Regeling vervallen per 01-01-2017

Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2016

Geldend van 22-03-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2016

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);

  • b.

    innovatieprogramma’s topsectoren: thema’s zoals omschreven in de innovatieprogramma’s voor de topsectoren water, agri & food, tuinbouw & uitgangsmaterialen, high tech systemen & materialen (waaronder ICT), chemie (waaronder biobased economy), energie, creatieve industrie en logistiek;

  • c.

    MKB-bedrijf: een bedrijf met minder dan 250 werknemers en met een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 43 miljoen euro;

  • d.

    haalbaarheidsproject: een project dat bestaat uit het verrichten van een haalbaarheidsstudie of een combinatie van een haalbaarheidsstudie en industrieel onderzoek of een experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, onder respectievelijk 85, 86 en 87 van de Algemene groepsvrijstellingverordening;

  • e.

    innovatie-adviesproject: een door een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding verrichte activiteit bestaande uit het, al dan niet op basis van te verrichten nader onderzoek, adviseren over een toepassingsgerichte kennisvraag van een MKB-onderneming, uitgaande van voor de onderneming nieuwe kennis met betrekking tot de vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten, dan wel het adviseren van een onderneming over en het begeleiden van de marktintroductie van een nieuw product of een nieuwe dienst;

  • f.

    Research&Development-samenwerkingsverband: een verband zonder rechtspersoonlijkheid van twee of meer MKB-ondernemingen dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een Research&Development-samenwerkingsproject;

  • g.

    Research &Development-samenwerkingsproject: een Research&Development-project bestaande uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan, dat wordt uitgevoerd door een Research&Development-samenwerkingsverband;

  • h.

    adviesorganisatie: een organisatie niet zijnde een kennisinstelling, die deskundigheid heeft op het gebied van de in deze regeling te subsidiëren activiteiten en die als bedrijfsactiviteit adviesopdrachten uitvoert.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a.

    het uitvoeren van een innovatie-adviesproject;

  • b.

    het uitvoeren van een haalbaarheidsproject;

  • c.

    het uitvoeren van een Research&Development-samenwerkingsproject.

Artikel 3

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan een MKB-bedrijf met een vestiging in de provincie Noord-Holland in een van volgende bedrijfstakken:

    • a.

      water;

    • b.

      agri & food;

    • c.

      tuinbouw & uitgangsmaterialen;

    • d.

      energie, en

    • e.

      logistiek.

  • 2.

    Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, wordt uitsluitend verstrekt indien daadwerkelijk wordt samengewerkt door twee of meer MKB-ondernemingen.

  • 3.

    Subsidie wordt niet verstrekt aan:

    • a.

      ondernemingen in moeilijkheden als bedoeld in paragraaf 2.1 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2004/C 244/02);

    • b.

      ondernemingen ten aanzien waarvan er een uitstaand bevel tot terugvordering is ingevolge een eerdere beschikking van de Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Artikel 4

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 2. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies minder dan € 50.000,- voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      voor zover het betreft een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, een beschrijving van de partners waarmee wordt samengewerkt ten behoeve van het Research&Development-samenwerkingsverband;

    • e.

      een samenvatting van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede schriftelijke toestemming dat deze samenvatting kan worden gebruikt voor een ieder toegankelijke publicaties.

Artikel 7

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast voor de activiteiten genoemd in artikel 2, onderdelen a en b, en een subsidieplafond voor de activiteiten genoemd in artikel 2, onderdeel c.

Artikel 8

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien:

    • a.

      de aanvraag om subsidie op grond van artikel 2, onderdelen a en b, in de periode van 10 mei 2016 tot en met 1 september 2016 is ontvangen;

    • b.

      de aanvraag om subsidie op grond van artikel 2, onderdeel c, in de periode van 5 juli 2016 tot en met 1 september 2016 is ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onder a, en binnen 16 weken na 1 september 2016 op aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onder b.

Artikel 9

  • 1.

    Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de activiteit niet financieel haalbaar is;

    • b.

      reeds subsidie is verstrekt voor de activiteiten in artikel 2, onderdeel a of b, of onderdeel c, aan de aanvrager of aan een van de partners van het samenwerkingsverband;

    • c.

      de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft in technische of financiële zin onvoldoende risicovol zijn om het haalbaarheidsproject te rechtvaardigen;

    • d.

      het haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht geeft in het economisch perspectief en de uitvoerbaarheid van de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft;

    • e.

      de activiteit niet past binnen de innovatieprogramma’s topsectoren;

    • f.

      de activiteit niet voor tenminste 60% bestaat uit het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek en voor ten hoogste 40% uit experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek;

    • g.

      een onaanvaardbaar risico bestaat dat de uitvoering van de activiteit een onevenredige inbreuk zal maken op de economische, ecologische of sociale dimensie van duurzaamheid.

  • 2

    Voorts wordt een aanvraag om een subsidie voor een R&D-samenwerkingsproject op grond van artikel 2, onderdeel c, in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      niet ten minste 50% van de subsidiabele kosten van het R&D-samenwerkingsproject voor rekening komt van de aanvrager en de andere deelnemers die zijn gevestigd in Noord-Holland;

    • b.

      een van de deelnemers in het samenwerkingsverband meer dan 70% van de kosten voor zijn rekening neemt;

    • c.

      de activiteit onvoldoende bijdraagt aan de vernieuwing van producten, processen of diensten of onvoldoende wezenlijke nieuwe toepassingen van bestaande producten, processen of diensten oplevert;

    • d.

      de activiteit onvoldoende bijdraagt aan het creëren van economische waarde voor de deelnemers in het samenwerkingsverband, de topsectoren, of de daarmee samenhangende positieve gevolgen voorde Noord-Hollandse en Nederlandse economie;

    • e.

      de kwaliteit van het Research & Development-samenwerkingsverband ontoereikend is om het samenwerkingsproject uit te voeren;

    • f.

      de kwaliteit van het projectplan onvoldoende is.

Artikel 10

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    de kosten genoemd in artikel 25, vierde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening als de subsidiabele activiteit een haalbaarheidsonderzoek is;

  • b.

    de kosten genoemd in artikel 25, derde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening als de subsidiabele activiteit een onderzoeks- of ontwikkelingsproject is.

Artikel 11

  • 1. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 10.000,- voor een haalbaarheidsproject als bedoeld in artikel 2, onderdeel a.

  • 2. De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 50.000,- voor een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel b.

  • 3. De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 200.000,- voor het uitvoeren van een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c.

  • 4. Voor het uitvoeren van een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, bedraagt de subsidie per begunstigde minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,-.

  • 5. Indien toepassing van de voorgaande leden zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 12

  • 1. Aanvragen om subsidie op grond van artikel 2, onderdelen a en b, worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, beslist het lot.

Artikel 13

  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op grond van artikel 2 onderdeel c, gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      er meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces of dienst wordt verwacht;

    • b.

      er meer economische waarde wordt gecreëerd voor de deelnemers in het samenwerkingsverband, voor de innovatieprogramma’s topsectoren of de economie in de provincie Noord-Holland;

    • c.

      de kwaliteit van de samenwerking hoger is, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie;

    • d.

      er meer sprake is van sectoroverstijgende combinaties en van combinaties van de innovatieagenda topsectoren die niet conventioneel zijn.

  • 3.

    Per criterium a tot en met c kan 30 punten worden behaald. Voor criterium d kan 10 punten worden behaald.

  • 4.

    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 5.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, beslist het lot.

Artikel 14

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger is verplicht om de activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, uiterlijk een jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking af te ronden;

  • b

    de subsidieontvanger plaatst het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.

Artikel 15

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 16

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2016.

Ondertekening

Haarlem, 15 maart 2016.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.