Regeling melding en openbaarmaking nevenwerkzaamheden

Geldend van 29-05-2007 t/m heden

Intitulé

Regeling melding en openbaarmaking nevenwerkzaamheden

Melding en openbaarmaking nevenwerkzaamheden

Artikel 1

Voor het melden van nevenwerkzaamheden op grond van artikel 15:1e van de CAR maakt de ambtenaar gebruik van het hierbij gevoegde meldingsformulier.

Artikel 2

Het college toetst de melding van nevenwerkzaamheid aan het verbod op grond van artikel 15:1e, lid 3 waarbij het college de volgende criteria hanteert:

  • a

    onoorbare belangenverstrengeling

  • b

    botsing van belangen

  • c

    schade aan het aanzien van het ambt

  • d

    onvoldoende beschikbaarheid voor de functie

Hierbij worden de volgende punten in ogenschouw genomen:

  • -

    het karakter van de nevenwerkzaamheden

  • -

    de functie van de ambtenaar in de organisatie

  • -

    het gebied waarin de nevenwerkzaamheden worden verricht

  • -

    of er een verwevenheid met de hoofdfunctie is

  • -

    of de integriteit van de ambtenaar in het geding kan komen

  • -

    of het risico bestaat dat ambtelijke informatie bij de uitoefening van nevenwerkzaamheden kan worden misbruikt

  • -

    de reputatie van het bedrijf of de branche waarin de nevenwerkzaamheden worden verricht

  • -

    of zich in belangrijke mate publieke effecten kunnen voordoen waardoor op zichzelf aanvaardbare nevenwerkzaamheden toch extern negatief worden beoordeeld

  • -

    de zwaarte van de nevenwerkzaamheden

Artikel 3

Het college kan, indien zij op basis van de onder artikel 2 genoemde toetsing constateert dat een nevenwerkzaamheid zich niet goed verdraagt met de ambtelijke functie:

  • a

    een verbod opleggen op grond van artikel 15:1e, lid 3

  • b

    nadere afspraken met de ambtenaar maken waardoor de mogelijkheid tot belangenverstrengeling of anderszins zich niet meer voordoet

Artikel 4

De ambtenaar is verplicht het beëindigen van een nevenwerkzaamheid te melden aan het college.

Artikel 5

Openbaarmaking van nevenwerkzaamheden is van toepassing op de volgende functies:

  • a

    gemeentesecretaris

  • b

    afdelingshoofd

  • c

    concerncontroller

  • d

    commandant van de brandweer

  • e

    griffier

Artikel 6

Nevenwerkzaamheden worden openbaar gemaakt als ze de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken en als ze worden verricht door de ambtenaar die een functie als bedoeld in artikel 5 van deze regeling vervult.

Artikel 7

Openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden geschiedt door een actuele opgave van nevenwerkzaamheden in het gemeentehuis ter inzage te leggen.

Artikel 8

De opgave vermeldt:

  • a

    de hoofdfunctie;

  • b

    de nevenwerkzaamheden en de instanties waar deze verricht worden;

  • c

    de datum van ingang van de nevenwerkzaamheden;

  • d

    de eventueel aan het uitoefenen van de werkzaamheden gestelde beperkingen.

Artikel 9

De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de opgave van nevenwerkzaamheden van de ambtenaren die een functie als bedoeld in artikel 5 van deze regeling vervullen.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.