Regeling vervallen per 01-04-2011

Uitvoeringsregeling bio-energie uit landschapsbeheer Noord-Holland 2010

Geldend van 17-08-2010 t/m 31-03-2011

Intitulé

Uitvoeringsregeling bio-energie uit landschapsbeheer Noord-Holland 2010

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

besluiten:

De uitvoeringsregeling bio-energie uit landschapsbeheer Noord-Holland 2010 vast te stellen.

Artikel 1

In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    reststromen: dat gedeelte van bestaande biomassastromen dat niet nuttig hergebruikt kan worden of niet om ecologische redenen in de natuur behouden dient te blijven;

  • b.

    keten: het geheel van inzameling van reststromen, verwerking tot bio-energie en gebruik daarvan;

  • c.

    project: project waarin door middel van reststromen die vrijkomen uit landschapsbeheer wordt bijgedragen aan de productie van duurzame energie.

Artikel 2

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan waterschappen, natuurbeheerders, gemeenten, waterleidingbedrijven, recreatieschappen, of ondernemingen gevestigd op het grondgebied van een recreatieschap.

Artikel 3

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor haalbaarheidsonderzoeken van projecten of realisatie van projecten.

Artikel 4

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet in Noord-Holland plaats vindt;

  • b.

    met de uitvoering van de activiteit gestart is voordat de aanvraag door ons is ontvangen;

  • c.

    voor de activiteit reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling;

  • d.

    de activiteit naar ons oordeel financieel niet haalbaar is;

  • e.

    de activiteit een haalbaarheidsonderzoek betreft en voor het project reeds een haalbaarheidsonderzoek is verricht.

Artikel 5

  • 1. Aanvragen om subsidie dienen door ons te zijn ontvangen voor 1 november 2010;

  • 2. Wij beslissen binnen 16 weken na af loop van de indieningstermijn;

  • 3. Een aanvraag om vaststelling van de subsidie dient door ons binnen 3 maanden na af loop van de activiteit te zijn ontvangen;

  • 4. Wij beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.

Artikel 6

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor onderzoeks- of investeringskosten die direct samenhangen met en noodzakelijk zijn voor de activiteit.

Artikel 7

Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten voor:

  • a.

    projectbegeleiding;

  • b.

    overhead.

Artikel 8

  • 1. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,– per project.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 9

Het subsidieplafond bedraagt € 250.000,-

Artikel 10

  • 1. Indien honorering van de aanvragen die voldoen aan de eisen van deze uitvoeringsregeling zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, rangschikken wij deze aanvragen op een prioriteitenlijst, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de volgende criteria:

    • a.

      de financiële, technische, organisatorische en juridische haalbaarheid van het project;

    • b.

      de bijdrage van het project aan productie van duurzame energie of CO-2 emissiereductie;

    • c.

      de bijdrage van het project aan verduurzaming door het lokaal sluiten van ketens;

    • d.

      de mate van samenwerking binnen de keten.

    • e.

      de brede toepasbaarheid van het project.

  • 2. De volgorde waarin de aanvragen op de prioriteitenlijst worden gerangschikt wordt bepaald door het aantal behaalde punten. Per criterium geven wij de aanvraag tussen de 0 en 10 punten. Het in het vorige lid, onder a genoemde criterium heeft een wegingsfactor van 30%. De criteria genoemd onder b. en onder c. hebben een wegingsfactor van 20%. De criteria genoemd onder d. en onder e. hebben een wegingsfactor van 15%.

  • 3. De aanvragen worden gehonoreerd op volgorde van de prioriteitenlijst.

  • 4. Indien het subsidieplafond wordt overschreden door meerdere aanvragen die gelijk scoren, wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag waarvan de gevraagde subsidie uitgedrukt in een percentage van de subsidiabele kosten het kleinst is.

Artikel 11

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    binnen twee jaar na ontvangst van de subsidieverlening met de uitvoering van de activiteit gereed te zijn;

  • b.

    de resultaten van de activiteit openbaar te maken.

Artikel 12

  • 1. Deze uitvoeringsregeling treedt inwerking de dag na publicatie in het provinciaal blad.

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 april 2011.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling bio-energie uit landschapsbeheer Noord-Holland 2010.

     

Ondertekening

Haarlem, 13 juli 2010.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J. Remkes, voorzitter.
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.