Regeling vervallen per 01-01-2018

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 december 2016, nr. 841881/841887, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2017

Geldend van 21-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 december 2016, nr. 841881/841887, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2017

Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2017

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid is gebleken dat verkeerseducatie en -voorlichting tot verkeersveiliger gedrag leiden en dat het gewenst is verkeersveilig gedrag te bevorderen door educatieve activiteiten, niet zijnde activiteiten die zijn gericht op aanpassing van de infrastructuur, te subsidiëren;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2017

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. basisschool: school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

b. school voor voortgezet onderwijs: school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor het verrichten van activiteiten, met een educatief karakter, die verkeersveilig gedrag bevorderen, klassen breed worden uitgevoerd en die zijn gericht op scholieren van een basisschool of van een school voor voortgezet onderwijs, voor zover de activiteiten plaats vinden in de provincie Noord-Holland, maar buiten de Vervoerregio Amsterdam.

Artikel 3

Subsidie wordt verstrekt aan:

a. stichtingen en verenigingen;

b. publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de rijksoverheid.

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

a. een begroting van de kosten van de activiteit;

b. een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

c. een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

d. de naam van de gemeente waarin de activiteit wordt uitgevoerd en het aantal leerlingen dat met de activiteit wordt bereikt.

Artikel 5

Het subsidieplafond voor deze uitvoeringsregeling is € 915.233,- in 2017.

Artikel 6

1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 2 januari 2017 tot en met 15 februari 2017 is ontvangen.

2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorig lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

3. Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk binnen 16 weken na 15 februari 2017.

Artikel 7

Subsidie wordt geweigerd indien:

a. indien het project niet in aanmerkelijke mate leidt tot bevordering van verkeersveilig gedrag.

b. de activiteit niet financieel haalbaar is;

c. de activiteit niet is gericht op uitvoering in het schooljaar 2017-2018.

Artikel 8

1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de direct noodzakelijke kosten van de activiteit.

2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

a. reizen en verblijven;

b. administratie;

c. voor- of nametingen;

d. een praktisch of theoretisch verkeersexamen;

e. de inzet of aanschaf van verkeerssimulatoren;

f. infrastructurele maatregelen.

Artikel 9

1. De subsidie bedraagt 100 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,- per aanvraag;

2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatsteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden;

3. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-;

4. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 10

1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de criteria en scoringsmethoden die in bijlage 1 zijn weergegeven.

3. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

4. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de hoogste score op het criterium B, Kwaliteit, als eerste gehonoreerd.

Artikel 11

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

a. de subsidieontvanger dient de activiteit af te ronden vóór 1 augustus 2018;

b. de subsidieontvanger plaatst het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.

Artikel 12

1. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

2. In de overige gevallen wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 13 weken na het tijdstip, waarbinnen de activiteit overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening moet zijn voltooid.

3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in de leden 1 en 2 tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13

1. De Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2016 wordt ingetrokken.

2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

3. Deze regeling vervalt op 1 januari 2018.

4. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2017.

Haarlem, 13 december 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Bijlage 1: Beoordelingsmethodiek behorende bij de Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2017

De rangorde van projecten waarvoor subsidie is aangevraagd, als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de regeling, wordt bepaald door de projecten een score van 25 – 100 punten toe te kennen op basis van de criteria en scoringsmethoden zoals hieronder weergegeven.

A. Beleid (10-20 punten)

Aansluiting bij het provinciale beleid wat betreft de geprioriteerde doelgroepen. Punten worden verdeeld afhankelijk van de doelgroep waar de activiteit zich op richt.

Berekening score:

Voorgezet onderwijs = 10 punten

Basisonderwijs = 20 punten

Basis én voortgezet onderwijs = 20 punten

B. Kwaliteit (10-50 punten)

Kwaliteit van het product, aan de hand van de score op de tien stappen van de educatieve checklist van het CROW/KpVV.

Berekening score:

Optelling scores (sterren) op alle stappen. Elke ster is 1 punt (ook de rode sterren)

Producten die niet zijn getoetst voor deze checklist krijgen standaard 20 punten.

(Voor meer informatie over de gebruikte educatieve checklist zie: http://www.crow.nl/mobiliteit-en-gedrag/tools/toolkit)

C. Regionale bereik (1-10 punten)

Het regionale bereik van de activiteit, ofwel het aantal gemeenten dat binnen de provincie wordt bereikt. Hoe groter het bereik hoe meer punten.

Berekening score:

Categorieën vastgesteld op basis van aantal gemeenten dat met het project wordt bediend. Waarbij de aanvraag met het hoogst aantal gemeenten 10 punten scoort en het project met het laagst aantal gemeenten 1 punt.

D. Wijze van uitvoeren (2-10 punten)

De manier waarop het project wordt uitgevoerd.

Berekening score:

Uitsluitend theoretische uitvoering van de activiteit = 2 punten

Theoretische uitvoering van de activiteit, in combinatie met een praktische uitvoering in een gecontroleerde omgeving = 5 punten

Theoretische uitvoering van de activiteit in combinatie met een praktische uitvoering in het dagelijks verkeer = 10 punten.

E. Tijdsbesteding (2-10 punten)

Duur van de activiteit. Hoe langer en vaker, hoe hoger de punten.

Berekening score:

Activiteit eenmalig =2 punt

Activiteit eenmalig, aangevuld met online module/ activiteit = 5 punten

Activiteit meerdere keren per jaar = 10 punten

Uitgegeven op 20 december 2016

Ondertekening

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.