Regeling fiets-woonwerkverkeer 2013 gemeente Noordoostpolder

1. Aan de medewerkers van  de Gemeente Noordoostpolder met een vast dienstverband van tenminste 40% en wonend in de Gemeente Noordoostpolder of de Gemeente Urk, die een nieuwe fiets wensen aan te schaffen en die voor hun werk bij de Gemeente Noordoostpolder daadwerkelijk op meer dan de helft van hun eigen werkdagen gebruik maken van de fiets voor woon-werkverkeer, kan een renteloze lening worden verstrekt. Vervolgens verstrekt de werkgever aan deze medewerkers een onbelaste fietsvergoeding, die gebruikt dient te worden om de lening af te lossen. In ruil voor die fietsvergoeding zien de medewerkers af van een aantal vrije uren door het inleveren van bovenwettelijke vakantie-uren en vrij opneembare adv-uren.

2. De basis van de Regeling wordt gevormd door:

• -

  artikel 4a van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeente Noordoostpolder dat de ambtenaar de mogelijkheid biedt van een aantal verlof-uren af te zien;

• -

  de artikelen 37 en 107 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001, waarin de werkgever onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid wordt geboden om aan zijn medewerkers een vergoeding van de aanschafkosten van een fiets te verstrekken, welke vergoeding niet tot het loon wordt gerekend.

3. Aan de Regeling kunnen uitsluitend deelnemen medewerkers met een vast dienstverband op grond van de CAR/UWO van tenminste 40%. Het vaste dienstverband dient verder de hoofdbetrekking van de deelnemer te zijn, dat wil zeggen hij heeft niet elders een betrekking van meer dan 40% of een eigen bedrijf of werkt als zelfstandige voor meer dan 40%. Op het moment van beslissing op de aanvraag:

• -

  moet niet bekend zijn dat het dienstverband van de medewerker uiterlijk aan het eind van het volgende kalenderjaar kan eindigen of dat er voor de werknemer een outplacementtraject in gang wordt gezet;

• -

  is de werknemer niet langer dan een maand aaneengesloten arbeidsongeschikt of om andere redenen niet aan het werk;

• -

  is de werknemer niet gedetacheerd bij een andere instelling of een ander bedrijf noch wordt een dergelijke detachering binnen een jaar verwacht.

4. In artikel 6 van deze regeling staat beschreven aan welke voorwaarden de aanschaf van de nieuwe fiets met toebehoren moet voldoen. De bestelling is eenmalig en compleet. Nabestellingen worden niet in behandeling genomen. Onderdelen die niet aantoonbaar dienstig zijn aan het woon-werkverkeer vallen niet onder de regeling.

5. De werknemer kan eens in de drie kalenderjaren aan de Regeling deelnemen. Nadat de feitelijke aanschaf van een nieuwe fiets krachtens deze Regeling op enig moment heeft plaatsgevonden en is gefaciliteerd, kan de betreffende werknemer dus op zijn vroegst drie jaar later weer van de Regeling gebruik maken. Bepalend is het moment waarop de nieuwe fiets blijkens de originele aankoopnota is gekocht.

6. Medewerkers die op enigerleiwijze een vergoeding voor woon-werkverkeer ontvangen, kunnen uitsluitend aan de regeling deelnemen, als zij gedurende 36 maanden afzien van de vergoeding voor woon-werkverkeer.

7. Aanvragen in een lopend kalenderjaar kunnen uiterlijk ingediend worden tot en met oktober van dat jaar. Dit om ruim voor het einde van het lopende jaar de aanvraag nog te kunnen afhandelen en om de eventuele inlevering van ruiluren in het lopende kalenderjaar nog te kunnen realiseren.

8. De Regeling is uitsluitend van toepassing op aanvragen tot het faciliteren van de koop van een nieuwe fiets, waarvan de daadwerkelijke aanschaf nog niet heeft plaatsgevonden voor de datum van inwerkingtreding van de Regeling.

9. De Regeling kan tussentijds worden aangepast of ingetrokken indien wijziging van de fiscale, de rechtspositionele of de budgettaire kaders daartoe dwingt. Het niet verlengen of tussentijds aanpassen of intrekken van de Regeling zal geen nadelige gevolgen hebben voor degenen aan wie voor de datum waarop dat plaatsvindt reeds faciliteiten in het kader van deze Regeling zijn toegekend. Dit is slechts anders indien wettelijke bepalingen (met name de belastingwetgeving) of rechterlijke uitspraken onverkorte toekenning van de faciliteiten onmogelijk maken.

10. De Regeling kan slechts worden toegepast indien de werknemer een nieuwe fiets heeft gekocht nadat de manager en de directeur positief hebben beslist op een aanvraag van de werknemer voor het verkrijgen van faciliteiten voor de aanschaf van een nieuwe fiets. Het staat de werknemer vrij om na ontvangst van de beslissing de nieuwe fiets direct te kopen en te betalen dan wel om daarmee te wachten totdat hij de renteloze lening daadwerkelijk heeft ontvangen.

11. De werknemer is verplicht om binnen vier weken nadat hij de renteloze lening daadwerkelijk heeft ontvangen, de originele op naam gestelde, aankoopnota van de door hem aangeschafte fiets te overleggen aan cluster BMO/Salarisadministratie. De aankoopnota dient uitsluitend op naam van de werknemer zelf te zijn gesteld (en dus niet op die van zijn partner en ook niet op beider naam). De werknemer ontvangt de originele aankoopnota terug nadat cluster S&O/Salarisadministratie deze heeft geverifieerd en daarvan kopieën heeft gemaakt. Indien de originele aankoopnota niet binnen de genoemde termijn wordt overgelegd, kan de reeds verstrekte renteloze lening in een keer op het eerstvolgende netto salaris worden ingehouden.

12. De Regeling is alleen van toepassing op een nieuwe fiets die is gekocht bij een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven erkende rijwielhandelaar.

13. De werknemer mag de nieuwe fiets gedurende 36 maanden na de aankoop ervan niet verkopen of anderszins vervreemden.

14. De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van de met gebruikmaking van de Regeling gekochte fiets.

1. De werknemer van de Gemeente Noordoostpolder komt alleen voor toepassing van deze regeling in aanmerking als hij in de gemeente Noordoostpolder of in de Gemeente Urk woont. Daarbij geldt dat de nieuwe fiets op meer dan de helft van de dagen waarop de werknemer werkzaamheden voor de gemeente Noordoostpolder verricht, gebruikt dient te worden voor het woon-werkverkeer. Werknemers die bij voortduring een wisselende arbeidsplek in de gemeente hebben, kunnen niet aan het project deelnemen.

2. In verband met de fiscale regelgeving dient door de werknemer een verklaring te worden afgegeven betreffende het woon-werkgebruik van de op basis van deze Regeling gekochte nieuwe fiets. De betrokken manager dient de verklaring van de werknemer op aannemelijkheid te toetsen en tekent deze “voor akkoord” indien het woon-werk gebruik aannemelijk wordt geacht. (Indien de manager het woon-werk gebruik niet aannemelijk acht, mag hij deze verklaring vanzelfsprekend niet ondertekenen.) De verklaring van de werknemer wordt samen met het aanvraagformulier vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de directeur.

3. De werknemer dient schriftelijk te verklaren dat indien de Belastingdienst achteraf vaststelt dat onvoldoende aannemelijk is dat de fiets waarvoor een belastingvrije bijdrage is verstrekt mede ter verwerving van het loon wordt gebruikt, de fiscale gevolgen daarvan voor zijn rekening komen.

1. De werknemer komt in aanmerking voor een renteloze lening ter grootte van het aankoopbedrag (of een gedeelte daarvan) van een nieuwe fiets, vermeerderd met het aankoopbedrag (of een gedeelte daarvan) van met de fiets samenhangende zaken, en eventueel ter grootte van een gangbare fietsverzekering in ieder geval tegen diefstal van drie jaar. De renteloze lening voor de aankoop van de nieuwe fiets bedraagt maximaal € 749,- en voor de aankoop van met de fiets samenhangende zaken bedraagt maximaal € 82,-. Die lening kan vervolgens eventueel verhoogd worden met het bedrag van de genoemde verzekering.

2. De renteloze lening moet worden afgelost binnen maximaal 36 maanden middels inhouding op het netto salaris. Ter beperking van de administratieve lasten dienen de maandelijkse inhoudingen - met uitzondering van de eerste - tenminste 10 euro te bedragen.

3. De inhoudingen op het nettosalaris ter aflossing van de renteloze lening beginnen in de maand volgend op de maand waarin de lening is verstrekt.

4. Voor het aanvragen van een renteloze lening voor een nieuwe fiets dient de werknemer gebruik te maken van het bijgevoegde aanvraagformulier.

5. Indien het dienstverband wordt beëindigd terwijl de renteloze lening nog niet volledig is afgelost, worden de nog verschuldigde bedragen, bestaande uit de nog niet ingeleverde ruiluren en/of de resterende termijnen van de lening, in een keer op het/de laatste netto salaris(sen) ingehouden. Is het restant van de schuld hoger dan het totaal van die salarissen, dan moet het verschil worden terugbetaald binnen een maand na beëindiging van het dienstverband.

6. De werknemer kan door middel van een extra inhouding op zijn netto salaris de renteloze lening voortijdig aflossen. Dit heeft uitsluitend tot gevolg dat de looptijd van de lening wordt verkort. Het is dus niet mogelijk om het bedrag van de maandelijkse inhouding te verlagen. Het is evenmin mogelijk om via bank of giro bedragen over te maken naar de Gemeente Noordoostpolder ter aflossing van de renteloze lening.

1. De gemeente verstrekt de werknemer een belastingvrije fietsvergoeding ter grootte van de aankoopprijs van de nieuwe fiets tot een maximum van € 749,- en ter grootte van de aankoopprijs van met de fiets samenhangende zaken tot een maximum van € 82,-, eventueel vermeerderd met het bedrag van de fietsverzekering.

Die vergoeding dient te worden aangewend om de verstrekte lening af te lossen. Vervolgens biedt de werkgever de werknemer de mogelijkheid in ruil voor die fietsvergoeding af te zien van een aantal vrije uren door het inleveren van bovenwettelijke vakantie-uren en vrij opneembare adv-uren.

2. De waarde van een ruiluur wordt gesteld op 1/156e deel van het actuele voltijdsalaris van alle werknemers van de gemeente op 1 januari van het jaar van de definitieve bestelling. Dit uurloon wordt naar beneden afgerond op een hele euro. Het maximaal aantal in te leveren ruiluren wordt vervolgens bepaald door de verstrekte fietsvergoeding voor de aanschaf van de nieuwe fiets te delen door dit gemiddelde schaaluurloon en de uitkomst af te ronden op een geheel uur.

3. Het werkelijk aantal in te leveren ruiluren kan maximaal gelijk zijn aan het totaal aantal bovenwettelijke vakantie-uren en vrij opneembare adv-uren van de werknemer in een periode van 3 opeenvolgende kalenderjaren.

Het eerste kalenderjaar is het lopende kalenderjaar. Overgebleven vakantie-uren van voorgaande kalenderjaren tellen niet mee.

4. ls de werknemer niet voldoende (of helemaal geen) ruiluren kan (bv parttimers of werknemers zonder adv) of wil inleveren ter ruiling tegen het bedrag van de aan hem verstrekte fietsvergoeding, kan hij het (resterende) terug te betalen bedrag aan de gemeente aflossen via inhouding op zijn netto salaris gedurende een periode van maximaal 36 maanden, waarbij het maandelijks bedrag tenminste € 10,- dient te zijn.

5. Bij de aanvraag voor de renteloze lening dient de werknemer het verzoek in om de fietsvergoeding (gedeeltelijk) te ruilen tegen vrije dagen. Hij geeft per kalenderjaar aan hoeveel ruiluren hij in drie opeenvolgende kalenderjaren wil inleveren. In principe dient het totaal aantal in te leveren ruiluren gelijkmatig verdeeld te worden over de drie opeenvolgende kalenderjaren.

1. De fiets moet minimaal voldoen aan de volgende eisen:

• ·

  Het moet gaan om een nieuwe fiets voor het woon-werkverkeer. De minimale aanschafprijs van de fiets bedraagt € 500,-.

• ·

  Gelijktijdige aanschaf bij dezelfde leverancier van met de fiets samenhangende zaken kan eveneens worden gefaciliteerd. Voorbeelden van met de fiets samenhangende zaken zijn een extra slot, een steun voor de tas en een regenpak.

• ·

  De bestelling is eenmalig en compleet. Nabestellingen worden niet in behandeling genomen. Onderdelen die niet aantoonbaar dienstig zijn aan het woon-werkverkeer (bv. fietscomputer) vallen niet onder deze regeling.

• ·

  Bij de aanschaf van de nieuwe fiets kan eventueel een gangbare fietsverzekering worden afgesloten, die in ieder geval dekking tegen diefstal biedt, voor een periode van tenminste drie jaar na aankoop.

• ·

  De eventuele inruil van de oude fiets blijft voor deze regeling geheel buiten beschouwing en dient ook niet als zodanig op de originele aankoopnota vermeld te worden.

2. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gebreken of gevolgen van welke aard dan ook, die betrekking hebben op de nieuwe fiets.

1. Deze Regeling treedt in werking op 1 januari 2013 en vervangt de Regeling fiets-woonwerkverkeer zoals vastgesteld op 9 december 2008. De regeling kan worden aangehaald als Regeling fiets-woonwerkverkeer 2013 van de gemeente Noordoostpolder.

2. Deze Regeling loopt af, als de belastingspelregels terzake wijzigen en/of als burgemeester en wethouders deze regeling beëindigen. Aan de afloop van deze regeling of aan tussentijdse beëindiging kunnen door de werknemers geen vervangende rechten van welke aard dan ook ontleend worden.