Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Noordenveld versie 2011

Geldend van 01-05-2011 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Noordenveld versie 2011

De Raad van de gemeente Noordenveld,

gelezen het voorstel van het presidium van 24 maart 2011;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet:

BESLUIT

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Noordenveld versie 2011:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Noordenveld;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de commissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Commissie

  • 1. Er is een commissie die door de Raad wordt ingesteld;

  • 2. De commissie bestaat uit 5 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De Raad benoemt twee leden van de commissie uit zijn midden en drie externe leden.

  • 2. De leden van de commissie die tevens raadslid zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de Raad benoemd. De leden die niet deel uitmaken van de Raad worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3. De raad benoemt één lid tevens raadslid uit de partijen die in het College vertegenwoordigd zijn en één uit de zogenaamde niet Collegepartijen. De Raad benoemt voor elk van deze raadsleden één plaatsvervanger.

  • 4. De Raad benoemt voor de externe leden één plaatsvervanger.

  • 5. De commissie benoemt de voorzitter uit de externe leden van de commissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige externe leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

  • 6. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de commissie pleegt de Raad overleg met de commissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De Raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de Raad;

    • c.

      indien de Raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van commissielid te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      uiterlijk na twee perioden van zes jaar;

    • c.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de commissie kunnen door de Raad worden ontslagen wanneer:

    • a.

      zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen;

    • b.

      op voordracht van de commissie indien deze van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van commissielid te vervullen.

  • 5. De externe leden van de commissie treden niet tegelijk af maar volgens een door de commissie op te stellen aftreedschema. De commissie brengt dit aftreedschema ter kennis van de Raad.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de commissie

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is de verordening ex artikel 96 van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De Raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van de dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaam-heden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de Raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de Raad verstuurd.

  • 3. De Raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de Raad binnen één maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de Raad voldoet, zal zij dit goed gemotiveerd aan de Raad mededelen.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de Raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de Raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de Raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2011. Op die datum verliest de Verordening op de Rekenkamercommissie versie 2004 zijn werking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamer-commissie Noordenveld versie 2011”.

Roden, 27 april 2011

De Raad van de gemeente Noordenveld,

voorzitter, griffier,