Regeling vervallen per 11-05-2021

Verordening op de raadscommissies 2014

Geldend van 15-04-2015 t/m 10-05-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2015

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2014

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gezien het voorstel van de griffier van 7 mei 2014;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening op de raadscommissies 2014.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of de plaatsvervangend griffier;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Commissie Bestuur, financiën en economische zaken (BFE)

    • b.

      Commissie Woonomgeving (WO)

    • c.

      Commissie Samenleving (SLZ)

  • 2. De commissies worden ingesteld voor een periode, gelijk aan de zittingsperiode van de raad.

  • 3. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 4. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • -

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de aan de commissie toebehorende onderwerpen;

  • -

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • -

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de aan de commissie toebehorende onderwerpen;

  • -

    het voeren van overleg met ambtenaren, burgers of maatschappelijke instellingen/organisaties in de vorm Ronde tafel gesprekken, gericht op het verzamelen van informatie.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat twee commissieleden per fractie. Fracties met meer dan 6 raadsleden kunnen drie commissieleden afvaardigen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. Per fractie kunnen er maximaal twee niet-raadsleden (burgerraadsleden) tot commissielid worden benoemd.

  • 4. Een commissielid kan zich laten vervangen door een door hem per vergadering aan te wijzen lid van de raad of een burgerraadslid.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie en fungeert als technisch voorzitter.

  • 3. Indien de vaste voorzitter verhinderd is treedt een van de andere voorzitters op, of wijst de raadscommissie uit haar midden een lid aan die als voorzitter optreedt.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval methet einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. Ter ondersteuning van iedere raadscommissie fungeert een ambtenaar als commissiegriffier. Deze wordt op voordracht van de griffier en in overleg met het college door het presidium benoemd.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door de commissiegriffier van een andere commissie of door de (plaatsvervangend) griffier.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1. De leden van het college van wie delen van diens portefeuille tot het takenpakket van de commissie behoort, zijn in de regel in de vergadering aanwezig en kunnen, na toestemming van de voorzitter, deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder niet aanwezig kan zijn meldt hij dit aan de (commissie-)griffier.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De voorzitter kan het college verzoeken de secretaris of diens plaatsvervanger aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1. De raadscommissies vergaderen volgens een jaarlijks door het presidium vast te stellen rooster. De vergaderingen van de raadscommissies vinden in de regel plaats in het gemeentehuis.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste vijf dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, wordt deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering in het bezit te zijn van de commissie. Hiervoor volstaat ook digitale toezending van de stukken.

Artikel 12 De agenda

  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden stelt de agendacommissie de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 24 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van de voorzitter of een lid kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14.

  • 2. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 4. Tegelijkertijd met de ter inzage legging worden de agenda en het raadsvoorstel op de website van de gemeente geplaatst. Op verzoek worden indien mogelijk eventuele achterliggende stukken digitaal toegezonden aan belanghebbenden.

  • 5. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 6. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het in de gemeente voor aankondigingen verschijnende huis-aan-huis blad, en op andere voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze alsmede op de website van de raad ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17;

    • d.

      de voorlopige agenda.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Vervallen.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering. Dat tijdstip is ten minste vierentwintig uur gelegen nadat de leden hiervan kennis hebben kunnen nemen. Een dergelijke aankondiging kan ook via de e-mail aan de afwezige leden worden gedaan.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die zijn geagendeerd.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit bij voorkeur voor 12.00 uur op de dag van de vergadering onder opgave van naam, adres, telefoonnummer en onderwerp waarover hij het woord wil voeren aan de griffie. Het is echter ook mogelijk om onaangekondigd het woord te voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 4. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5. De spreker voert het woord nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de leden van de commissie toestaan om een korte, verhelderende vraag te stellen. Ook de wethouder krijgt de gelegenheid om een reactie te geven. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en de deelnemers aan de vergadering.

  • 6. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 17a Vragenhalfuurtje

  • 1. Voorafgaand aan de commissievergaderingen is er g vragenhalfuurtje, bedoeld voor het stellen van vragen door leden van de commissie aan elkaar of de portefeuillehouder. Dit vragenhalfuurtje vindt in gezamenlijkheid van alle commissies plaats.

  • 2. Het lid van de commissie dat tijdens het vragenhalfuurtje vragen wil stellen, meldt dit uiterlijk 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffier , onder vermelding van het onderwerp. De voorzitter kan een vraag niet toelaten indien er onvoldoende tijd is om alle vragen te behandelen of wanneer de vraag een technisch/informatief karakter heeft.

  • 3. Na de beantwoording door de portefeuillehouder krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 4. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de commissie het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan de portefeuillehouder vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

Artikel 18 Verslag

Van de commissievergadering worden beeld- en/of geluidopnames gemaakt. Deze opnames worden gearchiveerd en zijn via de website van de raad te raadplegen.

Artikel 19 Advies: geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden de standpunten opgenomen van alle fracties.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzonderingen van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 20 Volgorde sprekers

Dit artikel is vervallen.

Artikel 21 Vergaderwijze

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in principe in - één termijn, tenzij de raadscommissie anders beslist. Het Rondetafelgesprek (RTG) richt zich op het verkrijgen van nadere informatie van insprekers en nadere politieke informatie van het college. De behandeling van het onderwerp wordt afgesloten met de vraag hoe het voorstel dient te worden behandeld in de raadsvergadering.

  • 2. Tijdens de beraadslagingen is er steeds één woordvoerder per fractie. Alleen de woordvoerder neemt plaats aan de vergadertafel.

Artikel 22 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere (communicatie-)middelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan

  • 5. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28 Verslag

  • 1. In afwijking op artikel 18 van deze verordening wordt er van een besloten vergadering geen beeldopname gemaakt. Er zal een schriftelijk kort verslag worden gemaakt.

  • 2. Het concept-verslag van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 3. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 29 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van de pers aantasten.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

Vervallen

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2014.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 26 mei 2014.
de griffier, de voorzitter,