Regeling vervallen per 07-07-2012

Inspraakverordening gemeente Noordenveld

Geldend van 31-12-1999 t/m 06-07-2012

Intitulé

INSPRAAKVERORDENING GEMEENTE NOORDENVELD

De Raad van de gemeente Noordenveld,

overwegende dat de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken dient te worden geregeld;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 december 1999;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

INSPRAAKVERORDENING GEMEENTE NOORDENVELD

Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inspraak: het ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoornemens kenbaar maken van een zienswijze en daarover van gedachten wisselen;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven.

Paragraaf 2 Object van inspraak

Artikel 2

  • 1. Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur.

  • 2. In elk geval wordt inspraak verleend op beleidsvoornemens betreffende:

    • a.

      de voorbereiding of de herziening van ruimtelijke plannen;

    • b.

      de stads- of dorpsvernieuwing;

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid geen sprake is.

Paragraaf 3 Subject van inspraak

Artikel 3

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen.

Paragraaf 4 Inspraakprocedure

Artikel 4

Op de in deze verordening bedoelde inspraakprocedure is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen voor elk beleidsvoornemen, waarop inspraak wordt verleend, een inspraakprocedure vast.

  • 2. De inspraakprocedure omvat:

    • a.

      de wijze waarop inspraak wordt verleend;

    • b.

      een termijnstelling;

    • c.

      een omschrijving van de mate waarin en de voorwaarden waaronder de in artikel 3 genoemde invloed op het beleidsvoornemen kunnen uitoefenen.

Artikel 6

Burgemeester en Wethouders kunnen de inspraakprocedure wijzigen in die gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen zulks vereist. Zij geven hiervan kennis overeenkomstig het gestelde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 5 Eindverslag

Artikel 7

  • 1. Ter afronding van de inspraak maken Burgemeester en Wethouders een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde procedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een standpuntbepaling ten aanzien van deze zienswijzen waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen zou kunnen worden overgegaan.

  • 3. Burgemeester en Wethouders brengen het eindverslag na de vaststelling ter kennis van de gemeenteraad.

  • 4. Degenen die een zienswijze kenbaar hebben gemaakt ontvangen na de vaststelling van het eindverslag de standpuntbepaling ten aanzien van hun zienswijze.

Paragraaf 6 Beklagrecht

Artikel 8

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente een belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen over de wijze van uitvoering van deze verordening en de inspraakprocedure bij Burgemeester en Wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Een klacht, als bedoeld in het eerste lid, dient uiterlijk vier weken na afloop van de inspraakprocedure te worden ingediend.

  • 3. Burgemeester en Wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift over de ingediende klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verdagen.

  • 4. Burgemeester en Wethouders brengen de beslissing over het klaagschrift onmiddellijk ter kennis van de klager en de gemeenteraad.

Paragraaf 7 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Inspraakverordening gemeente Noordenveld'.

Artikel 10

  • 1.

    De verordening treedt in werking op 31 december 1999.

  • 2.

    De Inspraakverordeningen van de voormalige gemeenten Norg, Peize en Roden worden ingetrokken met ingang van de datum van het van kracht worden van de Inspraakverordening gemeente Noordenveld.

Roden, 23 december 1999

De Raad van de gemeente Noordenveld,

voorzitter, secretaris,