Verordening outplacement gewezen wethouders

Geldend van 26-10-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening outplacement gewezen wethouders

Verordening outplacement gewezen wethouders

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1

    belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;

  • 2

    outplacementbureau: bureau of organisatie, aangesloten bij een brancheorganisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

Artikel 2 Toekenning outplacementfaciliteiten

Lid 1

Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

Lid 2

De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

Lid 3

Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

Artikel 3 Maximale toekenningsduur

De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4 Uitleg regeling

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 5 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Verordening outplacement gewezen wethouders 2006’.