Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende de samenstelling, werkwijze en facilitering van de Participatieraad Reglement Participatieraad sociaal domein

Geldend van 15-04-2017 t/m heden

Intitulé

Reglement Participatieraad sociaal domein

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Noordoostpolder,

gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

gelet op artikel 2.1.3, lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015);

gelet op artikel 2.10 van de Jeugdwet;

gelet op artikel 5 van de Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Noordoostpolder 2015;

B E S L U I T:

vast te stellen

het Reglement Participatieraad sociaal domein

Artikel 1 Begripsomschrijving

Alle begrippen die in de Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Noordoostpolder 2015 zijn omschreven hebben in dit reglement dezelfde betekenis. Voor de betekenis wordt verwezen naar deze verordening.

Artikel 2 Taak van de Participatieraad

  • 1. De Participatieraad adviseert over beleid binnen het sociaal domein in gemeente Noordoostpolder.

  • 2. De Participatieraad adviseert, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1, 2 en 4 van de Verordening.

Artikel 3 Instelling en samenstelling van de Participatieraad

  • 1. De Participatieraad bestaat uit minimaal zeven en maximaal negen leden, waaronder een voorzitter.

  • 2. De Participatieraad is zodanig samengesteld dat bij de leden kennis van en ervaring met het volledige sociale domein en maatschappelijke betrokkenheid bij de doelgroep aanwezig is.

  • 3. De leden van de Participatieraad:

    • a.

      worden door het college benoemd, nadat de Participatieraad hierover aan het college advies heeft uitgebracht;

    • b.

      nemen deel aan de Participatieraad op persoonlijke titel en zonder last of ruggespraak;

    • c.

      hebben kennis van de lokale situatie en de kenmerken van de gemeente;

    • d.

      beschikken over een breed maatschappelijk netwerk;

    • e.

      zijn in staat op basis van (vroegere) werkzaamheden of opgedane ervaring een bijdrage te leveren aan de advisering op tactisch/strategisch niveau;

    • f.

      worden voor een periode van vier jaar benoemd. Herbenoeming kan plaatsvinden voor ten hoogste één periode van vier jaar. In bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken;

    • g.

      wonen in gemeente Noordoostpolder.

  • 4. Bij de leden is geen sprake van belangenverstrengelingen of belangenconflicten in relatie tot de adviseringstaak.

  • 5. Vervanging van de leden vindt gespreid plaats. De Participatieraad stelt hiervoor een rooster van aftreden op. Bij tussentijdse vacatures geschiedt de benoeming voor de normale duur van vier jaar.

  • 6. Voor het werven van leden wordt door het college een oproep geplaatst.

  • 7. Leden van de Participatieraad ontvangen een jaarlijkse onkostenvergoeding. Deze vergoeding wordt door het college vastgesteld.

Artikel 4 Beëindiging lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de Participatieraad eindigt:

    • a.

      door het aflopen van de zittingsperiode;

    • b.

      door ontslag te nemen als lid;

    • c.

      door verlies van de hoedanigheid waarin werd benoemd;

    • d.

      indien door het aanvaarden van een andere, betaalde of onbetaalde functie belangenverstrengeling of belangenconflicten kunnen ontstaan;

  • 2. Een lid van de Participatieraad dat ontslag neemt, blijft in functie totdat in de vacature is voorzien.

  • 3. Het college kan de benoeming van een lid van de Participatieraad intrekken als deze zonder geldige reden zijn taak verzuimt.

  • 4. In vacatures wordt zo mogelijk binnen drie maanden voorzien.

Artikel 5 Geheimhouding en vergaderingen

  • 1. De voorzitter van de Participatieraad en het college kunnen ten aanzien van de inhoud van stukken de leden tijdelijke geheimhouding opleggen.

  • 2. De vergaderingen van de Participatieraad zijn openbaar. Wanneer tenminste drie leden, de voorzitter van de Participatieraad of het college dit vorderen kunnen de deuren worden gesloten.

  • 3. De agenda voor de vergadering wordt door de contactambtenaar in samenspraak met de Participatieraad opgesteld.

  • 4. Deskundigen, zowel gemeentelijk als extern, kunnen per onderwerp in de vergadering van de Participatieraad worden uitgenodigd.

Artikel 6 Werkwijze bij advisering

  • 1. De Algemene werkwijze van de Participatieraad is als volgt.

    • a.

      De Participatieraad streeft naar consensus in de besluitvorming over de uit te brengen adviezen. Als er geen sprake is van consensus dan zal door stemming besluitvorming plaatsvinden. Hierbij geldt dat alle leden een stem uitbrengen en de meeste stemmen de doorslag geven.

    • b.

      Het college vraagt tijdig advies over zaken die aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

    • c.

      De Participatieraad heeft na het beschikbaar stellen van het concept beleidskader tenminste twee weken de tijd om een advies aan het college uit te brengen. In spoedeisende gevallen kan deze termijn na overleg ingekort worden.

    • d.

      In het advies is meegenomen hoe de passende meedenkgroepen over de beleidsvoornemens denken.

    • e.

      De beleidsadviseur zorgt dat de Participatieraad over de juiste informatie beschikt om het advies te kunnen geven zoals het verstrekken van een plan van aanpak en tussentijdse informatie, het laten bijwonen van bijeenkomsten en het leggen van verbinding tussen passende meedenkgroepen en specialisten afkomstig uit de Participatieraad.De beleidsadviseur is de medewerker van de gemeente die het college adviseert over het vast te stellen beleidskader. Onder plan van aanpak wordt verstaan een format waarmee de Participatieraad wordt geïnformeerd over het voorgenomen proces om te komen tot een door de raad vast te stellen beleidskader.

    • f.

      De Participatieraad haalt signalen op uit de samenleving voor hun brede adviestaak door scholing, werkbezoeken, het leggen van verbinding met de passende meedenkgroepen, participatiebijeenkomsten etc.

    • g.

      De Participatieraad neemt zo dikwijls als hij dat nodig vindt voor een goede uitvoering van haar adviseringstaak contact op met inwoners of groepen van inwoners.

    • h.

      Het college reageert binnen vier weken op een gevraagd of ongevraagd advies.

  • 2. De adviesprocedure van de Participatieraad is als volgt:

    • a.

      Een plan van aanpak wordt ter informatie aan de Participatieraad aangeboden.

    • b.

      De Participatieraad bespreekt het plan van aanpak en kan eventuele opmerkingen meegeven voor de betreffende beleidsadviseur.

    • c.

      De Participatieraad geeft aan welke leden als specialist betrokken zijn bij het onderwerp.

    • d.

      De beleidsadviseur zorgt dat de specialisten tijdig en voldoende geïnformeerd worden en hun inbreng kunnen leveren.

    • e.

      De specialisten kunnen naar eigen inzicht advies vragen bij inwoners, externe partijen en andere betrokkenen.

    • f.

      Het concept beleidsvoorstel wordt ter advisering aangeboden aan de specialisten van de Participatieraad.

    • g.

      De specialisten geven namens de hele Participatieraad een inhoudelijk advies aan het college over het voorstel. De beleidsadviseur ontvangt het advies schriftelijk via de voorzitter van de Participatieraad.

    • h.

      Het beleidsvoorstel wordt met het advies van de Participatieraad aangeboden aan het college en de gemeenteraad.

    • i.

      Het college stuurt de voorzitter van de Participatieraad een brief met een reactie op het advies en argumentatie bij afwijkingen van het advies.

    • j.

      De voorzitter van de Participatieraad zorgt voor doorzending van de reactie van het college aan alle leden van de Participatieraad.

    • k.

      In de volgende vergadering van de Participatieraad vindt een evaluatie van de advisering plaats.

Artikel 7 De relatie college van burgemeester en wethouders en de Participatieraad

  • 1. Tussen een vertegenwoordiger van het college en de Participatieraad vindt over de door beide partijen aan te dragen onderwerpen minimaal één keer per jaar overleg plaats.

  • 2. Van dat overleg en de gemaakte afspraken wordt binnen twee weken een schriftelijk verslag gemaakt.

  • 3. Het college verstrekt de Participatieraad informatie over voornemens, beleid of activiteiten binnen het sociaal domein. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid te begrijpen, te ontwikkelen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 4. Er wordt jaarlijks met het college een actielijst en planning opgesteld met de onderwerpen die in dat jaar behandeld worden. Deze lijst wordt gedurende het jaar bijgewerkt en zo nodig aangevuld.

Artikel 8 Facilitering van de Participatieraad

  • 1. Het college stelt de Participatieraad vergaderruimte ter beschikking.

  • 2. Het college stelt de Participatieraad een contactambtenaar als inhoudelijk aanspreekpunt en voor administratieve ondersteuning ter beschikking. Tussen de contactambtenaar en de Participatieraad vindt overleg plaats wanneer dit door beide partijen wenselijk wordt geacht.

  • 3. Agenda en stukken worden uiterlijk een week voor de vergadering van de Participatieraad digitaal aangeleverd. Grote stukken worden per post toegezonden.

Artikel 9 Overige bepalingen

  • 1. De leden van de Participatieraad zullen in de contacten met de gemeente voordelen noch nadelen ondervinden als gevolg van het lidmaatschap van de Participatieraad.

  • 2. Aanvullingen en wijzigingen van dit reglement worden vastgesteld door het college nadat de Participatieraad is gehoord.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college. Tevoren zal de Participatieraad daarover worden gehoord.

Artikel 11 Intrekking oude regeling

Het Reglement regelende de samenstelling, werkwijze en facilitering van de Participatieraad Sociaal domein, vastgesteld 13 december 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 15 april 2017.

Artikel 13 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als Reglement Participatieraad sociaal domein.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van

burgemeester en wethouders van 4 april 2017.

De secretaris,
de burgemeester,

Bijlage 1

Medezeggenschap in het sociale domein

Bron: Lokale ondersteuning, Uitgangspunten voor een krachtige uitvoeringsorganisatie in het sociaal domein, gemeente Noordoostpolder augustus 2013

Inleiding

Voor wat betreft de medezeggenschap van inwoners, doelgroepen en professionals worden minimaal de wettelijke verplichtingen geborgd. Bepalend in de feitelijke vormgeving is echter de ambitie in het sociaal domein zaken passend te organiseren in mens- en contextgedreven vormen.

Het doel van medezeggenschap in het sociale domein is een werkwijze voor het hele sociale domein waarbij inwoners, (vertegenwoordigers van) doelgroepen/cliënten en maatschappelijke organisaties:

  • Betrokken worden bij de voorbereiding van beleid en verordeningen;

  • Mogelijkheden hebben om beleidsinitiatieven in te dienen en om het college van gevraagd en ongevraagd advies te voorzien; en

  • Mogelijkheden hebben om met de gemeente en met elkaar over de beleidsuitvoering in gesprek te gaan.

Uitgangspunt is dat iedere beleidsadviseur in het sociale domein verantwoordelijk is voor het geven van invulling aan medezeggenschap bij beleidsontwikkeling. Om de betrokkenheid van inwoners, doelgroepen en professionals bij beleidsontwikkeling te garanderen en aan de minimale wettelijke vereisten te voldoen, worden door de beleidsadviseurs in ieder geval de volgende middelen/activiteiten/gremia ingezet:

Participatieraad sociaal domein

De participatieraad beslaat het volledige sociale domein van Wmo, Participatiewet, Jeugdwet en Volksgezondheid. De raad bestaat uit betrokken inwoners waarbij kennis van het volledige sociale domein en maatschappelijke betrokkenheid bij de doelgroep aanwezig is. De raad bestaat uit 9 leden en ontvangt een onkostenvergoeding. Binnen de raad is een verdeling in specialisten op de terreinen Jeugd, Wmo en Participatiewet. De raad adviseert het college inhoudelijk over de beleidskaders die door de gemeenteraad worden vastgesteld. In het advies is meegenomen hoe de passende meedenkgroepen over de beleidsvoornemens denken. De beleidsadviseurs zorgen dat de raad over de juiste informatie beschikt om het advies te kunnen geven (plan van aanpak, informatie verstrekken, bijeenkomsten bijwonen, verbinding leggen tussen passende meedenkgroep en specialisten). De raad haalt signalen op uit de samenleving voor hun brede adviestaak door scholing, werkbezoeken, het leggen van verbinding met de passende meedenkgroepen, participatiebijeenkomsten etc. Signalen van inwoners en doelgroepen worden vertaald in gevraagd of ongevraagd advies voor het college. De taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raad is vastgelegd in het Reglement Participatieraad Sociaal domein.

Passende meedenkgroepen

Dit zijn flexibel in te richten groepen die door de beleidsadviseurs inhoudelijk betrokken

worden bij beleidsvoorbereiding en waar nodig volgens de wettelijke opdracht bij verordeningen die ter besluitvorming aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Als het wenselijk is, kunnen de groepen ook betrokken worden bij de voorbereiding van uitvoerend beleid dat ter besluitvorming aan het college wordt voorgelegd. Voor dit laatste wordt geen advies door de Participatieraad opgesteld. Via deze groepen wordt afhankelijk van de wettelijke opdracht ingezet op cliënten- en/of burgerparticipatie. De instrumenten die worden ingezet kunnen per beleidsontwikkeling verschillend zijn, omdat het passend voor de situatie moet zijn. De beleidsadviseur geeft in het college/raadsvoorstel aan hoe het proces van participatie is vormgegeven. Er wordt een verbinding tussen de meedenkgroepen en de participatieraad tot stand gebracht, voor input voor het inhoudelijk advies van de participatieraad.

Participatiebijeenkomst/netwerkoverleg/achterbanoverleg

De gemeente organiseert verschillende bijeenkomsten waar professionals, achterbanorganisaties, (vertegenwoordigers van) doelgroepen, inwoners en Participatieraadleden afhankelijk van het (beleids)onderwerp voor uitgenodigd kunnen worden. De Participatieraad kan gevraagd worden om mee te denken over de invulling van de bijeenkomsten. Het faciliteren van de bijeenkomsten door de gemeente zorgt voor verbinding tussen formele en informele zorg en voor ontmoeting en uitwisseling. Daarnaast maakt het uitwisseling van signalen mogelijk ter ondersteuning van de brede adviestaak van de Participatieraad. Ook zorgt het voor uitwisseling van informatie over ontwikkelingen in het sociaal domein waardoor kennis bij de organisaties en inwoners toeneemt en zij achterban kunnen informeren en ondersteunen. De organisaties krijgen hierbij een (ambassadeurs)rol om de informatie naar de achterban over te brengen. De beleidsadviseurs halen signalen uit de samenleving op voor beleidsuitvoering. De brede Kanteling staat centraal. Er wordt op een praktische manier invulling gegeven aan de kernwaarden zelforganiserend vermogen, wederkerigheid en integraliteit.

Er op af

Het sociale team in de wijk gaat naar de doelgroep of vertegenwoordigers van doelgroepen toe om in gesprek te gaan en signalen te ontvangen over de uitwerking van het beleid. De beleidsadviseurs van het sociale domein kunnen hierbij betrokken worden en/of worden door het sociale team geïnformeerd over de signalen voor het ontwikkelen van beleid.

  

Bijlage 2

 

Plan van aanpak om te komen tot een door de gemeenteraad vast te stellen beleidskader

 

De Participatieraad sociaal domein adviseert het college van burgemeester en wethouders inhoudelijk over de beleidskaders die door de gemeenteraad worden vastgesteld. Dit plan van aanpak vormt de start van het proces om te komen tot het vast te stellen beleidskader.

 

Voor:

 

Participatieraad Sociaal domein

Datum aanbieding plan van aanpak: 

 

Dit betreft de vergaderdatum van de

Participatieraad waarbij het plan van

aanpak ter informatie wordt

aangeboden

Projectleider/beleidsmedewerker:

 

 

Onderwerp:

 

 

Doel van het project/beleid:

 

• Korte omschrijving van doel, aanleiding, inhoudelijke achtergrond, wettelijk kader en verhouding tot andere beleidskaders. 

 

Participatieproces

 

• Hoe wordt invulling gegeven aan de passende meedenkgroepen en welke instrumenten worden ingezet?Denk bijvoorbeeld aan panels, enquêtes, bijeenkomsten.

 

• Welke personen en/of organisaties worden betrokken bij de beleidsontwikkeling?

• Hoe en wanneer wordt de Participatieraad betrokken bij de beleidsontwikkeling?

• Hoe wordt de Participatieraad van informatie voorzien?

• Hoe wordt de verbinding tussen de meedenkgroepen en de Participatieraad tot stand gebracht? 

Tijdsplanning

Wanneer moet het raadsbesluit genomen worden?Wanneer wordt door het college (ongeveer) een advies van de Participatieraad verwacht?