Regeling vervallen per 01-07-2021

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 27 maart 2018, nr. 999181/1054059, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie innovatieve financiering duurzaamheidsmaatregelen woningen Noord-Holland 2018

Geldend van 31-03-2018 t/m 30-06-2021

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 27 maart 2018, nr. 999181/1054059, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie innovatieve financiering duurzaamheidsmaatregelen woningen Noord-Holland 2018

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat het gewenst is om de ontwikkeling van innovatieve financieringsconcepten voor duurzaamheidsmaatregelen aan woningen te ondersteunen;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie innovatieve financiering duurzaamheidsmaatregelen woningen Noord-Holland 2018

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

De-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon die aantoonbaar geëquipeerd is om de in artikel 3 bedoelde activiteiten uit te voeren.

Artikel 3

Subsidie kan worden verstrekt voor:

a. het in Noord-Holland in de praktijk testen van een voor Noord-Holland nieuwe, object-gebonden financieringsconstructie voor duurzaamheidsmaatregelen aan woningen ten behoeve van eigenaren-bewoners en verenigingen van eigenaren al dan niet in combinatie met;

b. de ontwikkeling van een financieringsconstructie als bedoeld in onderdeel a.

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

a. een begroting van de kosten van de activiteit;

b. een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

c. een projectplan waarin ten minste de volgende onderdelen zijn opgenomen:

1°. een heldere beschrijving van de financieringsconstructie;

2° een beschrijving van het knelpunt dat door de financieringsconstructie wordt opgelost;

3°. een beschrijving van de partijen die betrokken zijn of een rol spelen bij de financieringsconstructie;

4° het toepassingsbereik, de doelgroep van de financieringsconstructie en de verwachte omvang van deze doelgroep;

5° een beschrijving van de manier waarop de gerealiseerde energiebesparing wordt gegarandeerd en overdraagbaar is;

6° een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager geëquipeerd is om de in artikel 3 bedoelde activiteiten uit te voeren.

Artikel 5

1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode vanaf het tijdstip als bedoeld in artikel 13, eerste lid, tot en met 31 december 2020.

2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 6

Het subsidieplafond bedraagt € 400.000,-.

Artikel 7

1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

a. de activiteit financieel niet haalbaar is;

b. de uitvoering van de activiteit voor zover het betreft het testen van de financieringsconstructie is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

c. de financieringsconstructie naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet uitvoerbaar is;

d. de financieringsconstructie naar het oordeel van Gedeputeerde Staten op minder dan 1000 woningen kan worden toegepast;

e. de aanvrager een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings -en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);

f. tegen de aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt.

Artikel 9

1. Subsidie wordt verstrekt voor rechtstreeks aan de activiteiten gerelateerde kosten.

2. Subsidie wordt niet verstrekt voor kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend.

Artikel 10

1. De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,-.

2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de De-minimisverordening verstrekt mag worden.

3. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

4. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen beschikking omtrent subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 11

Aan de subsidieontvanger worden in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

a. de tijdens de uitvoering van de activiteit opgedane ervaringen en de financieringsconstructie worden openbaar beschikbaar gesteld;

b. de subsidieontvanger werkt actief mee aan het verspreiden van de kennis;

c. een bij de subsidieverlening vast te stellen termijn waarbinnen de activiteiten moeten zijn afgerond.

Artikel 12

1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

2. Een aanvraag tot vaststelling wordt voorzien van een eindrapportage waarin in ieder geval de volgende onderwerpen zijn opgenomen:

a. een conclusie ten aanzien van de geschiktheid van de financieringsconstructie voor daadwerkelijke toepassing in de praktijk;

b. leerpunten uit het testen van de financieringsconstructie;

c. het aantal woningeigenaren dat gebruik heeft gemaakt van de financieringsconstructie voor het laten uitvoeren van duurzaamheidsmaatregelen;

d. een schatting van de gerealiseerde energiebesparing.

3. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid.

4. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

5. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2021.

3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie innovatieve financiering duurzaamheidsmaatregelen woningen Noord-Holland 2018.

Ondertekening

Haarlem, 27 maart 2018.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 30 maart 2018

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.