Regeling vervallen per 07-02-2018

Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling 2010

Geldend van 24-07-2010 t/m 06-02-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling 2010

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    CAP:

    Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies.

  • b.

    ambtenaar:

    degene die door Gedeputeerde Staten is aangesteld om in de openbare dienst van de Provincie werkzaam te zijn (artikel A.1.a van de CAP).

  • c.

    leidinggevende:

    degene die volgens de mandaatregeling personeelsbesluiten bevoegd is om beslissingen te nemen op het gebied van opleidingen.

  • d.

    opleiding/studie:

    een gestructureerde leeractiviteit, die past in het algemeen opleidingsplan van de provincie N-H (artikel F.10 van de CAP).

  • e.

    verplichte opleiding:

    opleiding die de leidinggevende nodig acht voor het goed kunnen vervullen van de huidige functie van de ambtenaar, conform artikel F.9 van de CAP.

  • f.

    niet-verplichte opleiding:

    opleiding die de ambtenaar wenst te volgen in het kader van een toekomstige functie, conform artikel F.10 van de CAP.

  • g.

    opleidingskosten:

    de in het kader van de opleiding gemaakte onkosten, zijnde:

    • 1.

      les- en examengelden;

    • 2.

      inschrijfgelden voor het volgen van lessen;

    • 3.

      kosten van verplicht voorgeschreven publicaties;

    • 4.

      kosten van door de studieleiding noodzakelijk geachte excursies;

    • 5.

      reis- en verblijfskosten, gemaakt voor het volgen van lessen en het afleggen van examens buiten de woonplaats.

  • h.

    studieverlof:

    tijd om een opleiding te volgen, met behoud van bezoldiging; bepalend hiervoor zijn de studiebelastinguren die een opleidingsinstituut hanteert voor de betreffende opleiding.

  • i.

    Studiebelastinguren:

    het aantal uren dat je maximaal per jaar nodig hebt om de opleiding te kunnen volgen, op aangeven van het opleidingsinstituut.

Artikel 2 Verantwoordelijkheden

Opleiding en ontwikkeling zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ambtenaar en de leidinggevende. Hierover worden in goed overleg tussen hen afspraken gemaakt die worden ingepast in het geheel van afspraken die in het jaarlijkse planningsgesprek worden gemaakt. Het initiatief tot het maken van afspraken kan uitgaan van zowel de leidinggevende als de ambtenaar.

Hoofdstuk 2 Verplichte en niet-verplichte opleidingen

Artikel 3 Verplichte opleidingen: vergoeding opleidingskosten

Indien een ambtenaar verplicht is de opleidingen te volgen die gedeputeerde staten voor hem noodzakelijk achten in het belang van de dienst (artikel F.9 van de CAP) worden de opleidingskosten die zijn verbonden aan het volgen van deze opleidingen ten laste gebracht van de provincie.

Dit betreft met name opleidingen die vereist zijn voor het vervullen van de huidige functie. Ook betreft dit opleidingen die nodig zijn om een andere (passende) functie te vervullen die de ambtenaar is opgedragen in het kader van bijvoorbeeld een reorganisatie of werkzaamheden in algemene dienst.

Artikel 4 Verplichte opleidingen: toekenning studieverlof

Voor het bijwonen van de lessen en het deelnemen aan (deel)examens en tentamens in werktijd wordt de ambtenaar studieverlof met behoud van bezoldiging verleend. Ingeval de lessen buiten de werktijd plaatsvinden wordt studieverlof toegekend op grond van de daadwerkelijke lestijd tot maximaal 10 uur per dag, ongeacht de normale werktijd. Reistijd valt hierbuiten.

Artikel 5 Niet-verplichte opleidingen: vergoeding opleidingskosten

Indien een ambtenaar een opleiding volgt die niet vereist is binnen de huidige functie, maar wel past binnen het kader van het algemene opleidingsplan en het daarvoor beschikbare budget, worden de kosten die zijn verbonden aan het volgen van deze opleidingen ten laste gebracht van de provincie. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen een voltijder en een deeltijder.

Artikel 6 Niet-verplichte opleidingen: toekenning studieverlof

De opleiding geschiedt zoveel mogelijk in eigen tijd van de ambtenaar. Hiervoor kunnen de ambtenaar en zijn leidinggevende aangepaste afspraken maken over noodzakelijke aanpassing van de werktijden, inzet van algemeen verlof en/of roostervrije tijd e.d.

Onder omstandigheden kan de leidinggevende ook tijd beschikbaar stellen in de vorm van verlof met behoud van bezoldiging. Daartoe kan aanleiding zijn vanwege de zwaarte van de opleiding, op grond van persoonlijke omstandigheden of de door beide partijen gevoelde noodzaak om een medewerker om te scholen.

De leidinggevende beslist hierover.

Indien de studiebelastinguren van de betreffende opleiding uitstijgen boven 160 uur per jaar, kan het meerdere als studieverlof worden aangemerkt, tot een maximum van 160 uur per jaar.

Hoofdstuk 3 Vastleggen van afspraken

Artikel 7 Algemene afspraken

De afspraken over te volgen opleidingen, zowel voor de verplichte als voor de niet-verplichte opleidingen worden vastgelegd in het werkplan/planningsgesprek van de ambtenaar, zoals beschreven in de Regeling jaargesprekken.

Dit betreft afspraken over:

  • ·

    de keuze van de opleiding en het instituut waar de opleiding zal worden gevolgd;

  • ·

    de vergoeding van opleidingskosten;

  • ·

    de toekenning van studieverlof;

  • ·

    begeleiding door de leidinggevende;

  • ·

    andere voorwaarden die faciliterend zijn aan het volgen van de opleiding.

Artikel 8 Specifieke afspraken: terugbetalingsverplichting

Bij niet-verplichte opleidingen worden specifieke afspraken gemaakt over wat de consequenties zijn van voortijdige beëindiging of onderbreking van de opleiding of ontslag. De verklaring van de ambtenaar dat hij bereid is zich aan de terugbetalingsverplichting te houden vormt een integraal onderdeel van de afspraken over opleidingen, zoals vastgelegd in het werkplan/planningsgesprek.

Er is sprake van een terugbetalingsverplichting indien:

  • a.

    de opleiding voortijdig wordt beëindigd zonder het behalen van het beoogde diploma wegens omstandigheden die aan schuld of toedoen van de ambtenaar te wijten zijn;

  • b.

    aan de ambtenaar vóór de beëindiging van de opleiding of binnen een jaar ná de datum van beëindiging van de opleiding ontslag wordt verleend wegens omstandigheden die aan zijn schuld of toedoen te wijten zijn.

De aanwezigheid van schuld of toedoen van de ambtenaar is ter beoordeling van de leidinggevende.

Er geldt geen terugbetalingsverplichting indien het ontslag geschiedt met recht op wachtgeld, FPU of direct ingaand pensioen.

Hoofdstuk 4 Administratieve afhandeling vergoeding opleidingskosten

Artikel 9 Betaling

De uitbetaling van opleidingskosten geschiedt nadat de inkoop van de opleiding heeft plaatsgevonden volgens de binnen de Provincie gebruikelijke inkoopprocedure.

Dit betekent dat de les- en examengelden door de Provincie rechtstreeks aan de studieleiding worden betaald.

De uitbetaling van de gemaakte reiskosten voor het volgen van de lessen en het afleggen van examens, vindt plaats op basis van de vigerende vergoedingsregeling voor reiskosten gemaakt in het kader van dienstreizen. Ook verblijfskosten worden vergoed tot een maximum van de gehanteerde bedragen, zoals vernoemd in de in vorige alinea genoemde regeling.

Artikel 10 Uitvoering terugbetalingsverplichting

Indien artikel 8 sub b. van deze regeling van toepassing is dient een gedeelte van de tegemoetkoming in de studiekosten te worden terugbetaald en wel zodanig, dat voor iedere volle maand, die ontbreekt aan genoemde periode van één jaar 1/12 van de tegemoetkoming dient te worden terugbetaald.

De leidinggevende is bevoegd met de ambtenaar een terugbetaling in termijnen overeen te komen.

Hoofdstuk 5 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

In gevallen, waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, kunnen gedeputeerde staten, voor zover nodig in afwijking van de in deze regeling gestelde voorschriften, ten gunste van de belanghebbende incidenteel voorzieningen treffen.

Artikel 12 Intrekking oude regeling.

Met ingang van 1 juli 2010 vervalt de Regeling inzake studiefaciliteiten 1991.

Artikel 13 Overgangsrecht

In 2009 toegekende studiefaciliteiten ten behoeve van een opleiding die start in 2009 maar doorloopt in 2010, blijven geldig onder de voorwaarden van de Regeling inzake studiefaciliteiten 1991.

Artikel 14 Inwerkingtreding.

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op de dag na uitgifte van het provinciaal blad waarin hij is geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2010.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling 2010.

Ondertekening

Haarlem 15 juli 2010.
Namens gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.