Besluit van de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent het Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening 2020 (Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening Noord-Holland 2020)

Geldend van 21-01-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent het Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening 2020 (Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening Noord-Holland 2020)

De heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de provincie Noord-Holland,

Overwegende dat op grond van de Legesverordening Noord-Holland 2020 leges worden geheven van degene op wiens aanvraag een in de tarieventabel behorende bij deze verordening, omschreven dienst wordt verricht;

Overwegende dat de bevoegdheid leges te heffen als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, van de Provinciewet op grond van de artikelen 1 en 2 van het Aanwijzingsbesluit belastinginspecteur, -ontvanger en –deurwaarder Noord-Holland 2017 is toegekend aan de sectormanager financiën van de provincie Noord-Holland en de bevoegdheid leges in te vorderen is toegekend aan de sectormanager concern service centrum;

Overwegende dat het uit een oogpunt van efficiency gewenst is aan de heffings- en invorderingsambtenaar van de provincie Fryslân de bevoegdheid te mandateren tot het heffen en invorderen van leges in die gevallen, waarin Gedeputeerde Staten van Fryslân mandaat hebben gekregen om namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland te beslissen op aanvragen;

Gelet op de Legesverordening Noord-Holland 2020;

Gelet op de Wadloopverordening Noord-Holland 2019;

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen:

Mandaatbesluit heffing en invordering leges Wadloopverordening provincie Noord-Holland 2020

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    Legesverordening: Legesverordening Noord-Holland 2020;

  • -

    Wadloopverordening: Wadloopverordening Noord-Holland 2019;

  • -

    heffingsambtenaar: de provincieambtenaar, belast met de heffing van belasting op grond van artikel 227a, tweede lid onder b, Provinciewet;

  • -

    invorderingsambtenaar: de provincieambtenaar belast met de invordering op grond van artikel 227a, tweede lid onder c, Provinciewet.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1. De heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van Fryslân zijn gemandateerd de leges als bedoeld artikel 1 van de Legesverordening, in samenhang met de bijbehorende tarieventabel te heffen en in te vorderen voor zover:

    • a.

      Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan Gedeputeerde Staten van Fryslân mandaat hebben verleend tot het beslissen op de desbetreffende aanvraag, als bedoeld in artikel 4 van de Wadloopverordening;

    • b.

      voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges verschuldigd zijn op grond van de Legesverordening Noord-Holland 2020.

  • 2. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van genomen besluiten.

  • 3. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet niet op de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde kan ter uitoefening van de in artikel 2 gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen.

  • 2. De gemandateerde informeert de mandaatgever periodiek over verleend ondermandaat.

Artikel 4 Instructies en informatieverplichting

  • 1. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door de mandaatgever gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van mandaatgever in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 5. De gemandateerde informeert de mandaatgever over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 5 Ondertekening

De ondertekening, bedoeld in artikel 2 luidt:

De heffingsambtenaar van de provincie Noord-Holland,

voor deze:

De heffingsambtenaar van de provincie Fryslân.

dan wel:

De invorderingsambtenaar van de provincie Noord-Holland,

voor deze;

De invorderingsambtenaar van de provincie Fryslân.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening Noord-Holland 2020.

Ondertekening

Haarlem, 8 januari 2020.

de heffingsambtenaar van de provincie Noord-Holland,

ir. P.P. Horck,

sectormanager financiën

de invorderingsambtenaar van de provincie Noord-Holland,

drs. H.W. Janssen,

sectormanager concern service centrum