Regeling vervallen per 22-05-2019

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Noordoostpolder 2013

Geldend van 13-09-2013 t/m 21-05-2019

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Noordoostpolder 2013

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013, no. ;

gelet op artikel artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet:

B E S L U I T:

De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Noordoostpolder 2013

vast te stellen met bijbehorende toelichting en het Handboek Kabels en Leidingen gemeente Noordoostpolder, onder gelijktijdige intrekking van de huidige Telecommunicatieverordening 2002 van 24 oktober 2002.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

college

college van burgemeester en wethouders van gemeente Noordoostpolder;

b.

net of netwerk

samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 onder e en h van de Telecommunicatiewet);

c.

kabels en leidingen

kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder ook begrepen de daarmee verbonden (bovengrondse) transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behalve voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en ook omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen en kabels en leidingen voor industriële netwerken;

d.

(huis)aansluiting

het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering Onroerende Zaken, of met een ander netwerk;

e.

openbare gronden

openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

f.

netbeheerder

de rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net of netwerk voor de levering van elektriciteit, gas, water, aardwarmte of WKO, dan wel aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk;

g.

grondroerder

degene, waaronder de netbeheerder, onder wiens verantwoordelijkheid graafwerkzaamheden worden verricht;

h.

gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

i.

coördinatieverplichting

de coördinerende rol van de gemeente over de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en leidingen in de gehele openbare grond binnen de gemeentelijke grenzen;

j.

werkzaamheden

handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

k.

spoedeisende werkzaamheden

reparatie of onderhoudswerk waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net is opgetreden;

l.

werkzaamheden van minder ingrijpende aard

het aanbrengen of verwijderen van kabels en leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen (mantelbuizen);

reparaties of onderhoudswerk aan kabels en leidingen met een lengte van minder dan vijfentwintig (25) meter en niet vallend onder onderdeel k van artikel 1;

het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, tot een lengte van vijfentwintig (25) meter.

m.

instemmingsbesluit

besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden;

n.

werken

een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

o.

niet-openbare kabels en leidingen

kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) die niet gebruikt worden om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

p.

marktconforme kosten

kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

q.

breekverbod

verbod voor het uitvoeren van breek- en/of graafwerkzaamheden in de grond, geldend bij extreme weersomstandigheden;

r.

uitvoeringsvoorschriften

uitvoeringsvoorschriften volgens het “Handboek kabels en leidingen van de gemeente Noordoostpolder”;

s.

omwonenden

de bewoners en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en leidingen;

t.

registratiesysteem

geautomatiseerd systeem waarin meldingen van (graaf)werkzaamheden aan kabels en leidingen worden verwerkt door of namens de gemeente.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente Noordoostpolder deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2. Deze nadere regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleend instemmingsbesluit over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2. Ook voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard als bedoeld onder onderdeel l van artikel 1 is een instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

  • 3. Het instemmingsbesluit vervalt als daarvan niet uiterlijk binnen één (1) jaar na het onherroepelijk zijn van het besluit gebruik wordt gemaakt.

  • 4. Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1. Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, vraagt daarvoor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, aan bij het college.

  • 2. Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten kan hierover vooroverleg voeren met het college om de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.

  • 3. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Noordoostpolder, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n).

  • 4. In geval van spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel k van artikel 1, volstaat een melding bij voorkeur voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college.

  • 5. Als werkzaamheden worden verricht in de gebieden die staan aangegeven op een bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart is de uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in het vierde lid, niet van toepassing.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, moet gebruik worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulier(en).

  • 2. Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bij de eerste aanvraag van ieder kalenderjaar.

    • b.

      een schriftelijke machtiging als het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen voor of namens een netbeheerder.

    • c.

      NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, maar ook de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • d.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen.

    • e.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden.

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      - een opgave van het gewenste tracé;

      - de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek betreffende de beschikbare ruimte;

      - een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, van permanente als tijdelijke aard, maar ook van de situering daarvan;

      - een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      - de maatregelen die de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      - het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3. Als de werkzaamheden betrekking hebben op kabels en leidingen van elektronische communicatienetwerken moeten, aanvullend op het tweede lid, bij de aanvraag ook de volgende gegevens worden verstrekt:

    a.aanvullend op het uitvoeringsplan wordt daarin ook opgenomen:

    - een opgave van het aantal kabels en leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels en leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

    - de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4. Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, tweede lid (werkzaamheden van minder ingrijpende aard), moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:

      • a.

        een schriftelijke machtiging als het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen voor of namens een netbeheerder;

      • b.

        NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, maar ook de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

      • c.

        de dagtekening van de melding;

      • d.

        de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

      • e.

        het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen betreffende de te verstrekken gegevens maar ook over de wijze waarop die moeten worden verstrekt.

Artikel 7 Termijnen

  • 1. Een beslissing op een instemmingsaanvraag wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na de dag van ontvangst van een volledig ingevulde aanvraag.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet Milieubeheer, de bomenverordening Noordoostpolder 2005 of een omgevingsvergunning als bedoeld in de ‘Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht’ is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

  • 4. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde.

    • b.

      veiligheid, waaronder ook verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer.

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder ook verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving.

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder ook wordt verstaan het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen.

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder ook verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder ook verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2. De voorschriften of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, opruiming, onderhoud en verplaatsing van kabels en leidingen.

    • b.

      medegebruik van telecommunicatievoorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente Noordoostpolder tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld.

    • c.

      een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

    • d.

      afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

  • 3. De grondroerder informeert omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden zoals bedoeld in onderdeel s van artikel 1 minimaal drie werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform in de gemeente van toepassing zijnde uitvoeringsvoorschriften zoals bedoeld in onderdeel r van artikel 1. In dat kader is het college ook bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van deze verordening en de bepalingen uit de uitvoeringsvoorschriften, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.

  • 5. De grondroerder vergoedt aan de gemeente Noordoostpolder de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de door de gemeente ter beschikking gestelde voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

  • 6. De grondroerder is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen terug te brengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hier zelf zorg voor te willen dragen.

  • 7. De grondroerder draagt in het geval van werkzaamheden voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen de marktconforme kosten voor herstel. Voor de berekening van de schadevergoeding wordt als basis gehanteerd de herstraattarieven conform de landelijke ‘Richtlijn Tarieven Graafwerkzaamheden’ uit 2004 en volgens de laatst vastgestelde landelijke tarieven, die jaarlijks opnieuw worden vastgesteld. In afwijking van de Richtlijn wordt echter voor de sleufbreedte altijd uitgegaan van de daadwerkelijk opgebroken verharding.

  • 8. Als binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van openbare gronden een grondroerder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel ten einde de situatie terug te brengen in de oude staat. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de grondroerder.

  • 9. Als een grondroerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, is hij verplicht de specifieke schade te herstellen ten einde de situatie terug te brengen in de oude staat.

  • 10. Het verkrijgen van een instemmingsbesluit laat onverlet dat in voorkomende gevallen ook een omgevingsvergunning is vereist. Het college draagt zorg voor een samenhangende behandeling van vergunning en aanvraag voor een instemmingsbesluit.

  • 11. Voor de afgifte van een instemmingsbesluit zijn leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente Noordoostpolder.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een grondroerder maakt op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, telecommunicatie-voorzieningen. Deze verplichting geldt als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er ook op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Als een grondroerder een marktconform aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van vooraangelegde telecommunicatievoorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is een grondroerder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Als de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen, moet een grondroerder een alternatief tracé kiezen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Verleggingen

  • 1. Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verplaatsen, op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2. Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen, in of op openbare gronden en niet vallend onder het eerste lid, gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen;

    • b.

      Eventuele compensatie wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling of schriftelijk vastgelegde (privaatrechtelijke) afspraken;

    • c.

      Compensatie wordt alleen verleend op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht;

    • d.

      Het college en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • e.

      Na een verzoek tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, maar niet later dan twaalf (16) weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

  • 3. Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

Artikel 11 Breekverbod

  • 1. Als er sprake is van extreme weersomstandigheden is het college bevoegd een breekverbod in te stellen. Of er sprake is van extreme weersomstandigheden is naar oordeel van het college.

  • 2. Betrokken grondroerders worden door het college tijdig geïnformeerd over het instellen van een breekverbod.

  • 3. Tijdig of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken grondroerders hierover informeren.

  • 4. Als er sprake is van een breekverbod is het verboden breek- en graafwerkzaamheden uit te voeren in de openbare grond en/of bestrating.

  • 5. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing en waarvan uitstel niet mogelijk is.

Artikel 12 Eigendom

  • 1. Als het eigendom, exploitatie of beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

  • 3. Op het eigendom van de kabels en leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbaar gebied is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het opnemen van het eerste lid van artikel 13 in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Noordoostpolder met betrekking tot niet-openbare kabels en leidingen.

  • 3. Verleggingen van niet-openbare kabels en leidingen, op verzoek van de gemeente, worden op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen uitgevoerd.

Artikel 14 Informatieplicht

De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in of op openbare gronden.

In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 15 Digitale gegevens

  • 1. Het college kan van een grondroerder verlangen dat het aanvragen van een instemmingsbesluit en het verstrekken van gegevens in digitale vorm geschiedt.

  • 2. Het college kan van een grondroerder verlangen dat het melden van de aanvang van de werkzaamheden in digitale vorm geschiedt.

Artikel 16 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Noordoostpolder bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente Noordoostpoldr en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk 4 Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 17 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 18 Naleving voorschriften

  • 1. Als een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college het instemmingsbesluit intrekken.

  • 2. Als een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en/of beperkingen krachtens deze verordening, moet hij op aanzegging van het college de oorspronkelijke situatie herstellen.

Artikel 19 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, als er wordt gewerkt:

    • a.

      zonder voorafgaande aanvraag of melding, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

    • b.

      in afwijking van de voorschriften uit het instemmingsbesluit;

    • c.

      in strijd met het geldende breekverbod.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde verordening wordt de Telecommunicatieverordening zoals vastgesteld in de raadsvergadering van  24 oktober 2002 van de gemeente Noordoostpolder ingetrokken.

Artikel 21 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule

  • 1. De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.

  • 2. Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 3. Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Noordoostpolder 2013".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 9 september 2013.
De griffier, de voorzitter,