Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder

Geldend van 01-06-2022 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;

gelet op artikel 2, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Noordoostpolder;

de Subsidieregeling financiën en reservevorming bij subsidieverstrekking;

de Cultuurnota gemeente Noordoostpolder 2016-2019, ‘We gaan het (mee)maken!’, in het bijzonder de beslispunten 12, 13, 14 en 22 van deze nota;

besluit vast te stellen:

de Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    passieve amateurkunstbeoefening: het als toeschouwer bijwonen en beleven van een presentatie van een amateurvereniging;

  • b.

    actieve amateurkunstbeoefening: het als amateur, dus niet zijnde een gediplomeerd professional, deelnemen en actief meedoen aan een presentatie of repetitie;

  • c.

    amateurkunstinstellingen: stichtingen of verenigingen of initiatieven met als doel een bepaalde amateurkunstdiscipline te beoefenen;

  • d.

    (semi)-professionele organisaties: rechtspersonen die als professional te werk gaan in de kunstbeoefening of die naast amateurleden een professioneel, betaald kader hebben.

  • e.

    cultureel buitenevenement: een georganiseerde culturele gebeurtenis, die zich in de openlucht afspeelt, veelal voor een groot publiek en met diverse optredens, voorstellingen of activiteiten zoals een popfestival of een kunstzinnig festival.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. Het bepaalde in deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing op de verstrekking van subsidie als bedoeld in 4:23, lid 3 aanhef en onderdeel c (begrotingsubsidie).

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      activiteiten die passieve en actieve amateurkunstbeoefening bevorderen en het lokale culturele verenigingsleven ondersteunen. Het gaat om activiteiten zoals: openbare voorstellingen, uitvoeringen, exposities, beeldende kunstuitingen, optredens of andere vormen van presentatie voor publiek;

    • b.

      activiteiten van amateurkunst-instellingen én (semi)professionele organisaties die een Cultureel Visitekaartje vormen voor de gemeente Noordoostpolder als bedoeld in de Cultuurnota. Het gaat om culturele activiteiten die qua innovatie, opzet of uniciteit een voorbeeldfunctie voor de amateursector zijn of een unieke culturele beleving leveren die zowel de inwoners van Noordoostpolder als publiek van daarbuiten extra cultureel aanbod biedt, dat er anders niet zou zijn.

    • c.

      activiteiten die talentontwikkeling in groepsverband ondersteunen en verder ontwikkelen waarbij het gaat om talentontwikkeling van zowel beoefenaars van actieve amateurkunstbeoefening als niet-professionele beoefenaars bij (semi)-professionele organisaties;

    • d.

      activiteiten die actieve en passieve cultuurparticipatie door ouderen vanaf 65 jaar bevorderen.

  • 2. De activiteiten voldoen bij voorkeur aan minimaal één van de volgende doelstellingen:

    • a.

      het bevorderen van passieve en actieve cultuurbeoefening, in het bijzonder voor de jeugd (4 t/m 23 jaar);

    • b.

      het stimuleren van samenwerking tussen verenigingen, instellingen en initiatiefnemers die gezamenlijk culturele activiteiten ontplooien;

    • c.

      het ervoor zorgdragen dat verschillende culturele disciplines worden verenigend in één multidisciplinaire totaal-activiteit;

    • d.

      het bevorderen van gemeentelijke doelstellingen op het gebied van Krachtig Noordoostpolder, de Wet maatschappelijke ondersteuning, jeugdbeleid, educatie, toerisme en recreatie, economische versterking van de gemeente en vrijwilligerswerk.

Artikel 4 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 5. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten, afschrijving daar mede onder begrepen, van materialen zoals kostuums, instrumenten, technische voorzieningen voor zover die kosten niet gerelateerd zijn aan het organiseren en uitvoeren van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd.

Ook de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur of materiaal maakt geen deel uit van de subsidiabele kosten.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

De hoogte van een subsidie voor:

  • a.

    de activiteiten bedoeld onder artikel 3, lid 1 onder a, b en d bedraagt maximaal € 7.500,- met dien verstande dat wanneer deze activiteiten ook aan te merken zijn als cultureel buitenevenement de subsidie niet meer bedraagt dan € 2000,-;

  • b.

    de activiteiten bedoeld in artikel 3, lid 1 onder c bedraagt maximaal € 2.000,-

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 november 2017

Artikel 8 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017.
De burgemeester
De secretaris

Toelichting op de Subsidieregeling culturele activiteiten gemeente Noordoostpolder

Toelichting op artikel 1

Behoeft geen verdere toelichting

Toelichting op artikel 2

Hier staat dat deze regeling specifiek is bedoeld voor subsidies voor culturele activiteiten zoals genoemd in artikel 3.

Via lid 2 wordt uitgezonderd dat deze subsidieregeling ook van toepassing is op enkele (grote) instellingen/aanvragers waarmee de gemeente een vaste relatie heeft en waarvan het maximaal te verstrekken subsidiebedrag vermeld staat in de begroting. Het gaat met name om de Flevomeer bibliotheek en het Cultuurbedrijf.

Voor deze organisaties zijn er andere afspraken gemaakt met doelstellingen en verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

Daardoor worden de subsidiabele activiteiten apart getoetst en zijn niet altijd alleen maar de activiteiten van toepassing die in deze regeling genoemd staan.

Zo moet de gemeente, bijvoorbeeld, voor de lokale omroep rekening houden met uitvoering van de Mediawet 2008 en voor de FlevoMeer Bibliotheek met de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen. Met Cultuurbedrijf en FlevoMeer Bibliotheek zijn aparte Subsidieuitvoeringsovereenkomsten opgesteld en met de lokale omroep is een convenant afgesloten.

Toelichting op artikel 3:

In lid 1 wordt aangegeven wanneer een culturele activiteit subsidiabel is.

In lid 2 wordt er aan toegevoegd dat het de voorkeur geniet, wanneer de culturele activiteit bijdraagt aan minimaal één van de genoemde doelstellingen.

Dit betekent dat het bij de beoordeling kan helpen als dat het geval is, maar dat dit niet per definitie altijd noodzakelijk is.

Bovenstaande staat verder los van de beoordeling of er een financiële noodzaak is om de subsidie ook daadwerkelijk te verstrekken: die beoordeling wordt gedaan op basis van de ingediende activiteitenbegroting.

Culturele activiteiten kunnen een zekere politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap in zich dragen. Dat is eigen aan kunstuitingen.

Echter: activiteiten die als primair doel hebben een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap uit te willen dragen, zijn niet subsidiabel. Dat zijn geen culturele activiteiten waarvoor deze regeling bedoeld is.

Doorgaans zullen culturele activiteiten een ander primair doel hebben en als zij voldoen aan de in artikel 3 genoemde criteria is dat het geval.

Toelichting op artikel 4

Hierin staat dat subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.

Als gedurende het jaar het budget/subsidieplafond op is en een aanvraag voldoet inhoudelijk wel, moet de aanvraag worden afgewezen. Overschrijding van het subsidieplafond is een verplichte weigeringsgrond, artikel 4:25 lid 2 Awb.

In lid 2 staat hoe de volgorde van binnenkomst van toepassing is als er aanvullende informatie is opgevraagd door de gemeente.

Toelichting op artikel 5

Hier wordt nader uitgewerkt wat de consequentie is van het uitgangspunt dat alleen activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Voor sommige verenigingen zijn materiaalkosten, kosten van muziekinstrumenten of kostuums, decor, licht- en geluidstechniek een belangrijke kostenpost.

Voor alle duidelijkheid wordt in dit artikel aangeven dat het college dergelijke kosten niet subsidieert.

Toelichting op artikel 6

Hier wordt een limiet toegekend voor culturele subsidies. Voor een culturele activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd, bedraagt de subsidieverlening nooit meer dan € 7.500,-.

Dit is om te voorkomen dat andere aanvragers buiten de boot vallen, omdat het subsidieplafond te snel wordt bereikt.

De artikelen 7 en 8 spreken voor zich.