Regeling vervallen per 31-12-2014

Uitvoeringsregeling subsidie buurtbusprojecten Noord-Holland 2010

Geldend van 27-11-2010 t/m 30-12-2014

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie buurtbusprojecten Noord-Holland 2010

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat het gewenst is dat de subsidiëring van buurtbusprojecten in Noord-Holland wordt voortgezet;

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009;

Besluiten vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling subsidie buurtbusprojecten Noord-Holland 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    buurtbus: een motorrijtuig, ingericht voor het vervoer van maximaal 8 volwassen personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

  • b.

    buurtbuschauffeur: een vrijwilliger die beschikbaar, bereid en in staat is om een buurtbus te besturen.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt aan verenigingen die:

    • a.

      bij notariële akte zijn opgericht;

    • b.

      als doel hebben het verzorgen van openbaar vervoer in Noord-Holland, uitgezonderd het gebied dat onder de Stadsregio Amsterdam valt, per buurtbus via een vaste route en met een vaste dienstregeling, en

    • c.

      beschikken over een bankrekening.

  • 2. De vereniging dient bovendien een zodanig aantal leden te hebben die buurtbuschauffeur zijn, dat met dit ledental de gewenste dienstregeling te allen tijde kan worden uitgevoerd.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het verzorgen van openbaar vervoer door de vereniging.

  • 2. Een vereniging komt voor subsidie voor het verzorgen van openbaar vervoer in aanmerking indien:

    • a.

      de buurtbus een aan- en afvoerfunctie vervult voor het omringende openbaar vervoer;

    • b.

      de route van de buurtbus niet parallel of overlappend is aan een route van het overige openbaar vervoer;

    • c.

      het gemiddelde aantal per buurtbuslijn verkochte vervoerbewijzen 400 per maand was gedurende drie opeenvolgende maanden, juli en augustus niet meegerekend.

Artikel 4 Procedurebepalingen

  • 1. De indieningstermijn voor een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3 is van 1 januari tot en met 31 januari van het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Gedeputeerde Staten besluiten op een aan- vraag binnen 13 weken na ontvangst ervan.

Artikel 5 Berekening van de subsidie

  • 1. Een subsidie als bedoeld in artikel 3 bedraagt voor een kalenderjaar:

    • a.

      € 6.096,– (basisjaar 2010) indien de vereniging van één buurtbus gebruik maakt;

    • b.

      € 12.192,– (basisjaar 2010) indien de vereniging van twee of meer bussen gebruik maakt.

  • 2. De bedragen genoemd in het eerste lid worden met ingang van 2011 jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het indexeringspercentage van de Brede Doeluitkering (BDU).

Artikel 6 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Indien honorering van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikken Gedeputeerde Staten deze aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 3. Gedeputeerde Staten kennen de hoogste prioriteit toe aan subsidieaanvragen voor het verzorgen van openbaar vervoer op de volgende routes:

    Tuitjenhorn – Schagen; Tuitjenhorn – Schagen (via Sint Maarten); Egmond aan Zee – Bergen (via Heiloo); Egmond aan Zee – Schoorl (via Egmond aan de Hoef en Bergen); Hoorn – Hem; Wervershoof – Hoorn (via Medemblik); Kreileroord – Schagen; Schagen – Obdam.

  • 4. Andere aanvragen dan bedoeld in het derde lid worden geprioriteerd naar volgorde van ontvangst.

  • 5. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 3 is verplicht:

    • a.

      het vervoer uit te voeren met buurtbussen die ter beschikking zijn gesteld door de vervoerder die een concessie houdt voor het openbaar vervoer in het des- betreffende gebied; en

    • b.

      onmiddellijk in overleg te treden met gedeputeerde staten als het gemiddelde aantal verkochte vervoerbewijzen per buurtbuslijn gedurende drie opeenvolgende maanden, juli en augustus niet meegerekend, minder dan 400 per maand was.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen in de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen opnemen met betrekking tot:

    • a.

      de wijze waarop over de verrichte activiteiten gerapporteerd wordt;

    • b.

      de te gebruiken vervoerbewijzen;

    • c.

      het houden van tariefsacties;

    • d.

      het verschaffen van informatie aan gedeputeerde staten over het aantal verkochte vervoerbewijzen;

    • e.

      het uitwerken van wijzigingen van de dienstregelingen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2014.

  • 3.

    Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie buurtbusprojecten Noord-Holland 2010.

Ondertekening

Haarlem, 23 november 2010.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.