Regeling vervallen per 01-01-2023

Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014

Geldend van 18-02-2015 t/m 31-12-2022

Intitulé

Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

Besluiten vast te stellen;

Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014

Hoofdstuk 1. algemeen

Artikel 1:1

  • 1. De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de Afdelingsmanager Subsidies en de afdelingsmanager Juridische Zaken zijn gemachtigd namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de beantwoording van aan gedeputeerde staten gerichte individuele brieven en mondelinge verzoeken, die betrekking hebben op de in artikel 2:1, onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid, althans niet van zodanige beleidsmatige, politieke of financiële betekenis is, of anderszins vanwege zijn aard of inhoud zodanig is, dat deze door gedeputeerde staten dienen te worden afgedaan.

  • 2. De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers Juridische Zaken zijn gemachtigd namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a.

      besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2:1, onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen;

    • b.

      besluiten op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36 en 38, tweede lid, 40 of 41 van die wet, voor zover die betrekking hebben op de in artikel 2:1, onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen.

  • 3. De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens , de afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken zijn gemachtigd om namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afhandeling van klachten en klaagschriften als bedoeld in hoofdstuk 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de gedragingen betrekking hebben op de in leden 2 en 4 van dit artikel, of op de in artikel 2:1, onderdelen a. tot en met g. genoemde regelingen en besluiten en de antwoorden zich beperken tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid.

  • 4. De afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers Juridische Zaken zijn gemachtigd om, voor zover verband houdende met de uitvoering van de regelingen genoemd in artikel 2:1, onderdelen a. tot en met g., namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding op grond van artikel 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht en de toekenning van schadevergoeding op grond van artikel 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht tot bedragen van ten hoogste € 5.000,-, alsmede de met de toekenning samenhangende besluiten bedoeld in de afdelingen 4.4.1 en 4.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5. De uit dit besluit voor de genoemde functionarissen van RVO.nl voortvloeiende bevoegdheden kunnen ook worden uitgeoefend door de voor hen daartoe aangewezen plaatsvervangers.

Hoofdstuk 2. natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer, landschapsbeheer en bebossing landbouwgronden

Paragraaf 1. Primaire besluiten

Artikel 2:1

De afdelingsmanager Subsidies en de teammanagers Subsidies zijn gemandateerd om namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a.

    de Subsidieregeling natuurbeheer van de minister van landbouw, natuur en voedselkwaliteit;

  • b.

    de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de minister van landbouw, natuur en

    • a.

      voedselkwaliteit;

    • b.

      de Subsidieregeling natuurbeheer Noord-Holland;

    • c.

      de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Noord-Holland;

    • d.

      de eerste bebossing van landbouwgronden met blijvend bos (EBL);

    • e.

      de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL), met uitzondering van:

      • i.

        beschikkingen tot het verlening, intrekking of wijziging van de toeslagen als bedoeld in artikel 4.1.2.4;

      • ii.

        beschikkingen tot verlening, vaststelling, intrekking of wijziging van een subsidie als bedoeld in de artikelen 6.1, 6.10 en 7.9 alsmede tot het verstrekken, intrekken of wijzigen van een voorschot als bedoeld in artikel 6.8;

      • iii.

        besluiten als bedoeld in artikel 9.1;

      • iv

        beschikkingen tot verlening, schorsing en intrekking als bedoeld in de artikelen 8.1.1. en 8.1.5;

    • f.

      de Uitvoeringsregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord-Holland (SKNL);

    • g.

      beschikkingen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dergelijke dwangsommen bij onverschuldigde betaling, verband houdende met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van dit artikel;

    • h.

      beschikkingen op basis van de afdelingen 4.4.1., 4.4.2. en 4.4.4 en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van dit artikel.

Paragraaf 2. Bezwaar en beroep

Artikel 2:2

De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens , de afdelingsmanager Juridische Zaken en de teammanagers Juridische Zaken van RVO.nl, zijn gemandateerd en gemachtigd namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a.

    bezwaarschriften tegen besluiten van artikel 1:1 leden 2 en 4, alsmede van artikel 2:1 van dit besluit en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen;

  • b.

    het horen in het openbaar, bedoeld in artikel 7:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    verzoeken tot vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover de verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van artikel 2:1;

  • d.

    beschikkingen die tijdens de bezwaarprocedure worden genomen op basis van de afdelingen 4.4.1., 4.4.2. en 4.4.4 en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met g van artikel 2:1;

  • e.

    de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dwangsommen bij onverschuldigde betaling, voor zover de verzoeken hiertoe hangende de bezwaarprocedure worden gedaan en verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met g van artikel 2:1;

  • f.

    verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met g. van artikel 2:1;

  • g.

    bezwaarschriften tegen besluiten van paragraaf 8.1. van de Uitvoeringsregeling natuur en landschapsbeheer Noord-Holland en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen, op welke beschikkingen hetgeen in de onderdelen b, c, d, e en f van dit artikel is bepaald van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 2:3

De functionarissen bedoeld in de artikelen 1:1, 2:1 en 2:2, alsmede de onder hen ressorterende medewerkers van RVO.nl zijn gemachtigd om ter voorbereiding van de in artikel 2:1 en 2:2 bedoelde besluiten en handelingen alle nodige werkzaamheden te verrichten.

Artikel 2:4

De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de afdelingsmanager Juridische Zaken zijn gemachtigd namens gedeputeerde staten te beslissen en stukken te

ondertekenen betreffende het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening of het instellen van een ander rechtsmiddel, in gedingen en tegen rechterlijke uitspraken, die het gevolg zijn van de in de artikelen 2:1 en 2:2 genoemde beschikkingen, waarbij gedeputeerde staten partij zijn, na voorafgaand overleg met gedeputeerde staten.

Paragraaf 3. Procesmachtiging

Artikel 2:5

Met betrekking tot de machtiging van juristen werkzaam bij RVO.nl om gedeputeerde staten te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter met betrekking tot (hoger) beroepen inzake besluiten genomen namens gedeputeerde staten met betrekking tot de in de artikelen 2:1 en 2:2 genoemde beschikkingen, zijn de machtigingen die op grond van het Besluit Mandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Uitvoering 2013 aan de betrokken juristen zijn verstrekt van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 4. Instructies

Artikel 2:6

De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2:7

De gemandateerde stelt gedeputeerde staten in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door gedeputeerde staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 2:8

De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

Artikel 2:9

Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.

Artikel 2:10

  • 1. Na ontvangst van een bezwaarschrift wordt, alvorens een beslissing op het bezwaar wordt genomen, getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediation-vaardigheden.

  • 2. Indien de toepassing van mediation-vaardigheden niet leidt tot een oplossing van het geschil, wordt de afhandeling van het bezwaar door een andere functionaris voortgezet.

  • 3. Een onder een gemandateerde functionaris ressorterende medewerker die in het desbetreffende geval betrokken is geweest bij mediation of de "andere aanpak", verricht in die zaak geen werkzaamheden ter voorbereiding van de beslissing op bezwaar.

  • 4. Alvorens een beslissing wordt genomen op een bezwaarschrift tegen een beslissing op basis van artikel 2:2 onderdeel g. wordt advies gevraagd aan de Stichting Certificering Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer. Indien conform het eerste lid wordt getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediation-vaardigheden, wordt dit advies in het kader van dat traject gevraagd.

Artikel 2:11

Voor zover uit deze instructie een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

Hoofdstuk 3: activiteiten genoemd in het pMJP ILG deel B – Subsidiecriteria en de Uitvoeringsregeling POP subsidies Noord-Holland 2013

Artikel 3:1

Dit hoofdstuk is van toepassing op besluiten die worden genomen op grond van:

  • a.

    de in artikel 1.5 van de subsidiecriteria pMJP ILG deel B – Subsidiecriteria genoemde artikelen;

  • b.

    de uitvoeringsregeling POP subsidies Noord-Holland 2013.

Artikel 3:2

  • 1. Aan de afdelingsmanager Subsidies en de teammanagers Subsidies van RVO.nl van het Ministerie van Economische Zaken, wordt mandaat en machtiging verleend om namens gedeputeerde staten onderstaande besluiten te nemen:

    • a.

      het besluit tot het verlenen van een voorschot als bedoeld in artikel 4:95 van de Algemene wet bestuursrecht en het weigeren en wijzigen van een voorschotverlening;

    • b.

      et besluit tot het wijzigen van de subsidieverlening, voor zover de wijziging betrekking heeft op:

      • 1e

        een in de subsidieverlening opgenomen termijn;

      • 2e

        het in de subsidieverlening opgenomen project;

    • c.

      het besluit tot het niet behandelen van een aanvraag als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover het betreft de aanvraag tot het verlenen van een voorschot en

    • d.

      het beoordelen en accorderen van voortgangsrapportages.

  • 2. Aan de afdelingsmanager Subsidies en de teammanagers Subsidies van RVO.nl, wordt mandaat en machtiging verleend om namens gedeputeerde staten de volgende bevoegdheden uit te oefenen:

    • a.

      het doen van een verzoek om aanvullende gegevens;

    • b.

      het voeren van correspondentie van eenvoudige aard met betrekking tot de co-financiers en

    • c.

      het besluit tot het zenden van een voornemen inzake de weigering een voorschot te verlenen.

  • 3. Aan de medewerker behandelen en ontwikkelen van RVO.nl wordt machtiging verleend om namens gedeputeerde staten de met de onder lid 1 en lid 2 samenhangende taken en bevoegdheden van procedurele of administratieve aard uit te voeren.

Artikel 3:3 Voorwaarden mandaatverlening

  • 1. De gemandateerde dient de bevoegdheden uit te oefenen met inachtneming van de werkafspraken zoals die zijn vastgelegd in “de Uitvoering Pop 2 Noord-Holland, taakverdeling en werkafspraken”.

  • 2. Het in dit besluit aan een bepaalde functionaris verleende mandaat wordt geacht eveneens te zijn verleend aan zijn hiërarchisch bovengeschikte functionaris.

Artikel 3:4 Verslaglegging

  • 1. De teammanager Subsidies doet periodiek verslag van de besluiten, beslissingen en handelingen die krachtens dit besluit zijn genomen en verricht met inachtneming van de werkafspraken zoals die zijn vastgelegd in “de Uitvoering Pop 2 Noord-Holland, taakverdeling en werkafspraken”.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid, verschaft de teammanager Subsidies desgevraagd alle informatie ter zake het gebruik van een bevoegdheid.

Hoofdstuk 4. overige bepalingen

Artikel 4:1

De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in de artikelen 1:1, 2:1, 2:2, 2:3, 2:4 en 3:1, luidt: het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,

namens deze:

(naam) (functie)

Artikel 4:2

Gedeputeerde staten kunnen aan de in de artikelen 1:1, 2:1, 2:2 en 3:3 genoemde functionarissen, naar aanleiding van door RVO.nl verstrekte inlichtingen in een specifiek geval of de door RVO.nl uitgebrachte rapportages, in aanvulling op hetgeen is vermeld in hoofdstuk 2 paragraaf 4 van dit besluit, nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 4:3

Het volgende mandaatbesluit wordt ingetrokken:

het Mandaatbesluit Dienst Regelingen Noord-Holland 2013;

Artikel 4:4

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014.

Artikel 4:5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

Ondertekening

Haarlem, 3 februari 2015.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.