Regeling vervallen per 30-05-2012

Uitvoeringsregeling Musea, Archieven en Monumenten Noord-Holland 2011

Geldend van 10-03-2011 t/m 29-05-2012

Intitulé

Uitvoeringsregeling Musea, Archieven enMonumenten Noord-Holland 2011

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009;

Maken overeenkomstig artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 1 maart 2011, onder nummer 2011-4672 het volgende besluit hebben genomen:

Overwegende dat het wenselijk is te investeren in verbetering van het museum-en archiefaanbod alsmede het behoud van beschermde monumenten, ten einde de publieke toegankelijkheid te bevorderen;

Besluiten vast te stellen de volgende Uitvoeringsregeling musea, archieven en monumenten Noord-Holland 2011.

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    musea: musea welke op het moment van de subsidieaanvraag voorlopig of definitief zijn opgenomen in het museumregister;

  • b.

    archieven: archieven die zijn opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling;

  • c.

    monumenten: onroerende monumenten die beschermd zijn op basis van de Monumentenwet of de Monumentenverordening Noord-Holland.

Artikel 2

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan een natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van een museum, archief of monument, of die belast is met de exploitatie en het behoud daarvan.

Artikel 3

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het vergroten van de publiekstoegankelijkheid van musea en archieven door nieuwbouw en verbouw.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor het creëren, behouden of vergroten van de publiekstoegankelijkheid van monumenten door verbouw of restauratie.

Artikel 4

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    het monument, archief of museum niet in de Provincie Noord-Holland staat;

  • c.

    de benodigde vergunningen op het moment van de subsidieaanvraag niet onherroepelijk zijn;

  • d.

    voor de activiteit op grond van deze of een andere provinciale regeling reeds subsidie, met uitzondering van een subsidie voor stedelijke vernieuwing, is verstrekt;

  • e.

    naar ons oordeel het onderhoud voor tien jaar onvoldoende gewaarborgd is;

  • f.

    de exploitatie van het museum, archief of monument voor de komende tien jaar naar ons oordeel onvoldoende gewaarborgd is;

  • g.

    de aanvraag betrekking heeft op een woonhuis;

  • h.

    het monument deel uit maakt van de Stelling van Amsterdam;

  • i.

    de activiteit is voltooid voordat de aanvraag is ingediend.

Artikel 5

  • 1. Een aanvraag voor subsidie voor een museum of archief is tijdig ingediend indien deze na 1 april 2011 en voor 1 oktober 2011 door ons is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie voor een monument is tijdig ingediend indien deze:

    • a.

      na 1 april 2011 en voor 1 mei 2011 door ons is ontvangen; of

    • b.

      na 1 september 2011 en voor 1 oktober 2011 door ons is ontvangen.

  • 2. Wij beslissen over de subsidieaanvragen binnen 13 weken na afloop van de indieningstermijn.

  • 3. Een aanvraag om vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na afloop van de activiteit.

  • 4. Wij beslissen op de in het vorige lid genoemde aanvraag binnen 13 weken na ontvangst ervan.

Artikel 6

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      investeringen in onroerende goederen;

    • b.

      de kosten voor een architect tot maximaal 10% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor investeringen die naar ons oordeel niet leiden tot creatie, behoud of vergroting van de publiekstoegankelijkheid.

Artikel 7

  • 1. De subsidie bedraagt 50% van de door ons noodzakelijk geachte kosten met een maximum van € 750.000,–.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 8

  • 1. Wij stellen de volgende afzonderlijke subsidieplafonds vast:

    • a.

      voor musea en archieven;

    • b.

      voor monumenten voor de indieningstermijn, genoemd in artikel 5, tweede lid onder a;

    • c.

      c voor monumenten voor de indieningstermijn, genoemd in artikel 5, tweede lid onder b.

  • 2. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, rangschikken wij de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op een prioriteitenlijst. De volgorde waarin de aanvragen op deze lijst worden gerangschikt wordt bepaald door de hoogte van de gevraagde subsidie uitgedrukt in een percentage van de subsidiabele kosten. De aanvraag met het laagste percentage wordt het hoogste gerangschikt.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste subsidiabele kosten hoger op de prioriteitenlijst geplaatst.

  • 4. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 9

De subsidieontvanger is verplicht om binnen drie maanden na de subsidieverlening de activiteit binnen zes maanden de opdracht te gunnen.

Artikel 10

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. De Uitvoeringsregeling musea, archieven en monumenten Noord-Holland 2010 wordt ingetrokken.

  • 3. Deze regeling vervalt op 31 december 2011.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Musea, Archieven en Monumenten Noord-Holland 2011.

Ondertekening

Haarlem, 1 maart 2011.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
T.Kampstra, waarnemend provinciesecretaris.