Regeling vervallen per 02-11-2017

Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 01-11-2017

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2016

§ 1 algemene bepalingen

Artikel 1

Subsidie kan worden verstrekt aan een stichting, een coöperatieve vereniging of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, waarvan de deelnemers of leden natuurlijke personen zijn die voor eigen bewoning minimaal zes woningen in de provincie Noord-Holland realiseren.

Artikel 2

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 3

Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd is voltooid voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen.

Artikel 4

Gedeputeerde staten stellen subsidieplafonds vast voor:

  • a.

    subsidies op grond van paragraaf 2, en

  • b.

    subsidies op grond van paragraaf 3.

Artikel 5

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Indien een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad om de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste project kosten het eerste in behandeling genomen.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

§ 2 subsidie initiatief fase

Artikel 6

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het opstellen van een projectplan voor de realisatie van de woningen.

  • 2.

    In het projectplan komen tenminste de volgende onderwerpen aan de orde:

    • a.

      een indicatie van het aantal en het typen woningen;

    • b.

      een indicatie van de stichtingskosten van de woningen;

    • c.

      een indicatie van de kosten van de gronden;

    • d.

      de juridische en de planologische haalbaarheid van de realisatie van de woningen;

    • e.

      een investeringsbegroting waaruit de economische haalbaarheid van de realisatie van de woningen blijkt;

    • f.

      de projectorganisatie;

    • g.

      de planning en de realisatietermijn van de realisatie van de woningen;

    • h.

      de beheersing van het projectrisico;

    • i.

      een conclusie over de haalbaarheid van de te realiseren woningen.

Artikel 7

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen beschikking omtrent subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 8

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten voor het opstellen van een projectplan;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten voor het opstellen van een projectplan;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      offertes van de deskundige als bedoeld in artikel 10, eerste lid;

    • e.

      een document waaruit blijkt dat het college van burgemeesters en wethouders of de gemeenteraad bereid is om op de betreffende locatie de woningen mogelijk te maken;

    • f.

      een opgave van het nummer van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • g.

      een overzicht van de deelnemers of leden.

  • 2

    Indien de woningen binnen de gemeente Amsterdam worden gerealiseerd bevat de aanvraag om subsidie tevens een document waaruit blijkt dat de betreffende stichting, vereniging of coöperatieve vereniging een optie gegund is op de kavel.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    er voor de zelfde activiteit reeds door gedeputeerde staten subsidie is verstrekt;

  • c.

    er aan de aanvrager reeds een subsidie voor het opstellen van een projectplan als bedoeld in artikel 6 door gedeputeerde staten is verstrekt;

  • d.

    naar het oordeel van gedeputeerde staten de deelnemers of leden van de aanvrager geen doorslaggevende stem hebben in het ontwerp en de bouw van de woningen.

Artikel 10

Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van:

  • a.

    een deskundige voor procesbegeleiding;

  • b.

    een deskundige voor het opstellen van een projectplan.

Artikel 11

De subsidie bedraagt 75% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 11.000,-.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om binnen twee jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking het projectplan te hebben voltooid.

Artikel 13

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

§ 3 subsidie planontwikkeling

Artikel 14

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor planontwikkeling voor de te realiseren woningen.

  • 2.

    De planontwikkeling bestaat uit het opstellen van:

    • a.

      een programma van eisen van de te realiseren woningen;

    • b.

      een voorlopig ontwerp van de te realiseren woningen;

    • c.

      een definitief ontwerp van de te realiseren woningen, of

    • d.

      een bestek van de te realiseren woningen.

Artikel 15

De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een renteloze geldlening.

Artikel 16

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een begroting van de kosten van de planontwikkeling;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van de planontwikkeling;

  • c.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

  • d.

    offertes van de deskundige;

  • e.

    een projectplan als bedoeld in artikel 6, tweede lid, waaruit de haalbaarheid van het project blijkt;

  • f.

    een opgave van het aantal definitief te bouwen woningen;

  • g.

    de gemiddelde stichtingskosten van de woningen, exclusief de kosten van de gronden;

  • h.

    een opgave van het nummer van inschrijving bij de Kamer van koophandel;

  • i.

    een overzicht van de deelnemers of leden;

  • j.

    een document waaruit blijkt dat het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad bereid is om het project op de betreffende locatie mogelijk te maken;

  • k.

    een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager de lening gaat aflossen.

Artikel 17

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a

    a.de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b

    er voor dezelfde activiteit reeds door gedeputeerde staten subsidie is verstrekt;

  • c

    er aan de aanvrager reeds een subsidie voor planontwikkeling als bedoeld in artikel 14 door gedeputeerde staten is verstrekt;

  • d.

    de gemiddelde stichtingskosten van de te realiseren woningen, exclusief de grondkosten, meer dan € 215.000,- zal bedragen;

  • e.

    naar het oordeel van gedeputeerde staten de deelnemers of leden van de aanvrager geen doorslaggevende stem hebben in het ontwerp en de bouw van de woningen.

Artikel 18

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    van een deskundige voor procesbegeleiding;

  • b.

    van een deskundige voor het opstellen van een programma van eisen, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp of bestek van de te realiseren woningen.

Artikel 19

De subsidie bedraagt € 8.000,- per te realiseren woning tot maximaal € 160.000,-.

Artikel 20

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt onder de ontbindende voorwaarde dat er, binnen 3 maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking, een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht tot stand komt.

  • 2.

    In de uitvoeringsovereenkomst komen tenminste de volgende onderwerpen aan bod:

    • a.

      de looptijd van de lening;

    • b.

      de opeisbaarheid van de lening;

    • c.

      aflossing van de lening.

Artikel 21

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    de start van de bouw aan gedeputeerde staten te melden;

  • b.

    de lening af te lossen op het moment dat wordt gestart met de bouw dan wel uiterlijk twee jaar na totstandkoming van de uitvoeringsovereenkomst;

  • c.

    binnen twee jaar na de datum waarop de uitvoeringsovereenkomst tot stand gekomen is de activiteit te hebben voltooid.

§ 4 slotbepalingen

Artikel 22

De subsidieontvanger is verplicht om het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.

Artikel 23

  • 1. Deze regeling treedt inwerking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2018.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2016.

Ondertekening

Haarlem, 10 november 2015.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.