Regeling vervallen per 31-12-2015

Uitvoeringsregeling subsidie water Noord-Holland 2013

Geldend van 31-12-2015 t/m 30-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie water Noord-Holland 2013

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie water Noord-Holland 2013

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1

Subsidies van minder dan € 5.000,- worden niet verstrekt.

Artikel 1.2

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 1.3

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.

Artikel 1.4

Gedeputeerde staten stellen subsidieplafonds vast.

Artikel 1.5

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 1.6

Subsidie wordt geweigerd indien de activiteit niet financieel haalbaar is.

Artikel 1.7

  • 1. Indien voor een activiteit reeds een subsidie is verstrekt wordt de subsidie zodanig berekend dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan 100% van de totale kosten van de activiteit.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

§ 2 Bestrijding verdroging

Artikel 2.1

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op bestrijding van verdrogingsverschijnselen in een natura 2000 gebied.

  • 2.

    De activiteit heeft betrekking op het:

    • a.

      vasthouden van gebiedseigen water;

    • b.

      realiseren van peilverhoging;

    • c.

      herstel van kweltoevoer;

    • d.

      aanvullen van de grondwatervoorraad;

    • e.

      verminderen van de grondwateronttrekking;

    • f.

      vertragen van de afvoer van water;

    • g.

      verbeteren van de kwaliteit van aangevoerd water, of

    • h.

      realiseren van maaiveldverlaging.

Artikel 2.2

Subsidie wordt verstrekt aan waterschappen en beheerders van natuurgebieden.

Artikel 2.3

Subsidie wordt verstrekt voor de kosten die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van de activiteit.

Artikel 2.4

De subsidie bedraagt 75 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 2.000.000,-.

§ 3 Waterparels

Artikel 3.1

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de verbetering van de waterkwaliteit van in het Waterplan 2010-2015 opgenomen waterparels.

Artikel 3.2

Subsidie wordt verstrekt aan waterschappen, terreinbeheerders en gemeenten.

Artikel 3.3

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    inrichting voor waterkwaliteitsverbetering in waterparels;

  • b.

    de aanleg van recreatieve voorzieningen bij en rond de waterparels.

Artikel 3.4

De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,-.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    binnen een jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    de activiteit voor 31 december 2016 te hebben voltooid.

Artikel 4.2

  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling bevat tenminste:

    • a.

      een inhoudelijk verslag van de uitvoering van de activiteit;

    • b.

      een beschrijving van het behaalde resultaat, en

    • c.

      een overzicht van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 4.

    Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het derde lid een formulier vast.

  • 5.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 4.3

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2015.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie water Noord-Holland 2013.

Ondertekening

Haarlem, 2 april 2013.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

TOELICHTING BIJ DE REGELING

Algemeen

Voor een goede kwaliteit van de natuur in Noord-Holland is een goed watermilieu belangrijk. Er moet genoeg grond- en oppervlaktewater van een goede kwaliteit zijn om ervoor te zorgen dat bijzondere planten- en diersoorten niet achteruitgaan of om de achteruitgang die heeft plaatsgevonden te herstellen. De samenhang tussen water en natuur is niet alleen van belang in de grote natuurgebieden maar ook in kleinere wateren die een bijzondere waterkwaliteit hebben, de zogenaamde waterparels. Met deze uitvoeringsregeling wil de provincie Noord-Holland eraan bijdragen dat bijzondere watermilieus worden hersteld en beschermd. De regeling is met name gericht op het bestrijden van verdroging omdat dit de belangrijkste oorzaak is van achteruitgang. Belangrijke gebieden zijn de duinen, het veenweidegebied en het Naardermeer & Vechtplassengebied.

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.3

Onder de start van de uitvoering wordt het begin van de fysieke werkzaamheden verstaan.

§ 3 Waterparels

Artikel 3.1

Waterparels zijn kleinere wateren met een bijzondere ecologische kwaliteit die bescherming nodig hebben. In het Waterplan 2010-2015 is een lijst met Waterparels opgenomen. Er zijn in Noord-Holland 50 waterparels.

Artikel 3.3

Maatregelen die wenselijk zijn verschillen per gebied. Voorbeelden zijn saneren van lozingen van afvalwater, benutten en vasthouden van kwelwater, aanleg van natuurvriendelijke oevers en baggeren. Om de beleving van de waterparels te verhogen kan ook een bijdrage worden gegeven aan recreatieve voorzieningen.