Regeling vervallen per 01-01-2021

Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval Noord-Holland 2016

Geldend van 07-02-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval Noord-Holland 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval Noord-Holland 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling aan aanmelding als opgenomen in:

    • 1e.

      Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013; of ,

    • 2e.

      Verordening (EG) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;

  • b.

    drugsafval: afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs;

  • c.

    erkende verwijderaar: verwijderaar die over de benodigde milieuvergunningen beschikt om afval volgens de juiste regelgeving te kunnen en mogen verwijderen;

  • d.

    synthetische drugs: uit chemische grondstoffen geproduceerde verdovende middelen;

  • e.

    zakelijk gerechtigden: personen met een zakelijk recht als bedoeld in Boek 3 en 5 van het Burgerlijk Wetboek, op een zaak.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:

  • a.

    het opruimen van drugsafval; of

  • b.

    het opruimen van bodemverontreiniging die voortvloeit uit het achterlaten van drugsafval.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    gemeenten;

  • b.

    zakelijk gerechtigden.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager medeverantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of het achterlaten van het drugsafval waarop de aanvraag is gericht.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      er is sprake van een illegale achterlaten van drugsafval;

    • b.

      de locatie waar drugsafval is achtergelaten:

      • 1e.

        is gelegen binnen de gemeente grenzen; of

      • 2e.

        behoort tot het zakelijk recht van de aanvrager;

    • c.

      van het achterlaten van drugsafval is aangifte gedaan bij de politie;

    • d.

      het drugsafval is opgeruimd in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag;

    • e.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • 1e.

        een bewijs van aangifte van de politie met tenminste een kaart met de locatie waar de drugsafval is aangetroffen, foto’s van het actergelaten drugsafval en een beschrijving van de aangetroffen drugsgerelateerde afvalstoffen;

      • 2e.

        een bewijs van de gemaakte kosten voor verwijdering en afvoer van het drugsafval;

      • 3e.

        een bewijs van verwijdering en afvoer van het drugsafval.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd conform de daartoe geldende wet- en regelgeving;

    • b.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd door een erkende verwijderaar.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid, wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de bodemverontreiniging is een gevolg van het achterlaten van drugsafval als bedoeld in het eerste lid, onder a;

    • b.

      de bodemverontreiniging is verwijderd conform artikel 6 tot en met artikel 13 van de Wet bodembescherming.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking voor zover deze kosten niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen:

  • a.

    de voor derden gemaakte kosten;

  • b.

    kosten van personeel, tegen maximaal het tarief van € 60 per uur;

  • c.

    kosten uit onbetaalde eigen arbeid tot een bedrag van € 60 per uur.

  • 2.

    De kosten in het eerste lid, onderdelen b en c, zijn subsidiabel tot ieder maximaal 20% van de subsidiabele kosten.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    BTW die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 verrekenbaar kan zijn;

  • b.

    BTW die op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds 2003 compensabel kan zijn.

Artikel 8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor de activiteiten bedoeld in artikel 2, die zijn uitgevoerd in de periode bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten beschikbaar gestelde aanvraagformulier;

    • b.

      een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

  • 2. Een subsidieaanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de door Gedeputeerde Staten jaarlijks vast te stellen openingsperiode is ontvangen

  • 3. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt, indien sprake is van staatssteun, slechts een zodanig bedrag aan subsidie versterkt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun niet wordt overschreden.

Artikel 11 Verdeelcriteria

  • 1. Indien de binnen de in artikel 9, tweede lid, bedoelde periode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 8, te boven gaan, verdelen Gedeputeerde Staten de subsidie naar evenredigheid onder de voornoemde subsidieaanvragen.

  • 2. In afwijking van artikel 10, eerste lid, wordt het percentage van de subsidiehoogte met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid bepaald op basis van het aantal binnen de periode, bedoeld in artikel 9, tweede lid, ingediende volledige subsidieaanvragen.

Artikel 12 Subsidievaststelling en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen de subsidie, bedoeld in artikel 2, vast zonder voorafgaande verlening.

  • 2. Bij de vaststelling als bedoeld in het vorige lid, vindt de betaling van het subsidiebedrag in een keer plaats.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 februari 2016.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval Noord-Holland 2016.

Ondertekening

Haarlem, 2 februari 2016.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

TOELICHTING

Algemeen

De uitvoeringsregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de cofinanciering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren voor het opruimen van drugsafvaldumpingen hebben gemaakt.

Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Uitwerking amendement cofinancieringopruiming drugsdumpingen. Onder andere omvat dit afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan de gedupeerden.

Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidie tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootst zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en aldus ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in buitengebied niet alleen sprake is van eigendom van grond, maar ook van zakelijk rechten zoals erfpacht en opstal waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.

Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio’s protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet Milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hier bij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant.

Onder b drugsafval

Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.

Onder c erkende verwijderaar

Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogt de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.

Onder e zakelijk gerechtigden

Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkt rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.

Artikel 3 Doelgroep

Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigde op de grond. Van belang bij de afbakening van de doelgroep is dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker, zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Dit is geregeld in artikel < niet subsidiabele kosten>. Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere subsidieregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling.

Artikel 5 Subsidievereisten

Eerste lid, onder d

In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt over opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd maar verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, vermits deze als vanzelfsprekend binnen de openstellingsperiode is ingediend.

Eerste lid, onder e

De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten is beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is niet meer aan de orde.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op factuur aantoonbaar.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

Onder b

In de geest van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement is dat de tegemoetkoming die gemeenten krijgen in de kosten van de opruiming van drugsafval, inclusief de BTWcompensatie, procentueel gelijk is aan de tegemoetkoming die grondeigenaren niet zijnde gemeenten ontvangen voor de door hen gemaakte kosten. Daarom is bij het bepalen van de te verstrekken cofinanciering vanuit het provinciefonds rekening gehouden met de BTWcompensatie.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

Eerste lid, onder a

Voor het vaststellen van het aanvraagformulier verlenen GS mandaat aan GS van de provincie Noord-Brabant omdat zij de ontvankelijkheidstoets en inhoudelijke toets op zich nemen. Hiertoe vervult Noord-Brabant het subsidieloket.