Regeling vervallen per 01-01-2012

Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren (WIJ)

Geldend van 20-10-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren

Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren (WIJ)

De Raad van de gemeente Leek/Marum/ Noordenveld;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 juli 2010;

Gelet op artikel 47, eerste lid, gemeentewet,

de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35 van de Wet investeren in jongeren en de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en verlagen van uitkeringen van jongeren

van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    het bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier.

Hoofdstuk 2 TOEPASSELIJKHEID VERORDENINGEN WWB

Artikel 2. Werkleeraanbod

VERVALLEN

Artikel 3. Het verlagen van de inkomensvoorziening

VERVALLEN

Artikel 4. Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik

VERVALLEN

Artikel 5. Cliëntenparticipatie

De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:

De in de Verordening Cliëntenparticipatie gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Het verhogen en verlagen van de norm

VERVALLEN

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

VERVALLEN

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 12 oktober 2010.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeenten Noordenveld”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de Gemeente Noordenveld d.d. 8 september 2010
De voorzitter, de griffier,

Toelichting

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

. Begripsbepalingen

Ter verbetering van de leesbaarheid wordt de Wet investeren in jongeren in dit Raadsbesluit aangeduid met ‘de wet’.

Artikel 2. Werkleeraanbod

Het simpelweg bepalen dat de Re-integratieverordening WWB van overeenkomstige toepassing is, kan knelpunten opleveren. Omdat met de WIJ een recht op werkleeraanbod wordt gerealiseerd en een paradigmawisseling is beoogd, is het uitgangspunt en daarmee ook de inhoud van de nog vast te stellen verordening met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod duidelijk afwijkend van de Re-integratieverordening WWB.

Het gaat immers niet langer om een niet afdwingbare aanspraak op voorzieningen (art. 10 WWB) maar om een afdwingbaar recht op een werkleeraanbod. Onderdelen van de Re-integratieverordening die in ieder geval wel bruikbaar zijn, zijn de bepalingen die zien op de inhoud van de aan te bieden voorzieningen. Met het eerste lid wordt de inzetbaarheid van die voorzieningen voor het bestuur ten behoeve van jongeren binnen het kader van de WIJ gerealiseerd. Uitzonderingen daarop zijn vermeld in het tweede lid. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de aldaar genoemde voorzieningen niet kunnen worden ingezet voor jongeren, omdat hun afstand tot de arbeidsmarkt nog niet zodanig groot is dat dergelijke voorzieningen beschikbaar zouden moeten worden gesteld, ter invulling van het werkleeraanbod.

Artikel 3

. Het verlagen van de inkomensvoorziening

Het wettelijke kader voor het verlagen van de inkomensvoorziening, wijkt enigszins af van het kader dat geldt voor het verlagen van de bijstand. De bevoegdheid om de bijstand te verlagen wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid (art. 18, tweede lid WWB), ontbreekt in de WIJ. Daar staat tegenover dat in artikel 45 WIJ een aantal verplichtingen is geformuleerd, dat niet met zoveel woorden in de WWB is vastgelegd maar wel aanleiding kan geven tot verlaging. Het betreft de verplichtingen die betrekking hebben op het vaststellen en uitvoeren van het werkleeraanbod. Omdat deze verplichtingen overeenkomsten vertonen met de verplichting om gebruik te maken van een voorziening als bedoeld in artikel 10 WWB, kan worden overwogen de regels die daarover in de Maatregelenverordening WWB zijn vastgelegd, van overeenkomstige toepassing te verklaren. Daarvan uitgaande zijn in artikel 3 de volgende onderdelen van de Maatregelenverordening WWB van overeenkomstige toepassing verklaard:

algemene bepalingen (bijv. over samenloop);

regels ingeval geen of onvoldoende medewerking wordt verleend bij aanbieding van een werk-/leeraanbod regels over schending van de inlichtingenplicht;

regels met betrekking tot zeer ernstige misdragingen en

regels ten aanzien van schending van de verplichting om gebruik te maken van voorzieningen.

Artikel 4

. Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik

Het beleid inzake het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik is eveneens van toepassing op de jongeren.

Artikel 5.

Cliëntenparticipatie

De regels over de samenstelling en werkwijze van de cliëntenraad gelden ook in het kader van de uitvoering van de WIJ.

Artikel 6

. Het verhogen en verlagen van de norm

Het wettelijke kader in de WIJ met betrekking tot het verhogen of verlagen van de norm of de toeslag is niet identiek met dat van de WWB. De leeftijdsverlaging voor 21-en 22-jarigen is uit de WWB geschrapt (art. 29 WWB).

Aanpassing van de Toeslagenverordening WWB kan echter pas plaatsvinden met ingang van 1 juli 2010, omdat jongeren die op 30 september 2009 een algemene bijstandsuitkering ontvangen, die nog houden tot uiterlijk 1 juli 2010. Omdat voor het overige het wettelijke kader binnen WWB en WIJ identiek is, is de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand in zijn geheel overeenkomstig van toepassing.

Artikel 7.

Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het bestuur behoudt zich het recht voor anders te besluiten indien de bepalingen in deze verordening leiden tot onbillijkheden van ernstige aard.

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 8.

Inwerkingtreding en geldingsduur

De inwerkingtreding valt samen met de inwerkingtreding van de Wij.