden verstrekt.

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld, indien de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

Artikel 5

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag door ons worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid.

  • 5. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een formulier vast.

  • 6. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de in het eerste en vierde lid genoemde aanvragen.

Artikel 6

  • 1. De subsidie bedraagt 80% van de kosten.

  • 2. Indien de activiteit op grond van een andere uitvoeringsregeling wordt gesubsidieerd of er voor de activiteit een investeringsbudget op grond van de Verordening stedelijke vernieuwing Noord-Holland 2011 is verleend, wordt het subsidiebedrag zodanig berekend dat het totaal aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van de totale projectkosten.

  • 3. Indien de subsidie minder dan € 5.000,- bedraagt, wordt de subsidie alsnog geweigerd.

Artikel 7

Gedeputeerde staten stellen per regio een subsidieplafond vast.

Artikel 8

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht om:

    • a.

      binnen 3 jaar na ontvangst van de subsidieverlening de activiteit te hebben afgerond.

    • b.

      Indien de activiteit betrekking heeft op fysieke werkzaamheden, de opdracht binnen 9 maanden na ontvangst van de subsidieverlening te gunnen.

Artikel 9

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 januari 2016.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011.

Ondertekening

Haarlem, 12 juli 2011.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
T.Kampstra, wnd. provinciesecretaris.

Toelichting bij Uitvoeringsregeling Woonvisie Noord-Holland 2011

Context

In juni 2010 zijn de ‘Structuurvisie Noord-Holland 2040. Kwaliteit door veelzijdigheid’ en de ‘Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie’ vastgesteld. Hieraan is onder andere uitvoering gegeven met de ‘Provinciale Woonvisie Goed Wonen in Noord-Holland 20102020’. Om aan de Provinciale Woonvisie uitvoering te geven, zijn onder andere twee instrumenten voorhanden: de Regionale Actieprogramma’s Wonen en het Woonfonds. Het Woonfonds bedraagt in elk geval 6 miljoen euro en is bedoeld voor realisatie van de afspraken die zijn opgenomen in de Regionale Actieprogramma’s. Ook wil de provincie regionale afstemming bevorderen.

Artikel 1

De regeling is bedoeld voor de Noord-Hollandse regio’s met een Regionaal Actieprogramma. Dit zijn: Gooi en Vechtstreek, Stadsregio Amsterdam, Zuid-Kennemerland/IJmond en Noord-Holland Noord (met daarin de drie subregio’s Alkmaar, West-Friesland en Kop van Noord-Holland). Omdat juridisch gezien alleen de eerste twee een regionaal orgaan hebben en de andere regio’s geen juridische status hebben, worden het Gewest Gooi en Vechtstreek en de Stadsregio Amsterdam apart genoemd en zijn verder de afzonderlijke Noord-Hollandse gemeenten als mogelijke subsidieaanvrager onderscheiden. Alleen gemeenten die het Regionale Actieprogramma van de regio waartoe zij behoren hebben vastgesteld, komen in aanmerking voor subsidie. Omdat regionale afstemming een voorwaarde is, zullen de aanvragen in praktijk door alle gemeenten die het Regionale Actieprogramma vastgesteld hebben, gedragen worden en door één (centrum)gemeente ingediend worden.

Dat alle gemeenten die het Regionale Actieprogramma hebben vastgesteld, daadwerkelijk instemmen met de subsidieaanvraag, moet blijken uit de verslaglegging van de regionale bestuurlijke overleggen (deze dient als bijlage bij de aanvraag te worden opgenomen).

De volgende regio’s worden onderscheiden met daarin de volgende gemeenten:

Kop van Noord-Holland

Texel, Den Helder, Zijpe, Schagen, Harenkarspel, Anna Paulowna, Wieringen, Wieringermeer, Niedorp (de laatste vier vormen vanaf 1 januari 2012 de gemeente ‘Hollands Kroon’).

West-Friesland

Opmeer, Medemblik, Enkhuizen, Stede Broec, Drechterland, Hoorn, Koggenland.

Regio Alkmaar

Bergen, Langedijk, Heerhugowaard, Alkmaar, Schermer, Heiloo, Castricum, Graft-De Rijp.

Stadsregio Amsterdam

Beemster, Zeevang, Wormerland, Purmerend, Edam-Volendam, Zaanstad, Oostzaan, Landsmeer, Waterland, Amsterdam, Haarlemmermeer, Aalsmeer, Uithoorn, Amstelveen, Ouder-Amstel, Diemen.

Zuid-Kennemerland/IJmond

Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Bloemendaal, Haarlemmerliede en

Spaarnwoude, Haarlem, Zandvoort, Heemstede.

Gooi en Vechtstreek

Muiden, Weesp, Naarden, Bussum, Huizen, Blaricum, Laren, Hilversum, Wijdemeren.

Artikel 2

Voorbeelden van activiteiten zijn:

  • onderzoek naar manieren waarop het best omgegaan kan worden met regionale thema’s/knelpunten, zoals vergrijzing of stagnerende doorstroming;

  • onderzoek naar mogelijkheden voor transformatie van de bestaande voorraad, ontwikkeling rondom OV-knooppunten, duurzaam bouwen, wonen boven winkels;

  • het opzetten of organiseren van procesmanagement, zoals het opzetten van een communicatiesysteem, het opzetten van een duurzaamheidsloket of het begeleiden van een nieuwe werkwijze;

  • fysieke ingrepen, zoals het verbouwen of opplussen van woningen voor een in de Provinciale Woonvisie onderscheiden doelgroep (starters, senioren of zorgvragers), bijvoorbeeld met als doel de woningen levensloopbestendig, duurzaam of toegankelijk voor rolstoelgebruikers te maken.

Artikel 3d

Onder Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) wordt gebied met bestaande bebouwing verstaan zoals is bedoeld in de ‘Structuurvisie Noord-Holland 2040. Kwaliteit door veelzijdigheid’ en de ‘Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie’ en zoals aangegeven op de bijbehorende kaart en de webviewer van provincie Noord-Holland. Deze webviewer is te vinden via http://gis.noord-holland.nl/structuurvisie2040/.

Artikel 3e

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien de activiteit kosten betreft voor het maken of actualiseren van regulier beleid. Hiermee wordt bedoeld dat het maken van een regionale woonvisie of van een regionale huisvestingsverordening, het doen van een regionaal woningbehoeftenonderzoek of uitvoering van andere taken die tot reguliere taken van gemeenten behoren, niet wordt gesubsidieerd. De activiteit dient nieuw te zijn voor de regio en niet een taak te zijn die verplicht is.

Artikel 4

Om een zekere mate van vernieuwendheid van de activiteit voor de regio te waarborgen, dient de activiteit nog niet gestart te zijn, voordat de aanvraag is ontvangen.

Artikel 6.1

Er dient sprake te zijn van cofinanciering door de gemeenten in de regio, marktpartijen of andere partijen. Dit dient aangetoond te worden bij de subsidieaanvraag.

Artikel 7

Per openstellingsperiode wordt per regio een subsidieplafond vastgesteld. Voor dat budget kan de regio projecten indienen, waarmee alle gemeenten in die regio (die het Regionale Actieprogramma hebben vastgesteld) instemmen als bewijs van regionale afstemming. De projecten dienen bij te dragen aan realisatie van de afspraken die de regio heeft gemaakt in het Regionale Actieprogramma.

Artikel 9.2

De regeling geldt tot en met 31 maart 2013. Voor de tweede helft van de eerste RAP-periode (die de jaren 2011-2015 beslaat) zal een nieuwe/aangepaste Uitvoeringsregeling Woonvisie worden opgesteld.