Regeling vervallen per 31-07-2013

Uitvoeringsregeling regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012

Geldend van 06-07-2012 t/m 30-07-2013

Intitulé

Uitvoeringsregeling regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Uitvoeringsregelig regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012

Artikel 1

In deze uitvoeringsregeling worden de volgende regio’s in de provincie Noord-Holland onderscheiden:

  • a.

    Kop van Noord-Holland: de gemeenten Den Helder, Zijpe, Schagen, Harenkarspel, Hollands Kroon en Texel;

  • b.

    West-Friesland: de gemeenten Hoorn, Enkhuizen, Koggenland, Drechterland, Opmeer, Stede Broec en Medemblik;

  • c.

    Noord-Kennemerland: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-de-Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer;

  • d.

    Zuid-Kennemerland: de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal;

  • e.

    Midden-Kennemerland: de gemeenten Heemskerk, Velsen, Uitgeest en Beverwijk;

  • f.

    Gooi en Vechtstreek: de gemeenten Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Weesp, Bussum, Laren. Blaricum, Naarden en Muiden.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor een van de volgende activiteiten die in samenwerking met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, minimaal een Instelling voor Jeugd-en Opvoedhulp en minimaal een eerstelijns jeugdhulpinstelling worden verricht:

  • a.

    de ontwikkeling van een plan voor de toepassing van een werkwijze die integraal en in samenhang hulp aan gezinnen en kinderen aanbiedt;

  • b.

    de ontwikkeling van een plan voor de inzet van ambulante jeugdzorg zonder indicatie gericht op een beperking van het beroep op zwaardere geïndiceerde jeugdzorg;

  • c.

    het organiseren van nazorg in de regio tussen gemeenten, Jeugd-en Opvoedinstellingen en eerstelijns jeugdhulpinstellingen ten behoeve van jongeren die uit de jeugdzorg komen;

  • d.

    het uitbreiden van een op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011 gesubsidieerde activiteit als bedoeld onder a tot en met c of;

  • e.

    het inhuren van een projectleider die zich bezig houdt met (boven-)regionale samenwerking in het kader van de transitie jeugdzorg.

Artikel 3

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    een gemeente die namens meer dan de helft van de gemeenten in een regio een aanvraag indient;

  • b.

    een openbaar lichaam waarin alle gemeenten uit de regio deelnemen.

Artikel 4

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,-gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een overzicht van de bij de aanvraag betrokken gemeenten en andere deelnemers aan het project;

  • b.

    een beschrijving van de met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, de Instelling voor Jeugd en Opvoedhulp en de eerstelijns Jeugdhulpinstelling gemaakte afspraken over de samenwerking in het regionale project.

  • c.

    een projectplan waarin is opgenomen eenbeschrijving van de activiteit, de wijze waarop de activiteit zal worden verricht, de doelstelling, het beoogde resultaat, het verband tussen de uit te voeren activiteit en het beoogde resultaat, de efficiencyverbetering die deze activiteit op zal leveren, een realistische planning van de activiteit, een begroting en een bestedingsplan;

  • d.

    een tussenevaluatie of een voortgangsrapportage indien de aanvraag ziet op het uitbreiden van een van de activiteiten genoemd in artikel 2.

Artikel 7

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk 28 september 2012 is ontvangen.

  • 2. Per regio kan slechts één aanvraag om subsidie worden ingediend voor een van de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 2.

Artikel 8

Het subsidieplafond bedraagt € 240.000,-.

Artikel 9

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag door ons worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 10

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit betrekking heeft op hulpverlening in het gedwongen kader;

  • b.

    subsidie is verstrekt voor dezelfde activiteit op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011.

Artikel 11

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    ontwikkelings-en begeleidingskosten;

  • b.

    kosten voor onderzoek en monitoring;

  • c.

    kosten voor externe deskundigen;

  • d.

    communicatiekosten;

  • e.

    kosten voor kennisoverdracht, en:

  • f.

    kosten voor inhuur van een projectleider.

Artikel 12

De subsidie bedraagt 90 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 40.000,-.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    de activiteit voor 1 juli 2014 af te ronden;

  • b.

    indien de subsidie wordt verstrekt voor een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel a of b, een in overeenstemming met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland opgestelde beschrijving te overleggen waaruit blijkt hoe de risicotaxatie met betrekking tot de veiligheid van jongeren wordt uitgevoerd, welke partijen daarbij betrokken zijn en welke verantwoordelijkheden welke partij daarbij heeft.

  • c.

    indien de subsidie wordt verstrekt voor een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, in de beschrijving bedoeld in het vorige lid ook de afspraken ten aanzien van de activiteit in 2011 op te nemen.

Artikel 14

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Een aanvraag om vaststelling bevat tenminste een verslag over of en de mate waarin de activiteit geleid heeft tot de verbetering van efficiency in de hulp aan jeugd of de beoogde resultaten zijn behaald.

  • 3. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 4. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

  • 5. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 15

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. De Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011 wordt ingetrokken.

  • 3. Deze regeling vervalt op 31 juli 2013.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012.

Ondertekening

Haarlem 26 juni.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Toelichting bij de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012

Algemeen

Gedeputeerde staten hebben in de Provinciale Transitieagenda Jeugdzorg vastgesteld dat zij ruimte willen bieden voor experimenten in het jeugdzorgbeleid. Het gaat daarbij nadrukkelijk om projecten onder de regie van gemeenten. Ruimte om te experimenteren met regionale projecten moet mogelijkheden bieden aan gemeenten om voor te sorteren op de transitie, gericht op een nieuw en efficiënter stelsel. De onderwerpen waarop geëxperimenteerd kan worden (toepassing van een werkwijze die hulp aan gezinnen en kinderen in samenhang aanbiedt, ambulante hulpverlening zonder indicatie en nazorg) zijn dezelfde onderwerpen als in de Uitvoeringsregeling regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011. De regio’s kunnen kiezen om hun in 2011 gestarte project in 2012 uit te breiden, of in 2012 een project te starten op een van de andere bovenstaande onderwerpen. Nieuw aan de regeling ten opzichte van vorig jaar is dat men in 2012 ook kan kiezen om de middelen in te zetten voor het inhuren van een projectleider die zich bezig houdt met (boven) regionale samenwerking in het kader van de transitie jeugdzorg.

Het doel van de uitvoeringsregeling is efficiencyverbetering in de organisatie van hulpverlening. Daarom dient bij de subsidieaanvraag aangegeven te worden welke efficiencyverbetering deactiviteit op zal leveren. Bij het verzoek tot vaststelling dient aangetoond te worden welke verbetering van efficiency in de hulp aan jeugd behaald is met de uitgevoerde activiteit.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

De Jeugd-en Opvoedhulpinstellingen in Noord-Holland zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2012. Daarin is ook vermeld in welke regio deze instellingen werken.

Artikel 3

Onder een meerderheid van gemeenten verstaan wij de helft van alle gemeenten plus één binnen een regio. Bijvoorbeeld: bij een regio met 7 gemeenten moeten minimaal 4 gemeenten de aanvraag ondersteunen.

Artikel 5

Bij regionale projecten die erop gericht zijn ambulante hulp zonder indicatie te ontwikkelen is een plan noodzakelijk om te voorzien in de risicotaxatie met het oog op de veiligheid van kinderen. Hiervoor moet een beroep worden gedaan op het experimenteerartikel in de Wet op de jeugdzorg. Essentieel is dan dat er een plan is opgesteld met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZ) hoe de procedure verloopt als er geen indicatie door BJZ wordt gesteld, hoe en door welke instantie er wordt doorverwezen naar jeugdzorg, hoe BJZ hier nog bij is betrokken (bijvoorbeeld mandatering, advies, deskundigheidsbevordering) en hoe toezicht wordt gehouden op de veiligheid van kinderen (risicotaxatie).