Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 juni 2017, nr. 954884/954892, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2017

Geldend van 04-04-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 juni 2017, nr. 954884/954892, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2017

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat uit oogpunt van waarborging van de kwaliteit van deze bedrijventerreinen en uitvoering van het Provinciaal Uitvoeringsprogramma toekomstbestendige werklocaties 2017-2020 regels worden gesteld voor subsidieverstrekking voor herstructurering van bedrijventerreinen in Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2017

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bedrijventerrein: een bedrijventerrein als bedoeld in de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

b. fysieke maatregelen: eenmalige, duurzame ingrepen op een bedrijventerrein bij technische, economische, maatschappelijke en ruimtelijke veroudering, waaronder de aanleg van hoofdinfrastructuur ten behoeve van breedbandvoorzieningen;

c. procesmaatregelen: maatregelen ter voorbereiding en begeleiding bij de uitvoering van fysieke maatregelen;

d. transformatielocatie: een bedrijventerrein dat door wijziging van de functie voor meer dan 33% een niet-economische functie verkrijgt;

e. ruimtewinst: de extra ruimte die voor bedrijfsmatige activiteiten ter beschikking komt als

gevolg van herstructurering ten opzichte van het huidige ruimtebeslag op een bestaand

bedrijventerrein;

f. regulier of achterstallig onderhoud: noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, die geen wijzigingen in het ontwerp of profiel in zich hebben en niet bijdragen aan vernieuwing of herstructurering;

g. A-B-C-D lijst: de A-B-C-D lijst behorend bij het Uitvoeringsprogramma toekomstbestendige werklocaties zoals jaarlijks geactualiseerd en door Gedeputeerde Staten vastgesteld;

h. aanzicht bedrijfspand: het vooraanzicht van een bedrijfspand inclusief gevel en voorterrein.

  • i.

    haventerrein: bedrijventerrein behorende tot een zee- of binnenhaven als bedoeld in artikel 2, punt 155 en 156 en de artikelen 56 ter en quater van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. 

Artikel 2

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke maatregelen ten behoeve van de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen in Noord-Holland die zijn opgenomen in de A-B-C-D lijsten, niet zijnde ingrepen met betrekking tot het aanzicht van bedrijfspanden.

  • 2.

    Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke maatregelen ten behoeve van de herstructurering van bestaande haventerreinen in Noord-Holland die zijn opgenomen in de A-B-C-D lijsten, niet zijnde ingrepen met betrekking tot het aanzicht van bedrijfspanden.

  • 3.

    Subsidie kan worden verstrekt voor met fysieke maatregelen verband houdende procesmaatregelen ten behoeve van de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen en haventerreinen in Noord-Holland die zijn opgenomen in de A-B-C-D lijsten, niet zijnde ingrepen met betrekking tot het aanzicht van bedrijfspanden.

  • 4.

    Subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van een bedrijventerrein:

    • a.

      waarvoor subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt;

    • b.

      waarvoor in het kader van een eerdere uitvoeringsregeling van de Provincie Noord-Holland gericht op herstructurering en intelligent ruimtegebruik voor bedrijventerreinen in de afgelopen vijf jaar al subsidie is verstrekt voor een activiteit als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    Subsidie als bedoeld in het vierde lid wordt verstrekt indien subsidieontvanger één of meer subsidies aan natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen verstrekt en deze uitsluitend worden aangewend voor fysieke maatregelen ten behoeve van de verbetering van het aanzicht van bedrijfspanden of voor duurzaamheidsmaatregelen voor bedrijfspanden.

  • 6.

    Voor de activiteiten, genoemd in de leden 1 tot en met 3 wordt per bedrijventerrein één aanvraag in behandeling genomen.

  • 7.

    Aanvragen waarbij voor meer dan 3 bedrijventerreinen of haventerreinen subsidie wordt aangevraagd, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 4

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste en vierde lid wordt verstrekt aan gemeenten en aan openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen, die een zee- of binnenhaven beheren of exploiteren.  

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3, derde lid, wordt verstrekt aan gemeenten, aan openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen en aan privaatrechtelijke rechtspersonen, die een zee- of binnenhaven beheren of exploiteren.

Artikel 5

Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 6

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 7

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

a. een begroting van de kosten van de activiteit;

b. een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

c. een inhoudelijke beschrijving van de activiteit inclusief een analyse van de uitvoeringsrisico’s en een toelichting op de investeringsbereidheid van de betrokken ondernemers voor zover het betreft subsidieaanvragen voor fysieke maatregelen.

Artikel 8

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 9

1. GS stellen jaarlijks een periode vast, waarbinnen aanvragen om subsidie op grond van deze regeling kunnen worden ingediend.

2. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend op een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld formulier en is tijdig ingediend indien deze in het openstellingsbesluit genoemde periode is ontvangen;

3. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het openstellingsbesluit genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen;

4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 16 weken na afloop van de in lid 1 genoemde periode op de ingediende aanvragen.

Artikel 10

  • 1. Subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de activiteit niet financieel haalbaar is;

    • b.

      met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      de activiteit voor meer dan de helft betrekking heeft op kantoor-, horeca-, detailhandel- of transformatielocaties;

    • d.

      de activiteit betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud;

    • e.

      in het kader van deze regeling of een eerdere uitvoeringsregeling gericht op herstructurering en intelligent ruimtegebruik voor bedrijventerreinen voor dezelfde activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met derde lid, al subsidie is verstrekt;

    • f.

      de aanvraag bij toepassing van de in artikel 14, tweede lid, onderdelen a, b en c beschreven criteria minder dan 12 punten heeft behaald.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel e wordt voor activiteiten ter verbetering van het aanzicht van bedrijfspanden en duurzaamheidsmaatregelen een tweede aanvraag niet geweigerd.

Artikel 11

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 lid 1 wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    de naar het oordeel van Gedeputeerde Staten noodzakelijke, rechtstreeks aan de activiteit toe te rekenen kosten;

  • b.

    VAT kosten op de uitvoering van de activiteiten tot maximaal 7 % van de kosten genoemd onder a;

  • c.

    onvoorziene kosten tot maximaal 10 % van de kosten genoemd onder a.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt verstrekt voor de volgende kosten, met inbegrip van planningskosten:

  • a.

    investeringen ten behoeve van de bouw, vervanging of modernisering van haveninfrastructuur;

  • b.

    investeringen ten behoeve van de bouw, vervanging of modernisering van toegangsinfrastructuur.

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3, derde lid, wordt verstrekt voor de kosten van de inzet van externe kennis en ervaring bij het uitvoeren van procesmaatregelen.

  • 4.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

  • a.

    bodemsanering;

  • b.

    door de aanvrager verschuldigde BTW;

  • c.

    personeelskosten van de aanvrager.

Artikel 12

  • 1.

    De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 3, eerste lid, bedraagt 25% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 550.000,-;

  • 2.

    De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 3, tweede lid, bedraagt 25% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 550.000,-;

  • 3.

    De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 3, derde lid, bedraagt 25% van de subsidiabele kosten voor procesmaatregelen tot maximaal € 100.000,-;

  • 4.

    De subsidie voor activiteiten genoemd onder artikel 3, vijfde lid, bedraagt 25% van het door de aanvrager te besteden budget ten behoeve van de verbetering van het aanzicht van bedrijfspanden of duurzaamheidsmaatregelen tot maximaal € 100.000,-;

  • 5.

    De totale op grond van lid 1 in samenhang met lid 4 te verlenen subsidie kan maximaal € 550.000,- bedragen.

  • 6.

    Indien toepassing van deze regeling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatsteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteiten niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 (de-minimissteun) verstrekt mag worden. 

Artikel 13

Indien de subsidieontvanger voor dezelfde activiteit bijdragen of subsidie van derden ontvangt, wordt de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag niet meer bedraagt dan 100% van de kosten van de activiteit.

Artikel 14

1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

  • a.

    het effect van de ingreep ten opzichte van de investering;

  • b.

    de urgentie van de herstructurering op basis van de A-B-C-D lijsten;

  • c.

    de uitvoeringsperiode en uitvoerbaarheid van het project;

  • d.

    de mate waarin het project bijdraagt aan beheer op het bedrijventerrein;

  • e.

    de mate waarin praktische duurzame maatregelen in de fysieke uitvoering van het project zijn meegenomen.

3. Per criterium kan 1 tot en met 10 punten worden behaald;

4. Aan de in het vorige lid genoemde criteria worden de volgende wegingsfactoren toegekend:

  • a.

    onderdeel a heeft een wegingsfactor van 2;

  • b.

    onderdeel b heeft een wegingsfactor van 1,6

  • c.

    onderdeel c heeft een wegingsfactor van 1,4;

  • d.

    onderdeel d heeft een wegingsfactor van 1,2;

  • e.

    onderdeel e heeft een wegingsfactor van 1.

5. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

6. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 15

De subsidieontvanger is verplicht om:

a. uiterlijk één jaar na subsidieverlening met de activiteit te starten;

b. de met behulp van de subsidie gerealiseerde herstructurering, middels een organisatie voor beheer, minimaal 10 jaar in stand te houden.

Artikel 16

1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

2. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier vast.

3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 17

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.

3. De Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2014 wordt ingetrokken.

4. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie Herstructurering en intelligent ruimtegebruik bedrijventerreinen Noord-Holland 2017.

Ondertekening

Haarlem, 13 juni 2017.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 22 juni 2017

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.