Regeling vervallen per 31-12-2022

Verordening op de heffing en invordering van een BIZ-bijdrage voor de bedrijveninvesteringszone centrumgebied Emmeloord 2018

Geldend van 31-12-2021 t/m 30-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een BIZ-bijdrage voor de bedrijveninvesteringszone centrumgebied Emmeloord 2018

De raad van de gemeente Noordoostpolder;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

5 september 2017, no. 506180-1;

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones; en gelet op de tussen de gemeente Noordoostpolder en de Stichting Centrummanagement Emmeloord gesloten uitvoeringsovereenkomst van 19 oktober 2017

B E S L U I T

vast te stellen de

VERORDENING op de heffing en invordering van een BIZ-bijdrage voor de bedrijveninvesteringszone centrumgebied Emmeloord 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Bedrijveninvesteringszone (BI-zone): het bij deze verordening aangewezen gebied in der gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;

  • b.

    de wet: Wet op de bedrijveninvesteringszone;

  • c.

    het college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Noordoostpolder en de Stichting Centrummanagement Emmeloord op 19 oktober 2017 gesloten uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220 a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de BI-zone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BI-zone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    • a.

      de gebruiker, zijnde degene die aan het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de BI-zone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van degene die van het belastingobject het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2017.

  • 2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

    • b.

      werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • c.

      belastingobjecten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente en onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;

    • d.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • e.

      belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard; ;

  • 2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor BIZ-bijdrage buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belasting object die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief voor de BIZ-bijdrage bedraagt bij een waarde van:

  • a.

    € 1.000,- tot en met € 300.000,- € 300,-;

  • b.

    € 300.001,- tot en met € 450.000,- € 450,-;

  • c.

    € 450.001,- tot en met € 600.000,- € 600,-;

  • d.

    € 600.001,- tot en met € 750.000,- € 750,-;

  • e.

    € 750.001,- en hoger € 900,-.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder niet van toepassing.

Artikel 13 Aanwijzing stichting

De Stichting Centrummanagement Emmeloord wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moet worden verricht.

Artikel 14 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting Centrummanagement Emmeloord voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 15 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting Centrummanagement Emmeloord ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting Centrummanagement Emmeloord gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1. De Stichting Centrummanagement Emmeloord is verplicht om binnen 12 weken na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 12 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

De Stichting Centrummanagement Emmeloord stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • a.

    meer dan ondergeschikte veranderingen in het haar financiële situatie;

  • b.

    een wijziging van de statuten;

  • c.

    een verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone centrumgebied Emmeloord 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 oktober 2017.
De griffier,   de voorzitter,

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling