Regeling vervallen per 18-04-2013

Gedragscode voor statenleden, duocommissieleden, gedeputeerden en de commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland

Geldend van 10-03-2011 t/m 17-04-2013

Intitulé

Gedragscode voor statenleden, duocommissieleden, gedeputeerden en de commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland

Besluiten vast te stellen:

Gedragscode voor statenleden, duocommissieleden, gedeputeerden en de commissaris van de Koningin van de provincie Noord-Holland.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor statenleden, duocommissieleden, gedeputeerden en de commissaris van de Koningin van de provincie Noord Holland.

  • 2.

    Onder duocommissielid wordt verstaan: het door de voorzitter van provinciale staten benoemde en beëdigde (plaatsvervangende) commissielid, dat bij de vorige statenverkiezingen wel verkiesbaar was maar niet in provinciale staten is gekozen.

  • 3.

    Onder nevenfunctie wordt verstaan een functie die bij een andere (publieke of private) rechtspersoon dan de provincie wordt vervuld.

  • 4.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt voor zoveel betreft statenleden en duocommissieleden bespreking plaats in een vergadering van het seniorenconvent en voor zoveel betreft gedeputeerden of de commissaris van de Koningin in een vergadering van gedeputeerde staten.

  • 5.

    De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

  • 6.

    Statenleden, duocommissieleden, gedeputeerden en de commissaris van de Koningin ontvangen na het vaststellen van de gedragscode en bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 7.

    Een statenlid, duocommissielid, gedeputeerde of de commissaris van de Koningin is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

  • 1. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een statenlid over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2. Een statenlid doet opgave van zijn persoonlijk bezit van een zeker belang in ondernemingen en organisaties waarmee de provincie zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 3. Een statenlid doet opgave van diens bezit van grond en voorgenomen vastgoedtransacties voor zover daarbij handelingen met de provincie gemoeid zijn. De opgave ligt onder geheimhouding bij het seniorenconvent tot aan het moment dat de transactie heeft plaatsgevonden. Daarna is de opgave openbaar en door derden te raadplegen.

  • 4. Een statenlid die familie of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de provincie Noord-Holland, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5. Een statenlid geeft ten behoeve van het openbaar maken van zijn q.q-functies aan voor welke organisatie de functies worden verricht en of de functies bezoldigd zijn.

  • 6. Een statenlid behoudt geen inkomsten uit een q.- (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van de provincie Noord-Holland.

  • 7. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een duocommissielid over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de advisering daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 8. 8 Een duocommissielid doet opgave van zijn persoonlijk bezit van een zeker belang in ondernemingen en organisaties waarmee de provincie zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 9. Een duocommissielid doet opgave van diens bezit van grond en voorgenomen vastgoedtransacties voor zover daarbij handelingen met de provincie gemoeid zijn. De opgave ligt onder geheimhouding bij het seniorenconvent tot aan het moment dat de transactie heeft plaatsgevonden. Daarna is de opgave openbaar en door derden te raadplegen.

  • 10. Een duocommissielid die familieof vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de provincie Noord-Holland, onthoudt zich van deelname aan de advisering over de betreffende opdracht.

  • 11. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een gedeputeerde over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 12. Een gedeputeerde doet opgave van zijn persoonlijk bezit van een zeker belang in ondernemingen en organisaties waarmee de provincie zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 13. Een gedeputeerde doet opgave van diens bezit van grond en voorgenomen vastgoedtransacties voor zover daarbij handelingen met de provincie gemoeid zijn. De opgave ligt onder geheimhouding bij het seniorenconvent tot aan het moment dat de transactie heeft plaatsgevonden. Daarna is de opgave openbaar en door derden te raadplegen.

  • 14. Een gedeputeerde die familie of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de provincie Noord-Holland, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 15. Een gedeputeerde geeft vooraf aan het seniorenconvent aan tot welk comité van aanbeveling hij voornemens is toe te treden. Zodra hij is toegetreden tot het comité van aanbeveling wordt die toetreding openbaar gemaakt.

  • 16. Een gedeputeerde geeft ten behoeve van het openbaar maken van zijn nevenfuncties en q.qfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht en of de functies bezoldigd zijn.

  • 17. Een gedeputeerde behoudt geen inkomsten uit een q.q-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). Voor een voltijdsbestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de provincie Noord-Holland.

  • 18. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de gedeputeerde (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentie verhoudingen.

  • 19. Een gedeputeerde vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 20. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van de commissaris van de Koningin over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 21. De commissaris van de Koningin doet opgave van zijn persoonlijk bezit van een zeker belang in ondernemingen en organisaties waarmee de provincie zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 22. De commissaris van de Koningin doet opgave van diens bezit van grond en voorgenomen vastgoedtransacties voor zover daarbij handelingen met de provincie gemoeid zijn. De opgave ligt onder geheimhouding bij het seniorenconvent tot aan het moment dat de transactie heeft plaatsgevonden. Daarna is de opgave openbaar en door derden te raadplegen.

  • 23. De commissaris van de Koningin die familie of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de provincie Noord-Holland, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 24. De commissaris van de Koningin geeft vooraf aan het seniorenconvent aan tot welk comité van aanbeveling hij voornemens is toe te treden. Zodra hij is toegetreden tot het comité van aanbeveling wordt die toetreding openbaar gemaakt.

  • 25. De commissaris van de Koningin geeft ten behoeve van het openbaar maken van zijn nevenfuncties en q.qfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht en of de functies bezoldigd zijn.

  • 26. De commissaris van de Koningin behoudt geen inkomsten uit een q.q-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). Verrekening vindt plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de provincie Noord-Holland.

  • 27. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de commissaris van de Koningin (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentie verhoudingen.

  • 28. De commissaris van de Koningin vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

Artikel 3 Informatie

  • 1. Een statenlid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2. Een statenlid houdt geen informatie achter.

  • 3. Een statenlid verstrekt aan derden geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 4. Een statenlid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 5. Een statenlid gaat verantwoord om met de emailen internetfaciliteiten van de provincie Noord-Holland.

  • 6. Een duocommissielid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 7. Een duocommissielid houdt geen informatie achter.

  • 8. Een duocommissielid verstrekt aan derden geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 9. Een duocommissielid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 10. Een duocommissielid gaat verantwoord om met de emailen internetfaciliteiten van de provincie Noord-Holland.

  • 11. Een gedeputeerde gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 12. Een gedeputeerde houdt geen informatie achter.

  • 13. Een gedeputeerde verstrekt aan derden geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 14. Een gedeputeerde maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 15. Een gedeputeerde gaat verantwoord om met de emailen internetfaciliteiten van de provincie Noord-Holland.

  • 16. De commissaris van de Koningin gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 17. De commissaris van de Koningin houdt geen informatie achter.

  • 18. De commissaris van de Koningin verstrekt aan derden geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 19. De commissaris van de Koningin maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 20. De commissaris van de Koningin gaat verantwoord om met de emailen internetfaciliteiten van de provincie Noord-Holland.

Artikel 4 Geschenken en diensten

  • 1. Een statenlid accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 2. Geschenken en giften die een statenlid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden door de fractievoorzitter in het seniorenconvent gemeld en geregistreerd.

  • 3. Geschenken en giften die een statenlid uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn eigendom van de provincie. Er wordt een provinciale bestemming voor gezocht.

  • 4. Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden door een statenlid niet geaccepteerd.

  • 5. Geschenken en giften worden niet op het thuisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een statenlid dit aan zijn fractievoorzitter, die dit in het seniorenconvent meldt waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 6. Een duocommissielid accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In adviessituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 7. Geschenken en giften die een duocommissielid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden door de fractievoorzitter in het seniorenconvent gemeld en geregistreerd.

  • 8. Geschenken en giften die een duocommissielid uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn eigendom van de provincie. Er wordt een provinciale bestemming voor gezocht.

  • 9. Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden door een duocommissielid niet geaccepteerd.

  • 10. Geschenken en giften worden niet op het thuisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een duocommissielid dit aan zijn fractievoorzitter, die dit in het seniorenconvent meldt waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 11. Een gedeputeerde accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 12. Geschenken en giften die een gedeputeerde uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden onder gebruikmaking van een meldingsformulier aan de provinciesecretaris gemeld.

  • 13. Geschenken en giften die een gedeputeerde uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn eigendom van de provincie. Er wordt een provinciale bestemming voor gezocht.

  • 14. Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden door een gedeputeerde niet geaccepteerd.

  • 15. Geschenken en giften worden niet op het thuisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een gedeputeerde dit in een plenaire vergadering van gedeputeerde staten, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 16. Een gedeputeerde maakt in een plenaire vergadering van gedeputeerde staten melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden waarvan hij voornemens is gebruik te maken.

  • 17. De commissaris van de Koningin accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 18. Geschenken en giften die de commissaris van de Koningin uit hoofde van zijn functie ontvangt worden door hem geregistreerd en aan de provinciesecretaris gemeld.

  • 19. Geschenken en giften die de commissaris van de Koningin uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn eigendom van de provincie. Er wordt een provinciale bestemming voor gezocht.

  • 20. Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden door de commissaris van de Koningin niet geaccepteerd.

  • 21. Geschenken en giften worden niet op het thuisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt de commissaris van de Koningin dit in de plenaire vergadering van gedeputeerde staten, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 22. De commissaris van de Koningin maakt in de plenaire vergadering van gedeputeerde staten melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden waarvan hij voornemens is gebruik te maken.

Artikel 5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen

  • 1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een statenlid is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 2. Een statenlid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 3. Gebruik van provinciale eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is voor statenleden niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een computer c.a. die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 4. Een statenlid dat het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de statengriffier. De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname naar het oordeel van de griffier van belang is in verband met de vervulling van het statenlidmaatschap. Een statenlid dat uit hoofde van zijn functie is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van een derde en het voornemen heeft daarvan gebruik te maken, heeft vooraf toestemming nodig van zijn of haar fractievoorzitter. Het provinciaal belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het seniorenconvent wordt van de besluitvorming door de fractievoorzitter onverwijld op de hoogte gesteld.

  • 5. Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de provincie is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is in beginsel toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 6. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een duocommissielid is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 7. Een duocommissielid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 8. Gebruik van provinciale eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is voor duocommissieleden niet toegestaan.

  • 9. Een duocommissielid dat uit hoofde van zijn functie is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van een derde en het voornemen heeft daarvan gebruik te maken, heeft vooraf toestemming nodig van zijn of haar fractievoorzitter. Het provinciaal belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het seniorenconvent wordt van de besluitvorming door de fractievoorzitter onverwijld op de hoogte gesteld.

  • 10. Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de provincie is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is in beginsel toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 11. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een gedeputeerde is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 12. Een gedeputeerde declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 13. In geval van twijfel omtrent een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door een gedeputeerde, wordt dit voorgelegd aan de provinciesecretaris en zonodig ter besluitvorming aan gedeputeerde staten voorgelegd.

  • 14. Gebruik van provinciale eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is voor gedeputeerden niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een mobiele telefoon en computer c.a. die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 15. Een gedeputeerde die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van een derde, heeft vooraf toestemming nodig van gedeputeerde staten. Het provinciaal belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Provinciale staten ontvangen kort na de buitenlandse reis of het werkbezoek daarvan het verslag.

  • 16. Een gedeputeerde meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in een plenaire vergadering van gedeputeerde staten en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan. De fractievoorzitters van de politieke fracties worden over voorgenomen buitenlandse reizen en werkbezoeken van een gedeputeerde geïnformeerd door toezending van het desbetreffende onderdeel uit de GS-besluitenlijst.

  • 17. Het ten laste van de provincie meereizen van de partner van een gedeputeerde naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de provincie daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 18. Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de provincie is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is in beginsel toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 19. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis-en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de gedeputeerde.

  • 20. Gedeputeerde staten kunnen bepalen dat gedeputeerden voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto met chauffeur en dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer en voor de uitoefening van nevenfuncties.

  • 21. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. De commissaris van de Koningin is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 22. De commissaris van de Koningin declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 23. In geval van twijfel omtrent een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door de commissaris van de Koningin wordt dit voorgelegd aan de provinciesecretaris en zonodig ter besluitvorming aan gedeputeerde staten voorgelegd.

  • 24. Gebruik van provinciale eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is voor de commissaris van de Koningin niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een mobiele telefoon en computer c.a. die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 25. De commissaris van de Koningin die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van een derde, heeft vooraf toestemming nodig van gedeputeerde staten. Het provinciaal belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Provinciale staten ontvangen kort na de buitenlandse reis of het werkbezoek daarvan het verslag.

  • 26. De commissaris van de Koningin meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in een plenaire vergadering van gedeputeerde staten en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan. De fractievoorzitters van de politieke fracties worden over voorgenomen buitenlandse reizen en werkbezoeken van de cvdK geïnformeerd door toezending van het desbetreffende onderdeel uit de GS-besluitenlijst.

  • 27. Het ten laste van de provincie meereizen van de partner van de commissaris van de Koningin naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de provincie daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 28. Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de provincie is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is in beginsel toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 29. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis-en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de commissaris van de Koningin.

  • 30. Gedeputeerde staten kunnen bepalen dat de commissaris van de Koningin voor zijn dienstreizen gebruik maakt van een dienstauto met chauffeur en dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer en voor de uitoefening van nevenfuncties.

Ondertekening

Heiloo, 17 november 2008
Provinciale Staten van Noord-Holland
H.C.J.J. Borghouts, voorzitter.
Mw. C.A. Peters, griffier.

TOELICHTING

Algemeen

Na het gemeenschappelijke onderdeel algemene bepalingen is ervoor gekozen om per categorie provinciale (politieke) functievervullers te weten statenleden, duocommissieleden, de gedeputeerden en de cvdK, rubrieksgewijs aan te geven welke bijzondere bepalingen op hen van toepassing zijn. De gedragscode gaat verder dan de Provinciewet verlangt door ook een aantal bepalingen van toepassing te verklaren op duocommissieleden. Doordat duocommissieleden volwaardig meedraaien op commissieniveau en door hun gegroeide aantal1) is er reden om ook op hen, zij het beperkt, bepalingen van toepassing te verklaren. Na het vaststellen door PS van de gedragscode zal deze openbaar worden gemaakt (opname in Provinciaal Blad, plaatsing op internet, opname in onder statenleden te verspreiden pocketuitgave “Provinciewet en provinciale reglementen en verordeningen”. De inhoud van de gedragscode is niet voorgeschreven. Qua rechtskarakter is de gedragscode een interne regeling die bij schending afhankelijk van de ernst van politiekmorele betekenis is. Er is al landelijke en provinciale weten regelgeving die integriteitsbepalingen voor politieke ambtsdragers bevat. Te denken valt met name aan de Provinciewet, de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten-en commissieleden Noord-Holland 2007 en het Reglement van Orde voor provinciale statencommissies in Noord-Holland 2007.

De basisnormen voor integriteit

In 2005 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen. Ten aanzien van de politieke ambtsdragers ging het daarbij om de volgende basisnormen:

•de organisatie beschikt over een gedragscode die goed kenbaar is voor betrokkenen (zie 1.5);

•er is een regeling voor de melding van financiële belangen (2.2 en 2.3, 2.8 en 2.9, 2.12 en 2.13 en 2.21 en 2.22);

• er wordt een overzicht van de gemelde nevenwerkzaamheden bijgehouden en geactualiseerd (2.5);

• vermeld wordt of nevenwerkzaamheden of q.q-.functies bezoldigd zijn (2.16 en 2.25);

• de gegevens over de nevenwerkzaamheden worden op een toegankelijke wijze openbaar gemaakt (provinciale website: 2.16 en 2.25);

• er worden maatregelen getroffen om te voorkomen dat onbevoegde derden gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen (3.1, 3.6, 3.11 en 3.16);

• voor het aannemen van geschenken en uitnodigingen is een regeling getroffen die tevens een meldplicht bevat voor het aannemen van geschenken en uitnodigingen (4.1 t/m 4.3 en 4.5, 4.6 t/m 4.8 en 4.10, 4.11 t/m 4.13 en 4.15, 4.17 t/m 4.19 en 4.21 en 4.16 en 4.22).

Belangenverstrengeling

Een statenlid, duocommissielid, gedeputeerde en de cvdK doen opgave van hun financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de provincie zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen (2.2, 2.3, 2.8, 2.9, 2.12, 2.13, 2.21 en 2.22). Het betreft hier ten opzichte van de huidige weten regelgeving een nieuwe bepaling. Deze basisnorm is uitgewerkt in een bepaling over het persoonlijk bezit van een zeker belang in ondernemingen en organisaties waarmee de provincie zakelijke betrekkingen onderhoudt en een bepaling over de opgave van het bezit van grond en voorgenomen vastgoedtransacties voor zover daarbij handelingen met de provincie gemoeid zijn. Het oog is hierbij gericht op financiële belangen van politieke functievervullers in ondernemingen die van betekenis zijn in relatie tot de omvang van de onderneming. Voorts moet de provincie een zakelijke relatie met die onderneming hebben en moet de provincie ten aanzien daarvan besluiten nemen. In de praktijk kan het risico van belangenverstrengeling optreden bij de advisering en besluiten over bijvoorbeeld aanbesteding, verwerving of verkoop van onroerend goed, ruimtelijke ordeningsplannen, subsidieverstrekking, garantstelling, steunverlening, verstrekking van leningen en verlening van adviesen onderzoeksopdrachten. Bij het melden van zekere financiële belangen kan het gaan om het bezit van effecten, vorderingsrechten, onroerend goed, bouwgrond alsook financiële deelnemingen in ondernemingen e.d.

Een gedeputeerden en de cvdK geven vooraf aan het seniorenconvent aan (karakter: kennisgeving) tot welk comité van aanbeveling zij voornemens zijn toe te treden (2.15 en 2.24). Een comité van aanbeveling is geen nevenfunctie. Bij een comité van aanbeveling leent de gedeputeerde en de cvdK zijn of haar (goede)

naam en worden er daarnaast geen activiteiten ontplooid. Een comité van aanbeveling zet zich veelal in om een bepaald maatschappelijk doel te verwezenlijken. Een gedeputeerde en de cvdK geven t.b.v. het openbaar maken van hun nevenfuncties en q.q-functies aan voor elke organisaties de functies worden verricht en of de functies bezoldigd zijn (2.16 en 2.25). Op de provinciale website staan de andere functies van de leden van PS en de nevenfuncties van de gedeputeerden en de cvdK vermeld. Kennisneming van de website leert, dat niet alle leden van PS andere functies en q.qfuncties vervullen en daarbij niet het tijdsbeslag is aangegeven en of het betaalde of onbetaalde q.q.functies

zijn. Bij een statenlid wordt niet gesproken van een nevenfunctie maar van een andere functie. Het statenlidmaatschap is op zichzelf een nevenen parttime functie die doorgaans wordt vervuld naast een fulltime functie. Die fulltime functie is dan ten opzichte van het statenlidmaatschap een andere functie. Aan de hand van de volgende criteria kan worden bepaald of een nevenfunctie een q.qfunctie is: a er is een aantoonbaar belang van de provincie dat de nevenfunctie door een politieke ambtsdrager wordt vervuld. Hij bekleedt in dat geval de nevenfunctie uit hoofde van het ambt en behartigt (in)direct de belangen van de provincie. de nevenfunctie is gekoppeld aan de inhoud en de duur van het politieke ambt. Bij beëindiging van het politieke ambt moet de nevenfunctie ook worden neergelegd. Een gedeputeerde en de cvdK vervullen geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie (1.3). De Provinciewet kent afzonderlijke bepalingen over nevenfuncties voor leden van PS2), voor gedeputeerden3) en de cvdK4). De strengste bepaling geldt voor de cvdK. In plaats van het ter 2) Artikel 11 luidt: 1 De leden van provinciale staten maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van provinciale staten zij vervullen. 2 Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het eerste lid bedoelde functies op het provinciehuis. 3) Artikel 40b luidt: 1 Een gedeputeerde vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn ambt als gedeputeerde. 2 Een gedeputeerde meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan provinciale staten. 3 Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op gedeputeerden. 4) Artikel 66 luidt: 1 De commissaris vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van het ambt van commissaris of op de handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. 2 De commissaris meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie, anders dan uit hoofde van het ambt van commissaris, aan provinciale staten. 3 De commissaris maakt openbaar welke nevenfuncties hij, anders dan uit hoofde van het ambt van commissaris, vervult. inzage leggen van een opgave van de nevenfuncties

op het provinciehuis volstaat ook vermelding op de website. Zowel de gedeputeerden als de cvdK dienen een voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie aan PS te melden. De wet geeft niet precies aan wat onder een nevenfunctie moet worden verstaan. Een nevenfunctie is elke andere functie dan het lidmaatschap van het bestuursorgaan waartoe men behoort (PSlid, GSlid of het ambt van cvdK). Het lijkt verkieslijk om een definitie van het begrip nevenfunctie aan te houden, die zowel van toepassing is op de meldingsplicht door de gedeputeerden en de cvdK aan PS als op het openbaar maken op de provinciale website. Denkbaar is de volgende definitie: een nevenfunctie is een functie die bij een andere (publiekrechtelijke of privaatrechtelijke) rechtspersoon dan de provincie wordt vervuld. Het lidmaatschap van een IPOadviescommissie is dan geen (aan het ambt verbonden) nevenfunctie. Het lidmaatschap van het IPObestuur wel. Het lidmaatschap van een atletiekvereniging is dan geen nevenfunctie, het lidmaatschap van het

bestuur van de atletiekvereniging wel. De aandeelhoudersrol NUON is dan geen nevenfunctie, want het GSlid verdedigt in de aandeelhoudersvergadering het belang van de provincie en niet van andere rechtspersonen. Het alternatief is dat

bestuurders naar eigen inzicht invulling geven aan openbaarmaking en de meldingsplicht. Een goede functievervulling en handhaving van onpartijdigheid en onafhankelijkheid dienen bepalend te zijn bij de beslissing of een nevenfunctie aanvaard of gehandhaafd wordt. Terughoudendheid is geboden bij functies bij instellingen of stichtingen die substantieel subsidie van de provincie ontvangen of anderszins onderwerp kunnen zijn van besluitvorming van de provincie. Ter vermijding van de schijn van belangenverstrengeling is terughoudendheid geboden bij de benoeming van overheidscommissarissen. 3 Informatie Een statenlid, duocommissielid, gedeputeerde en de cvdK gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Zij zorgen ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn (3.1, 3.6, 3.11, 3.16). Deze bepaling richt zich op de vier categorieën politieke functievervullers en betreft naast de zorgvuldige omgang met papieren stukken de beveiliging van computerbestanden. Indirect raakt deze bepaling ook de directe ondersteuning van de politieke ambtsdragers (fractieondersteuners, bestuursondersteuners, secretaresses, managementleden, statengriffie). In het kader van het opstellen van een provinciaal beveiligingsbeleid heeft momenteel door het externe bedrijf Siemens in opdracht van de provincie (sector Middelen) een concernbrede inventarisatie van bedrijfsprocessen plaats met daarbij de mate van en wijze waarop beveiliging plaatsheeft. Een statenlid, duocommissielid, gedeputeerde en de cvdK gaan verantwoord om met de email en internetfaciliteiten van de provincie Noord-Holland (3.5, 3.10, 3.15, 3.20). Op 1 september 2002 trad in werking een door GS vastgesteld Privacyreglement email en internetgebruik. Dit reglement richt zich tot degenen die bij de provincie werkzaam zijn en aan wie de provincie emailen internetfaciliteiten beschikbaar heeft gesteld om met behulp daarvan hun functie uit te oefenen. In het reglement zijn naast regels voor emailen internetgebruik eveneens regels opgenomen voor het vastleggen en monitoren van dit gebruik. Het reglement geldt voor medewerkers in dienst van de provincie en voor personen die werkzaamheden voor de provincie verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband. 4 Geschenken en diensten Geschenken en giften die een statenlid, duocommissielid, gedeputeerde en de cvdK ontvangen worden gemeld en geregistreerd (4.1 t/m 4.3 en 4.5, 4.6 t/m 4.8 en 4.10, 4.11 t/m 4.13 en 4.15, 4.17 t/m 4.19 en 4.21). Voor statenleden en duocommissieleden is er een regeling opgenomen die erin voorziet dat zij ontvangen geschenken en giften die zij wensen te behouden melden aan de fractievoorzitter die dit meldt in het seniorenconvent. Vervolgens wordt deze melding en eventuele afspraken daarover vastgelegd in het verslag. Met betrekking tot gedeputeerden geldt al een regeling in de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden Noord-Holland (art. 29, zesde lid) die luidt:Alle ontvangen relatiegeschenken en aangenomen diensten van zakelijke relaties moeten worden gemeld aan de secretaris of de door hem aangewezen ambtenaar van de provincie onder gebruikmaking van een meldingsformulier. Deze bepaling geldt niet voor de cvdK. In de gedragscode is de gedragslijn voor gedeputeerden in iets aangepaste vorm overgenomen voor de cvdK. 5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen. Het statenlid dat het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie en op kosten van de provincie een buitenlandse reis te maken dient een gemotiveerde aanvraag in bij de statengriffier. Betreft het een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van een derde, dan heeft hij toestemming nodig van zijn fractievoorzitter die zijn toestemming onverwijld meldt aan het seniorenconvent. Een duocommissielid kan niet uit hoofde van zijn functie en op kosten van de provincie een buitenlandse reis of werkbezoek afleggen. Hiervan dient te worden onderscheiden de situatie dat het duocommissielid als lid van een statencommissie met die commissie een buitenlandse dienstreis aflegt. Alsdan kan hij met de commissie een buitenlandse dienstreis of werkbezoek afleggen. Indien het een gedeputeerde of de cvdK betreft melden zij hun voornemen voor een buitenlandse dienstreis van tevoren in GS. Artikel 7, lid 2 van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden Noord-Holland 2007 bepaalt, dat het statenlid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminars of symposia dat niet door of namens de provincie wordt aangeboden of verzorgd, daartoe een gemotiveerde aanvraag bij de griffier dient in te dienen. Dit heeft ook betrekking op in het buitenland gehouden cursussen, congressen, seminars of symposia. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname naar het oordeel van de griffier van belang is in verband met de vervulling van het statenlidmaatschap. Een soortgelijke bepaling ontbreekt (bewust) voor duoommissieleden. Voor gedeputeerden bepaalt artikel 24, tweede lid, van de Verordening rechtspositie: Voor een reis in het provinciaal belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van gedeputeerde staten vereist. Provinciale staten kunnen aan deze toestemming voorschriften verbinden. De Verordening rechtspositie ziet niet op de rechtspositie van de cvdK. In de gedragscode is de gedragslijn voor gedeputeerden ook overgenomen voor de cvdK.