Uitvoeringsregeling subsidie bio-energie uit landschapsbeheer Noord-Holland 2012

1. Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

2. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

• a.

  een begroting van de kosten van de activiteit;

• b.

  een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

• c.

  een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

• d.

  een overzicht van de partijen waarmee samen gewerkt wordt.

1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag op 8 maart 2012 is ontvangen.

2. Een aanvraag om subsidie die na de in het vorige lid genoemde datum wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na 8 maart 2012.

1. Subsidie wordt verstrekt voor:

• 1.

  Onderzoekskosten;

• 2.

  Investeringskosten.

2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

• 1.

  Procesbegeleiding;

• 2.

  Overhead.

1. De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 50.000,-

2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op een prioriteitenlijst gerangschikt.

2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

• a.

  de financiële, technische, organisatorische en juridische haalbaarheid van het project;

• b.

  de bijdrage van het project aan de productie van duurzame energie of CO-2 emissiereductie;

• c.

  de bijdrage van het project aan verduurzaming door het lokaal sluiten van ketens;

• d.

  de mate van samenwerking binnen de keten;

• e.

  de toepasbaarheid van het project.

3. Per criterium kan tussen de 0 en 10 punten worden behaald.

4. Het in het tweede lid, onder a genoemde criterium heeft een wegingsfactor van 30%. De criteria genoemd onder b. en onder e. hebben een wegingsfactor van 20%. De criteria genoemd onder c. en onder d. hebben een wegingsfactor van 15%.

5. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

6. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

2. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

3. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.