Regeling vervallen per 01-01-2017

Organisatiestatuut van de gemeente Noordoostpolder

Geldend van 03-09-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Organisatiestatuut van de gemeente Noordoostpolder

Het college van de gemeente Noordoostpolder

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en de artikelen 5, 14 en 26 van de Financiële verordening gemeente Noordoostpolder (ex artikel 212 Gemeentewet);

besluit vast te stellen:

het organisatiestatuut van de gemeente Noordoostpolder

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit organisatiestatuut wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder.

  • b.

    Directieteam: het orgaan, bestaande uit de gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris dat eindverantwoordelijk is voor het dagelijks beheer van de ambtelijke organisatie.

  • c.

    Afdeling: een organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die geen onderdeel is van het concern en op grond van dit statuut een eigen verantwoordingsplicht aan het directieteam heeft.

  • d.

    Cluster: een organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die op grond van dit statuut een eigen, rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het directieteam heeft. Onder cluster wordt in het kader van dit statuut tevens de afdeling Culturele Zaken begrepen, tenzij in een bepaling nadrukkelijk anders is bepaald.

  • e.

    Manager: leidinggevende van een cluster. Onder manager wordt in het kader van dit statuut tevens het hoofd van de afdeling Culturele Zaken begrepen

  • f.

    Middelenbeheer: het middelenbeheer omvat de voorbereiding en de uitvoering van met name:

    • -

      het personeelsbeleid;

    • -

      het informatiebeleid;

    • -

      het communicatiebeleid;

    • -

      het organisatiebeleid (incl. het huisvestingsbeleid van het gemeentelijk apparaat);

    • -

      het financiële beleid (incl. het investeringsbeleid in bedrijfsmiddelen)

    • -

      het automatiseringsbeleid;

    • -

      het algemeen juridisch beleid;

      alsmede het afleggen van verantwoording over het gevoerde beheer.

  • g.

    Budgethouder: De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris) die van het college het mandaat hebben gekregen zorg te dragen voor de realisering van de aan de budgetten verbonden taakstelling(en) ten aanzien van (delen van) producten/investeringen/(hulp)kostenplaatsen die door het college aan hem of haar zijn toegewezen.

  • h.

    Juridische rechtmatigheid: het voldoen aan gemeentelijke-, nationale - en Europese wet- en regelgeving van beheershandelingen en de vastlegging daarvan.

  • j.

    Financiële rechtmatigheid: de rechtmatigheid van beheershandelingen waaruit financiële gevolgen voortkomen die als baten, lasten en/of balansmutaties in de jaarrekening dienen te worden verantwoord. De financiële beheershandelingen dienen in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving te zijn uitgevoerd.

  • k.

    Project: geheel van samenhangende activiteiten in opdracht van het bestuur of het directieteam, uitgevoerd ten behoeve van een vooraf gedefinieerd resultaat met een begin- en eindtijdstip, gebruik makend van begrensde hulpmiddelen, vaak eenmalig van aard.

§ 1 De ambtelijke organisatie

Artikel 2 Hoofdstructuur ambtelijke organisatie

  • 1. De organisatie kent de navolgende algemene hoofdtaken

    • a.

      Het leveren van de kortcyclische dienstverlening aan de burger;

    • b.

      het activeren, bevorderen en realiseren van uitstroom van bijstandsgerechtigden;

    • c.

      het leveren van producten en diensten aan derden op het terrein van sociale zaken, burgerzaken, burgerlijke stand e.d.;

    • d.

      het realiseren/aanleggen van openbare gemeentelijke voorzieningen;

    • e.

      het beheren en onderhouden van de openbare ruimte;

    • f.

      het verlenen en handhaven van complexe vergunningen; en

    • g.

      het aansturen van externe uitvoeringsprojecten;

    • h.

      de zorg voor het besturen en beheersen van processen gericht op het:

      • -

        ontwikkelen van (nieuw) beleid;

      • -

        ontwikkelen van (nieuwe) gemeentelijke voorzieningen; en

      • -

        aansturen van externe ontwikkelingsprojecten;

    • i.

      het ontwikkelen van, het adviseren over en het toetsen van de uitvoering van het middelenbeleid;

    • j.

      het uitvoeren van de planning en controlcyclus;

    • k.

      het voeren van de financiële administratie;

    • l.

      het uitvoeren van de WOZ, belastingheffing en –invordering;

    • m.

      het verlenen van service;

    • n.

      het beheren van informatieprocessen;

    • o.

      het verlenen van bestuurs- en managementondersteuning;

    • p.

      het ontwikkelen van een controlsysteem voor een adequaat functioneren van de gemeentelijke organisatie en het monitoren van de gemeentelijke bedrijfsprocessen door middel van het opstellen en uitvoeren van audits;

    • q.

      het programmeren en organiseren van culturele voorstellingen en andere culturele activiteiten, van binnen- en buitenschoolse activiteiten met betrekking tot kunstzinnige vorming en cultureel erfgoed en het beheren en verwerven van museale en kunstcollecties en het organiseren van exposities;

    • r.

      het beheren en verhuren van culturele en cultuurhistorische accommodaties en materialen.

  • 2. Op basis van de in lid 1 genoemde algemene hoofdtaken c.q. processen is de organisatie, afgezien van de griffie, ingedeeld in de volgende clusters:

    • a.

      Financial Planning en Control;

    • b.

      Advies;

    • c.

      Klant Contact Centrum;

    • d.

      Belastingen;

    • e.

      Informatie;

    • f.

      Service en Ondersteuning;

    • g.

      Ingenieursbureau;

    • h.

      Ruimtelijke Ontwikkeling;

    • i.

      Maatschappelijke Ontwikkeling;

    • j.

      Vergunningen, Toezicht en Handhaving;

    • k.

      Werk, Inkomen en Zorg;

    • l.

      Wijkbeheer.

  • 3. Naast de onder 2 genoemde clusters bestaat het ambtelijk apparaat uit de afdeling Culturele Zaken;

  • 4. Naast de hiervoor geschetste hoofdstructuur, werkt de organisatie in zogenaamde projecten. Hierbinnen zijn twee hoofdvarianten te onderscheiden, namelijk directie-, en clusterprojecten. De concernregels met betrekking tot projecten zijn vastgelegd in het Handboek Projectmatig werken.

  • 5. Voor het doorvoeren van wijzigingen in de structuur van de ambtelijke organisatie c.q. de verdeling in en/of de toewijzing van processen aan clusters adviseert het directieteam het college.

  • 6. Het college kan het directieteam mandateren clusters, op basis van de toegewezen processen, nader in te delen in secties/teams, e.e.a. overeenkomstig de “richtlijnen inrichting organisatie”.

Artikel 3 Leiding dagelijks beheer

  • 1. Onder de verantwoordelijkheid van het college berust de zorg voor het dagelijks beheer van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie, bij het directieteam.

  • 2. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris zijn nevengeschikt aan elkaar en vormen het primaire verbindingspunt met het bestuur. Gezamenlijk zijn zij eindverantwoordelijk voor het functioneren van het directieteam en de ambtelijke organisatie, als geheel, en bevoegd maatregelen dienaangaande te treffen.

  • 3. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris stellen een onderlinge verdeling vast met betrekking tot de clusters en de directieprojecten waarvoor zij in eerste instantie verantwoordelijk zijn. Deze verdeling laat de gezamenlijke eindverantwoordelijkheid onverlet. Deze verdeling wordt vastgelegd in een organogram.

  • 4. Het directieteam kan uit eigen beweging aanwijzingen geven aan de managers om de kwaliteit, de samenhang en de uitvoering van het gemeentelijk beleid te verzekeren.

  • 5. Onder de verantwoordelijkheid van het college berust de zorg voor het middelen beheer van de gemeente bij het directieteam.

  • 6. Onder de verantwoordelijkheid van een lid van het directieteam berust het dagelijks beheer van een cluster bij een manager.

  • 7. Voor de uitoefening van één of meer van hun bevoegdheden kunnen college en de burgemeester (in de zin van eigenstandig bestuursorgaan) mandaten en volmachten verlenen. Indien in een verleend mandaat het verlenen van ondermandaten niet is uitgesloten is de functionaris aan wie het desbetreffende mandaat is verleend, bevoegd tot het verlenen van ondermandaten. De Mandaatregeling gemeente Noordoostpolder en het bijbehorende mandaatregister zijn hierop van toepassing.

Artikel 4 Organisatie financieel beheer

  • 1. Voor het financieel beheer worden onderscheiden de functies: gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris, beheerder financiën, de medewerkers van het taakveld administratie, als bedoeld in artikel 18 en de (sub-)kassiers. Een functionaris kan meerdere functies toegewezen krijgen, indien dit niet strijdig is met de uitgangspunten van controletechnische functiescheiding.

  • 2. De functies van gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris en de medewerkers van het taakveld administratie, als bedoeld in artikel 18, zijn onverenigbaar met die van beheerder financiën en (sub-)kassier alsmede met enige andere de functiescheiding wezenlijk aantastende functie. De functies beheerder financiën en (sub-)kassier zijn onverenigbaar met het budgethouderschap in algemene zin.

  • 3. De functies beheerder financiën en administrateur worden exclusief aan het cluster Financial Planning en Control toegewezen.

Artikel 5 Benoeming, schorsing, ontslag en vervanging functionarissen

  • 1. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2. Het college kan de benoeming, schorsing en ontslag van de overige medewerkers van de organisatie mandateren aan de gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris.

  • 3. Bij afwezigheid vervangen de gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris elkaar.

  • 4. De vervanging bij afwezigheid van de managers vindt horizontaal plaats overeenkomstig de “richtlijnen inrichting organisatie”. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris regelen dit binnen de clusters waarvoor zij primair verantwoordelijk zijn.

  • 5. Bij de afwezigheid van de beheerder financiën en de medewerkers, als bedoeld in artikel 18, regelt de manager Financial Planning en Control de vervanging.

Artikel 6 Ondersteunende werkzaamheden deelneming in rechtspersonen

  • 1. Bij oprichting en deelneming in rechtspersonen als bedoeld in het tweede lid van artikel 160 van de Gemeentewet, bepaalt het directieteam in overleg met het college, welke clusters ten behoeve van de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur ter zake ondersteunende werkzaamheden verrichten.

  • 2. Ambtenaren die als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur deel uitmaken van enig bestuur of raad van rechtspersonen, zijn verplicht om op nader door het college te bepalen wijze verslag uit te brengen aan het directieteam en college omtrent hun werkzaamheden als bestuurslid van de desbetreffende rechtspersoon.

  • 3. De in het tweede lid genoemde vertegenwoordigers van het gemeentebestuur in door het college opgerichte rechtspersonen en de in het eerste lid aangewezen clusters bevorderen voor zover mogelijk, dat het beheer van deze rechtspersonen voldoet aan de regels, die gelden voor de ambtelijke organisatie.

Artikel 7 Gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris

  • 1. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris zijn in algemene zin eindverantwoordelijk voor het integraal strategisch management (visieontwikkeling, concernbeleid, planvorming, prioriteitstelling, etc.) gebaseerd op de wensen van het bestuur en externe ontwikkelingen, dragen zorg voor een doeltreffende, doelmatige en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering van de organisatie en vormen het primaire verbindingspunt met het bestuur en de ondernemingsraad.

  • 2. De gemeentesecretaris/directeur is:

    • a.

      de eerste adviseur van het college, de burgemeester en de door hen ingestelde commissies en het primaire verbindingspunt met de Griffie;

    • b.

      bestuurder in de zin van de WOR en voert als zodanig het overleg met de ondernemingsraad.

  • 3. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris houden zich op de hoogte van landelijke, regionale en plaatselijke ontwikkelingen op middellange en lange termijn en:

    • a.

      signaleren kansen en bedreigingen en geven mede sturing aan de strategische ontwikkeling van de gemeente;

    • b.

      formuleren in overleg met het bestuur, een gemeentelijke visie en vertalen deze naar een uit te zetten koers voor de organisatie;

    • c.

      dragen er zorg voor dat de verschillende organisatieonderdelen - binnen de vastgestelde kaders van het concernbeleid en aanvullende bestuursopdrachten - het beleid voorbereiden, uitvoeren en periodiek evalueren. Starten en stoppen organisatiebrede projecten en sturen deze projecten zonodig aan;

    • d.

      coördineren de beleidsvoorbereiding en –uitvoering in algemene zin. Stimuleren de onderlinge afstemming tussen de verschillende organisatieonderdelen en die van ambtelijke organisatie en het bestuur en ondersteunen en faciliteren de samenwerking bij organisatiebrede zaken;

    • e.

      dragen zorg voor een goede kwaliteit (met vroegtijdige afstemming van verschillende, betrokken vakdisciplines en belanghebbenden) van de ambtelijke advisering aan het bestuur en plegen periodiek overleg met het bestuur.

    • f.

      coördineren de planning en control cyclus, leggen verantwoording af over de uitvoering van de producten/diensten/projecten van de organisatie als totaliteit en dragen zorg voor de rapportage richting ambtelijke organisatie en bestuur;

    • g.

      nemen initiatieven tot vernieuwing van de bedrijfsvoering en zijn bij uitstek gericht op een klantgericht, effectief en efficiënt functioneren van de organisatie, dragen zorg voor het behalen van doelen die hiervoor, bijvoorbeeld in strategische plannen, door het bestuur zijn vastgesteld;

    • h.

      bewaken en stimuleren het prestatieniveau en klantgerichtheid van de gemeentelijke organisatie als geheel en lossen verstoringen in de organisatie op;

    • i.

      dragen zorg dat het middelenbeleid (zoals financiën, personeel, informatievoorziening) hierop (het gestelde in sub h) wordt afgestemd, stimuleren het uitvoeren en periodiek evalueren van dit beleid en bewaken de samenhang ertussen;

    • j.

      geven direct leiding aan de managers; scheppen daarbij voorwaarden voor hun om goed te kunnen functioneren als integraal managers;

    • k.

      dragen zorg voor de uitvoering van de HR-cyclus voor hun managers

    • l.

      zijn budgethouder van toegewezen producten/diensten/projecten;

    • m.

      plegen overleg en onderhandelen met externe instanties over de formulering en uitvoering van beleid en beheer;

    • n.

      vertegenwoordigen de gemeente in diverse in- en externe overlegsituaties.

  • 4. De taken, bevoegdheden en verplichtingen van de gemeentesecretaris/directeur, als secretaris, worden nader geregeld in een door het college vast te stellen instructie voor de secretaris.

Artikel 8 Managers

  • 1. De managers zijn in algemene zin binnen de context van de eindverantwoordelijkheid van het directieteam verantwoordelijk voor het integrale strategisch management (visieontwikkeling, concernbeleid, planvorming, prioriteitstelling) gebaseerd op de wensen van het directieteam en het bestuur en externe ontwikkelingen en dragen zorg voor een doeltreffende, doelmatige en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering van het eigen cluster.

  • 2. De managers houden zich op de hoogte van landelijke, regionale en plaatselijke ontwikkelingen op middellange en lange termijn, signaleren kansen en bedreigingen en geven onder de verantwoording van het directieteam mede sturing aan de strategische ontwikkeling van de gemeente.

  • 3. De managers formuleren in overleg met het directieteam en het bestuur een gemeentelijke visie en vertalen deze naar een uit te zetten koers voor het eigen cluster.

  • 4. De managers dragen er zorg voor dat het eigen cluster - binnen de vastgestelde kaders van het concernbeleid en aanvullende bestuursopdrachten - het beleid voorbereidt, uitvoert en periodiek evalueert. De managers starten en stoppen cluster projecten en sturen deze projecten zo nodig aan.

  • 5. De managers coördineren de beleidsvoorbereiding en –uitvoering voor het eigen cluster, stimuleren de onderlinge afstemming tussen de verschillende clusters en het bestuur en ondersteunen en faciliteren de samenwerking bij organisatiebrede zaken.

  • 6. De managers dragen zorg voor een goede kwaliteit (met vroegtijdige afstemming van verschillende, betrokken vakdisciplines en belanghebbenden) van de ambtelijke advisering aan het bestuur en plegen periodiek overleg met het bestuur.

  • 7. De managers coördineren de planning en controlcyclus voor het eigen cluster, leggen verantwoording af over de uitvoering van de producten/diensten/projecten van het eigen cluster en dragen zorg voor de rapportage richting directieteam en bestuur.

  • 8. De managers nemen in overleg met het directieteam initiatieven tot vernieuwing van de bedrijfsvoering van het eigen cluster en zijn bij uitstek gericht op een klantgericht, effectief en efficiënt functioneren van het eigen cluster en dragen zorg voor het behalen van doelen die hiervoor, bijvoorbeeld in strategische plannen, door het directieteam en het bestuur zijn vastgesteld.

  • 9. De managers bewaken en stimuleren het prestatieniveau en klantgerichtheid van het eigen cluster en lossen verstoringen in de organisatie op.

  • 10. De managers dragen zorg dat het middelenbeleid (zoals financiën, personeel, informatievoorziening) binnen het eigen cluster hierop (het gestelde in lid 10) wordt afgestemd, stimuleren het uitvoeren en periodiek evalueren van dit beleid en bewaken de samenhang ertussen.

  • 11. De managers dragen zorg voor de uitvoering van de HR-cyclus binnen het eigen cluster.

  • 12. De managers zijn budgetbeheerder van toegewezen producten/diensten/projecten.

  • 13. De managers plegen overleg en onderhandelen met externe instanties over de formulering en uitvoering van beleid en beheer voor zover dit betrekking heeft op het eigen cluster.

  • 14. De managers vertegenwoordigen de gemeente in diverse in- en externe overlegsituaties.

  • 15. Onder de verantwoordelijkheid van het directieteam dragen de managers met in achtneming van gestelde kaders de zorg voor: - de uitvoering van het desbetreffende clusterplan;

    • -

      de bewaking van de uitvoering van het desbetreffende clusterplan;

    • -

      de uitvoering van de aan het desbetreffende cluster toegewezen bestuursopdrachten;

    • -

      het opvolgen van de aanwijzingen van het directieteam.

  • 16. Onder de verantwoordelijkheid van het directieteam dragen de managers met in achtneming van de gestelde kaders de zorg voor het in stand houden van de administratieve organisatie van het cluster, het bijhouden van de aan hun cluster toegewezen administraties, het tijdig en volledig aanleveren van de juiste bestuurlijke informatie, en de bewaking van de financiële rechtmatigheid in zijn algemeenheid en in het bijzonder bij de uitvoering van het clusterplan.

  • 17. Een manager draagt de zorg voor het toetsen van voorstellen die in opdracht van het directieteam voor het college worden voorbereid, op:

    • -

      de tijdigheid, de juistheid en de volledigheid van de gegeven informatie;

    • -

      de juridische rechtmatigheid, de financiële rechtmatigheid, de doelmatigheid en doeltreffendheid, alsmede de aanwijzing van ambtenaren van het cluster, die de verantwoordelijkheid zullen dragen voor de uitvoering van de voorgestelde besluiten.

§ 3 Gemeentelijk management

Artikel 9 Managementstructuur

  • 1 Het management van de ambtelijke organisatie bestaat uit twee hiërarchische managementniveaus: de leden van het directieteam en de managers.

  • 2. Het directieteam is bevoegd, conform de “richtlijnen inrichting organisatie” een derde managementniveau onder de in lid 1 bedoelde twee niveaus te creëren.

Artikel 10 Directieteam

  • 1. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris vormen het directieteam.

  • 2. Als secretaris van het directieteam treedt een door het directieteam aan te wijzen ambtenaar op. Deze functionaris wordt als directiesecretaris/concernadviseur aangeduid.

  • 3. De gemeentesecretaris/directeur en de algemeen directeur/loco-secretaris sturen de directiesecretaris/concernadviseur, in diens taakuitoefening als directiesecretaris/concernadviseur, rechtstreeks aan.

  • 4. De directiesecretaris/concernadviseur stelt in overleg met de leden van het directieteam de vergaderdata en de agenda voor de vergaderingen van het directieteam vast. Ieder lid van het directieteam kan zaken voor plaatsing op de agenda bij de directiesecretaris/concernadviseur indienen. De directiesecretaris/concernadviseur zorgt er voor, dat de agenda en bijbehorende stukken gereed worden gemaakt en zo mogelijk ten minste twee dagen voor de vergadering in het bezit zijn van de leden van het directieteam.

  • 5. Indien de agenda daartoe aanleiding geeft, nodigt het directieteam andere dan de in het eerste lid bedoelde leden uit om aan een desbetreffende vergadering van het directieteam deel te nemen.

  • 6. Van vergaderingen van het directieteam wordt door de directiesecretaris/concernadviseur een verslag opgesteld.

  • 7. Het directieteam neemt de benodigde besluiten en draagt de eindverantwoordelijkheid voor de besluitvorming en het verslag.

Artikel 11 Taken directieteam

Het directieteam draagt de primaire verantwoordelijkheid voor de volgende taken:

  • a.

    de vertaling van bestuurlijke wensen in concrete uitvoeringsplannen;

  • b.

    de strategische beleidsontwikkeling;

  • c.

    de advisering aan het bestuur;

  • d.

    het initiëren van de innovatie in de bedrijfsvoering;

  • e.

    de gemeentelijke bedrijfsvoering;

  • f.

    de medezeggenschap;

  • g.

    het opstarten en beëindigen van projecten;

  • h.

    het onderhouden van externe contacten;

  • i.

    de samenwerking vanuit het ambtelijk apparaat met de griffie;

  • j.

    de afstemming van de inhoud van clusteroverstijgende adviezen (indien noodzakelijk);

  • k.

    de afstemming van activiteiten tussen clusters onderling;

  • l.

    de afstemming van de planning, prioriteitenstelling en voortgang van de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en verantwoording;

  • m.

    de informatie-uitwisseling van gemeenschappelijke zaken;

  • n.

    het tijdig signaleren van relevante ontwikkelingen.

§ 4 Financiële organisatie

Artikel 12 Algemeen

  • 1. Onder de verantwoordelijkheid van het directieteam draagt de manager Financial Planning en Control, behalve het bepaalde in artikel 10, tevens de zorg voor:

    • a.

      het opstellen van de perspectiefnota;

    • b.

      het opstellen van de voor- en najaarsrapportages, decemberrapportage en de jaarrekening en het jaarverslag voor de gemeente als geheel;

    • c.

      het in stand houden en het voorgeschreven gebruik van het gemeentelijke rekeningschema en de gemeentelijke productenlijst;

    • d.

      het tijdig, volledig, juist en toereikend verwerken van aangereikte gegevens in de gevoerde administraties en verstrekte informatie.

  • 2. Onder de verantwoordelijkheid van het directieteam draagt de manager Belastingen onder andere zorg voor de uitvoering van de WOZ, de aangiften rijksbelastingen, BTW-aangiftes, de declaraties BTW compensatiefonds en de kwartaalaanlevering van financiële gegevens aan het CBS.

Artikel 13 Functionarissen financiële administratie

  • 1. Het voeren van de financiële administratie van de gemeente is opgedragen aan één of meer daartoe aangewezen functionarissen van het taakveld administratie van het cluster Financial Planning en Control. De desbetreffende functionarissen nemen hierbij de functionele richtlijnen en aanwijzingen van de manager Financial Planning en Control in acht.

  • 2. De onder lid 1 bedoelde functionarissen dragen de zorg voor het tijdig, het juist en het volledig verwerken van de aangereikte gegevens in de administratie.

Artikel 14 Vermogensbeheer

  • 1. De beheerder gemeentefinanciën (thesaurier) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beheren en doen beleggen van overtollige financiële middelen en het aantrekken van financiële middelen bij een tekort. De beheerder gemeentefinanciën voert de aan hem toegewezen taken uit onder toezicht van de manager Financial Planning en Control.

  • 2. De beheerder gemeentefinanciën (thesaurier) voert zijn taken uit binnen de kaders van de “Wet Financiering decentrale overheden” en artikel 14 van de “Financiële verordening gemeente Noordoostpolder” en het Treasurystatuut”.

  • 3. De manager Belastingen is verantwoordelijk voor het tijdig nemen van de vereiste invorderingsmaatregelen en van de wettelijke vervolgingsmaatregelen bij het in gebreke blijven van debiteuren.

  • 4. Onder de verantwoordelijkheid van de leden van het directieteam berust de zorg voor het chartale kasbeheer inzake debiteurenbetalingen bij de (sub-)kassiers van de clusters. De kassiers zijn belast met alleen de inning van debiteurenbetalingen in contant geld en dienen zorg te dragen voor periodieke afstorting van overtollige gelden en een deugdelijke afrekening van de verkregen ontvangsten aan de beheerder gemeentefinanciën en de daartoe aangewezen medewerkers, als bedoeld in artikel 13.

Artikel 15 Administratie bedrijfsvoering

  • 1. De administratie voor de bedrijfsvoering van de gemeente bestaat uit:

    • a.

      de financiële administratie van de gemeente als geheel en de niet per cluster verbijzonderde administraties;

    • b.

      de per cluster verbijzonderde administraties.

  • 2. Het cluster Financial Planning en Control voert de financiële administratie van de gemeente als geheel en de niet per cluster verbijzonderde administraties.

  • 3. Ieder cluster voert de door het directieteam toegewezen (verbijzonderde cluster-) administratie(s).

  • 4. Iedere administratie wordt gevoerd overeenkomstig het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”, de verordening opgesteld op grond van artikel 212 Gemeentewet, de inrichtingseisen en de Budgetregeling gemeente Noordoostpolder.

§ 5 Beleidsvoorbereiding, begroting, beleidsuitvoering en rekening

Artikel 16 Bestuursopdrachten

  • 1. Voor de beleidsvoorbereiding geeft het college bestuursopdrachten aan het directieteam.

  • 2. Een bestuursopdracht geeft het kader aan voor de inbreng bij het ontwikkelen van beleid.

  • 3. Het directieteam draagt de zorg voor uitvoering van bestuursopdrachten door de ambtelijke organisatie.

Artikel 17 Planning en controlcyclus

Het gemeentelijke begrotingscyclus (planning en controlcyclus) omvat de volgende stukken:

  • a.

    het collegeprogramma;

  • b.

    de perspectiefnota;

  • c.

    de programmabegroting en de productenraming;

  • d.

    het concernplan en de clusterplannen;

  • e.

    managementrapportages;

  • f.

    de voorjaarsrapportage en de najaarsrapportage;

  • g.

    de decemberrapportage; en

  • h.

    de jaarrekening en het jaarverslag.

Artikel 18 Budgettoedeling en begrotingsuitvoering

  • 1. Op basis van de door de raad vastgestelde programmabegroting stelt het college de productenraming vast. Het college heeft de uitvoering van de productraming aan het directieteam gemandateerd.

  • 2. Op basis van de begroting, de perspectiefnota en de productenraming van de gemeente, maken de managers in overleg met het directieteam voor het eigen cluster een clusterplan.

  • 3. In een clusterplan worden de beoogde doelen, taken, activiteiten, te leveren prestaties en in te zetten middelen van een cluster voor het eerstvolgende jaar beschreven.

  • 4. Clusterplannen worden voor aanvang van het betreffende begrotingsjaar vastgesteld door het directieteam. Met de vaststelling van de clusterplannen worden de budgetten en investeringskredieten toegewezen aan de managers, die ten aanzien van de desbetreffende budgetten en investeringskredieten invulling geven aan het budgetbeheerderschap.

Artikel 19 Budgetbevoegdheden en plichten

  • 1. De budgetbeheerders informeren het directieteam tijdig over de door hen verwachte of gesignaleerde overschrijdingen en onderschrijdingen van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • 2. Het college kan bij specifieke verplichtingen aangeven, dat deze pas kunnen worden aangegaan na uitdrukkelijke toestemming van het college. Verplichtingen genoemd in het vijfde en het zesde lid van artikel 7 van de “Financiële verordening gemeente Noordoostpolder” en verplichtingen met politiek-bestuurlijke implicaties worden te allen tijde van tevoren voorgelegd aan het college.

  • 3. Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan, indien is geconstateerd, dat er een toereikend budget of investeringskrediet beschikbaar is voor de uitvoering van de onderhavige taakstelling(en).

  • 4. De inkoop, alsmede de aanbesteding van diensten, goederen en werken vindt plaats binnen de gestelde kaders van het verleende mandaat, de budgetregeling gemeente Noordoostpolder en het inkoopbeleid.

Artikel 20 Begrotingsdiscipline en begrotingswijzigingen

  • 1. Door het college vastgestelde budgetten in de productraming en investeringskredieten mogen zonder voorafgaande toestemming van het college niet worden overschreden. Tegenvallers op specifieke inkomsten dienen in principe binnen het desbetreffende programma van de gemeentebegroting te worden opgevangen.

  • 2. Onderschrijdingen van door het college toegewezen budgetten voor uitgaven mogen zonder voorafgaande toestemming van het college worden aangewend indien dit aanwenden, met inachtneming van de budgetregeling gemeente Noordoostpolder, geschiedt binnen het betreffende product.

  • 3. Meevallers op specifieke inkomsten mogen niet zonder voorafgaande toestemming van het college worden aangewend.

  • 4. Mee- en tegenvallers op algemene inkomsten komen ten gunste dan wel ten laste van de algemene middelen.

  • 5. De onder het eerste, derde en vierde lid genoemde begrotingswijzigingen worden bij het indienen van de voorjaars- en/of najaarsrapportage en/of decemberrapportage en/of middels een separaat voorstel aan het college voorgelegd.

  • 6. Overschrijding van de lasten van een programma uit de gemeentebegroting is slechts mogelijk met voorafgaande toestemming van de raad.

  • 7. Voorstellen met betrekking tot begrotingswijzigingen worden aan de raad voorgelegd.

Artikel 21 Verantwoording en décharge

  • 1. Ieder cluster legt verantwoording aan het directieteam af over de uitvoering van het clusterplan en de uitputting van de ter beschikking gestelde budgetten en investeringskredieten. De managers leveren hiertoe tijdig, door middel van managementrapportages, de benodigde informatie aan de manager Financial Planning en Control.

  • 2. Het directieteam legt door middel van een cumulatieve samenvatting van de in lid 1 bedoelde managementrapportages, verantwoording af aan het college.

  • 3. Het college legt door middel van voor-, najaarsrapportages, de decemberrapportage en jaarstukken verantwoording af aan de raad.

  • 4. Aanbieding door het college van de jaarstukken van de gemeente over het gevoerde beheer aan de raad, impliceert de décharge van de ambtelijke organisatie met betrekking tot het gevoerde beheer en de administratie. Zulks behoudens later (in rechte gebleken) onregelmatigheden.

  • 5. Het gestelde in lid 4 is niet van toepassing voor dat cluster of die ambtenaar, waaraan het college vóór aanbieding van de rekening en het verslag aan de raad schriftelijk heeft medegedeeld niet akkoord te gaan met (onderdelen van) de rekening en het verslag.

§ 6 Juridische rechtmatigheid

Artikel 22 Juridische rechtmatigheid

  • 1. De juridische rechtmatigheid is gericht op de zorg voor:

    • a.

      het op verzoek van het management toetsen op juridische rechtmatigheid van voorstellen aan de bestuursorganen en overeenkomsten van de gemeente met derden; het toetsen van voorstellen tot vaststelling of wijziging van algemeen verbindende voorschriften, alsmede het verzorgen van de mededeling van vastgestelde (wijzigingen van) algemeen verbindende voorschriften; het opstellen van richtlijnen voor de respectievelijke clusters voor het opstellen van voorstellen tot vaststelling of wijziging van algemeen verbindende voorschriften;

    • b.

      het gevraagd en ongevraagd geven van juridisch advies aan het directieteam en clusters;

    • c.

      het op verzoek van het management opstellen van richtlijnen voor de clusters voor het toetsen van voorstellen aan het college en het toetsen van de door de gemeente te verrichten rechtshandelingen op juridische rechtmatigheid;

    • d.

      het op verzoek van het management houden van specifiek toezicht op een juiste toepassing van gemeentelijke-, nationale- en Europese wet- en regelgeving;

    • e.

      de voorbereiding van de behandeling van bezwaarschriften en het daartoe voeren van het secretariaat van de te onderscheiden kamers van de bezwarencommissie van de gemeente;

    • f.

      het op verzoek van het management vertegenwoordigen van bestuursorganen van de gemeente in gerechtelijke procedures;

    • g.

      het onderhouden van contacten met advocaten en notarissen, anders dan onder h bedoeld, voorzover deze taken niet door het college of het directieteam aan andere ambtenaren in de organisatie zijn opgedragen;

    • h.

      het adviseren van het college van burgemeester en wethouders en het ter zake doen van voorstellen met betrekking tot het voeren van civielrechtelijke rechtsgedingen; het vertegenwoordigen van de gemeente als rechtspersoon in deze procedures en het in dit kader onderhouden van contacten met advocaten en overige adviseurs c.q. deskundigen;

    • i.

      de coördinatie van de klachtbehandeling in de organisatie;

    • j.

      het bevorderen van de buitengerechtelijke geschilbeslechting en het opstellen van richtlijnen en kaders daartoe voor clusters.

  • 2. De uitvoering van de onder lid 1 bedoelde taken vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de manager Advies.

Artikel 23 Juridische rechtmatigheid bij clusters

De managers dragen onder de verantwoordelijkheid van het directieteam de zorg voor:

  • a.

    de implementatie en een juiste toepassing van gemeentelijke-, nationale- en Europese wet- en regelgeving door de onder het eigen cluster vallende ambtenaren, waarbij de door het college en/of het directieteam goedgekeurde juridische richtlijnen betreffende de juridische kwaliteitszorg worden nageleefd;

  • b.

    de toetsing van voorstellen van het eigen cluster aan het college en de toetsing van het eigen cluster voor de gemeente te verrichten rechtshandelingen op juridische rechtmatigheid.

§ 7 Verantwoording algemeen

Artikel 24 Verantwoording

Door of namens het directieteam wordt, met inachtneming van het gestelde in dit organisatiestatuut en andere terzake relevante regelingen en verordeningen (waaronder de budget- en mandaatregeling), regelmatig – zowel vooraf als achteraf – verantwoording aan het college afgelegd met betrekking tot de stand van zaken van:

  • -

    de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van de bedrijfsvoering;

  • -

    overige voor het college relevante aangelegenheden met betrekking tot de bedrijfsvoering en ambtelijke organisatie.

Artikel 25 Slotbepalingen

  • 1. Dit gewijzigde statuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt het Organisatiestatuut gemeente Noordoostpolder zoals dat op 4 maart 2010 in werking is getreden.

  • 3. Dit statuut kan worden aangehaald als Organisatiestatuut gemeente Noordoostpolder.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 23 december 2014.
de secretaris, de burgemeester,