Regeling vervallen per 01-01-2016

Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2015

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2015

Ggedeputeerde staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2015

Artikel 1

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten bestaande uit fysieke werkzaamheden die leiden tot:

  • a.

    de aanleg en uitbreiding van aanlegkades, steigers en openbare voorzieningen voor de riviercruisevaart over binnenwateren in de provincie Noord-Holland;

  • b.

    de aanleg en uitbreiding van aanlegkades, steigers en openbare voorzieningen ter ondersteuning van de realisatie van sloepennetwerken binnen de provincie Noord-Holland.

Artikel 2

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 3

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 4

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste de volgende documenten:

    • a.

      begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      tijdsplanning van de uit te voeren activiteiten;

    • e.

      marketing- en communicatieplan;

    • f.

      exploitatieoverzicht;

    • g.

      voor aanvragen op grond van artikel 1, onderdeel b, een kaart waarop de vaarroute van het sloepennetwerk is aangegeven.

Artikel 5

Het subsidieplafond bedraagt:

  • a.

    voor aanvragen om subsidie op grond van artikel 1, onderdeel a, € 500.000,-;

  • b.

    voor aanvragen om subsidie op grond van artikel 1, onderdeel b, € 100.000,-.

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om subsidie op grond van artikel 1, onderdeel a, is tijdig ingediend indien de aanvraag tot en met 30 september 2015 is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie op grond van artikel 1, onderdeel b, is tijdig ingediend indien de aanvraag tot en met 31 oktober 2015 is ontvangen.

  • 3. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het eerste lid en het tweede lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na het verstrijken van de in het eerste en het tweede lid genoemde termijn.

Artikel 7

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten niet financieel haalbaar is;

  • b.

    de subsidie wordt aangevraagd voor beheer en onderhoud of vervanging van bestaande voorzieningen;

  • c.

    reeds provinciale subsidie is verstrekt voor dezelfde activiteit.

Artikel 8

Subsidie wordt niet verstrekt voor:

  • a.

    voorbereidingskosten ten behoeve van de activiteit;

  • b.

    kosten voor projectbegeleiding;

  • c.

    organisatie- en proceskosten;

  • d.

    kosten voor de aanvraag van de vereiste vergunningen;

  • e.

    kosten voor een parkeervoorziening en kosten voor beheer en onderhoud.

Artikel 9

  • 1. De subsidie voor een activiteit als genoemd in artikel 1, onderdeel a, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000,-.

  • 2. De subsidie voor een activiteit als genoemd in artikel 1, onderdeel b, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000,-.

  • 3. Indien toepassing van de voorgaande leden zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van deze leden zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde (de-minimis-)vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 10

  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden aanvragen om subsidie op grond van artikel 1, onderdeel a, die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking van deze aanvragen wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      uitbreiding van de capaciteit;

    • b.

      regionale afstemming van het project;

    • c.

      de mate waarin de activiteiten onderdeel zijn van een groter projectplan;

    • d.

      bereikbaarheid;

    • e.

      marketing van de bestemming;

    • f.

      aantrekkelijkheid van de bestemming;

    • g.

      duurzaamheid.

  • 3.

    Per criterium kunnen ten hoogste 2 punten worden behaald.

  • 4.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de hoogste totale projectkosten gehonoreerd.

Artikel 11

  • 1. Aanvragen om subsidie op grond van artikel 1, onderdeel b, worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste subsidiabele kosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    de activiteit binnen twee jaar na subsidieverlening af te ronden;

  • b.

    voor aanvragen op grond van artikel 1, onderdeel b, door overlegging van een intentieverklaring van de bij de activiteit betrokken partijen, inzicht te bieden in de continuïteit van de bevaarbaarheid van het sloepennetwerk.

Artikel 13

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 3. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2016.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2015.

Ondertekening

Haarlem, 30 juni 2015.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

TOELICHTING

bij Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager Watertoerisme en Waterrecreatie 2015

Met deze UVR beoogt de provincie Noord-Holland de regionale economie een impuls te geven door de subsidiëring van toeristisch-recreatieve waterprojecten. De impuls komt onder meer van de investeringen en werkgelegenheid die direct samenhangen met de gesubsidieerde activiteiten, maar moet vooral komen van extra toeristische bestedingen als gevolg van het toegenomen aantal bezoekers door riviercruise- en sloepenvaart.

Onder deze UVR zijn alleen investeringen in de aanleg van fysieke voorzieningen subsidiabel, waarbij er geen sprake mag zijn van kosten voor beheer en onderhoud. Ook de kosten voor bevaarbaar maken van de vaarweg (baggeren, verwijderen waterplanten e.d.) zijn niet subsidiabel.

De regeling m.b.t. de riviercruisevaart heeft de vorm van een tenderregeling. Dit houdt in dat de ingediende projecten met elkaar worden vergeleken en dat aan de beste, meest kansrijke projecten subsidie zal worden verleend.

Riviercruisevaart

Onder riviercruisevaart wordt verstaan: Door rederijen verzorgde cruisereizen met passagiersschepen over binnenwateren, waarbij onderweg een of meerdere havens worden aangedaan.

Bij de beoordeling van de riviercruisevaartprojecten is uitbreiding van de capaciteit een belangrijk criterium. M.a.w. kunnen door de realisering van het project nu meer en/of grotere schepen ter plaatse aanleggen. Dat hoeft niet per se door kades en steigers, maar zou ook kunnen worden bereikt d.m.v. aanmeerpalen en andere slimme oplossingen waardoor schepen kunnen aanmeren.

Van belang is dat projecten regionaal worden afgestemd. Een bestemming/gemeente heeft immers ook buurgemeenten nodig om een interessante bestemming te kunnen zijn. Een buurgemeente is in veel gevallen geen concurrent, maar eerder coproducent en onderling overleg is nodig om het achterland van de bestemming interessant te maken.

Alleen een afmeervoorziening voor riviercruiseschepen zal veelal niet voldoende zijn voor een succesvol project. Ook andere zaken als bijvoorbeeld de voorzieningen t.b.v. de toegankelijkheid van passagiers of de bereikbaarheid van de locatie voor touringcars, zijn hierop van invloed. Het is daarom gewenst dat de voor subsidie voorgedragen activiteiten onderdeel zijn van een bredere ontwikkeling waarvan ook deze andere factoren deel uitmaken.

Een goede bereikbaarheid van de bestemming voor de cruiseschepen bepaalt mede de kans op succes. Niet alleen de vaartijd is dan relevant maar ook de aantrekkelijkheid van de vaarroute. Daarbij is een bestemming die slechts op één wijze kan worden bereikt ook minder aantrekkelijk dan bestemmingen die alternatieve vaarroutes kennen. De mogelijkheid om ergens aan te meren, is nog geen garantie dat de riviercruiseschepen ook zullen komen. Hiervoor zullen inspanningen nodig zijn op het gebied van promotie en marketing. Het is daarom van belang dat subsidieaanvragers aangeven hoe het promotie-/marketingplan eruit ziet waarmee de markt zal worden benaderd.

De aantrekkelijkheid van de bestemming voor riviercruiserederijen is natuurlijk cruciaal. In dit verband zijn dan antwoorden van belang op bijv. vragen als: Wat hebben de bestemming en het achterland aan de rederijen te bieden? Is de aantrekkelijkheid van de bestemming onderhevig aan de seizoenen? Wat is er zoal te doen in de omgeving? Wat zijn aantrekkelijke activiteiten in de regio voor de doelgroep?

Het spreekt voor zich dat bij de uitvoering van de projecten duurzaamheid in acht wordt genomen. Overheden hebben het gebruik van duurzame materialen als FSC-hout en dergelijke vaak al in hun inkoopvoorwaarden verankerd. Projecten waar sprake is van daarop nog aanvullende duurzaamheidsmaatregelen - te denken valt aan walstroom, led-verlichting, groene stroom - krijgen daarvoor extra positieve beoordeling.

Sloepennetwerken

Onder een sloepennetwerk wordt verstaan: Een netwerk van watergangen en knooppunten die staan vermeld op bordjes die aangeven waar gevaren kan worden met vaartuigen met bepaalde maximale afmetingen, ook wat betreft doorvaarthoogte en vaardiepte. Deze kunnen over het algemeen varen onder brughoogtes tot 1,40 meter hoogte en in een waterdiepte tot 0,90 m, zodat ook tussen schroef en bodem nog voldoende ruimte blijft. Recreanten kunnen binnen het netwerk vaarroutes uitzetten via informatiepanelen langs de kant of met hulp van kaarten.

De aanvragen voor de sloepennetwerken zullen worden beoordeeld volgens het molenaarsprincipe: wie het eerst komt, het eerst maalt.