Regeling vervallen per 01-01-2016

Regeling dienstreizen

Geldend van 05-02-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling dienstreizen

Dienstreizen

Artikel 1 Algemene bepalingen

Lid 1

Naar de regels van deze regeling wordt vergoeding verleend van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen binnen Nederland.

Lid 2

Voor vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen naar het buitenland neemt het college in voorkomend geval een afzonderlijke beslissing.

Lid 3

Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen voor de in het eerste lid bedoelde kosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop ingevolge deze vergoeding aanspraak bestaat.

Artikel 2 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a

    betrokkene: de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

  • b

    standplaats: de gemeente of het met name bekende afzonderlijke liggend deel van de gemeente, waar de plaats van tewerkstelling van de betrokkene is gelegen;

  • c

    plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar of van waaruit de betrokkene naar het oordeel van het college gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • d

    dienstreis: een naar het oordeel van het college noodzakelijke verplaatsing van een betrokkene tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling, alsmede het hiermee verband houdende verblijf buiten deze plaats.

Artikel 3 Begin en einde van de dienstreizen

Lid 1

Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

Lid 2

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de betrokkene of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis of de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Artikel 4 Openbaar vervoer

Lid 1

Wegens reiskosten per openbaar vervoer worden vergoed de kosten van het openbaar vervoer die in verband met de dienstreis, blijkens overgelegde bewijsstukken zijn gemaakt.

Lid 2

Bovenstaande reiskosten openbaar vervoer worden vergoed naar de tweede klasse.

Lid 3

In individuele gevallen kan het college afwijken van het gestelde in lid 2 en besluiten tot vergoeding volgens de eerste klasse.

Artikel 5 Eigen motorvoertuig

Wegens reiskosten met eigen motorvoertuig wordt een vergoeding verleend van € 0,28 netto per kilometer.

Artikel 6 Eigen bromfiets

Wegens reiskosten met eigen bromfiets wordt een vergoeding wordt verleend van € 0,28 netto per kilometer.

Artikel 7 Taxi

Indien naar het oordeel van het bevoegde gezag het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.

Artikel 8 Meereizen

Indien meerdere personeelsleden ter uitvoering van dezelfde opdracht of hetzelfde doel, dezelfde dienstreis moeten maken, zijn de betrokkenen verplicht gezamenlijk te reizen, waarbij slechts een vergoeding voor de reiskosten wordt verleend aan de betrokkene, van wiens voertuig gebruik wordt gemaakt. Het meereizende personeelslid ontvangt voor de dienstreis geen vergoeding uit hoofde van deze regeling.

Artikel 9 Verblijfkosten

Lid 1

De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden op declaratiebasis vergoed blijkens overgelegde bewijsstukken.

Lid 2

Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de gemeente.

Artikel 10 Reisdeclaraties

Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op een door het college voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan, voor zover nodig in individuele gevallen en ten aanzien van een door het college aan te wijzen groep van betrokkenen, in afwijking van de bij of krachtens dit besluit gestelde regelen, besluiten, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 12 Slotbepaling

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling dienstreizen"

Lid 2

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998. Met ingang van deze datum vervallen de "Regelingen dienstreizen" zoals vastgesteld door de colleges van de gemeenten Norg, Peize en Roden.

Algemene toelichting

Artikel 3, 4 en 6 hebben betrekking op verblijfskostenvergoedingen die van overheidswege ontvangen worden en waarvoor betaling verschuldigd is. Dit komt in de praktijk niet voor. En op basis van artikel 1 kunnen de werkelijk gemaakte kosten door de medewerker gedeclareerd worden.Artikel 5 heeft betrekking op de mogelijkheid om een lagere verblijfskostenvergoeding vast te stellen als veelvuldig dienstreizen moeten worden gemaakt. Van dit artikel wordt nooit gebruik gemaakt.