Regeling vervallen per 01-01-2013

REGLEMENT, regelende het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijk afvalscheidingsstation en het opslaan en verwerken van gemeentelijke materialen op het opslagterrein aan de Montageweg 1 te Emmeloord.

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

REGLEMENT, regelende het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijk afvalscheidingsstation en het opslaan en verwerken van gemeentelijke materialen op het opslagterrein aan de Montageweg 1 te Emmeloord.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder;

gelet op de op 28 juni 1994 bij raadsbesluit door de gemeente Noordoostpolder vastgestelde Algemene Plaatselijke Verordening, in het bijzonder hoofdstuk 4, afdeling 2. Afvalstoffen, Paragraaf 3 daarvan;

B E S L U I T E N:

vast te stellen het volgende

REGLEMENT, regelende het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijk afvalscheidingsstation en het opslaan en verwerken van gemeentelijke materialen op het opslagterrein aan de Montageweg 1 te Emmeloord.

Hoofdstuk 1- Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • In dit reglement wordt verstaan onder:

  • het scheidingsstation" :

    het gedeelte van het terrein aan de Montageweg 1 te Emmeloord waar grof huishoudelijk afval wordt gelost in daarvoor bestemde containers

    "het opslagterrein" :

    het gedeelte van het terrein aan de Montageweg 1 waar gemeentelijke materialen worden opgeslagen c.q. verwerkt

    "het dagelijks bestuur" :

    burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder

    "de directeur" :

    de directeur van de sector grondgebied

    "de opzichter" :

    opzichters van de afdeling weg- en waterbouw c.a. en van de afdeling bouwkunde en groenvoorzieningen van de sector grondgebied

    "de beheerder" :

    degene(n) die onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de sector grondgebied belast is/zijn met het toezicht op het scheidingsstation en het opslagterrein

    "aanbieder" :

    degene (uit de gemeente Noordoostpolder) door wie afvalstoffen worden aageboden op het scheidingsstation

    "gemeentelijk personeel" :

    degene - in dienst bij de gemeente Noordoostpolder - die in opdracht van een opzichter en met medeweten van de beheerder, werkzaamheden uitvoert voor het opslaan c.q. verwerken van gemeentelijke materialen en veegvuil en RKG slib storten in daarvoor bestemde containers

    "vervoerder" :

    degene - niet in dienst bij de gemeente Noordoostpolder - die containers met afvalstoffen afvoert naar plaatsen waar deze afvalstoffen worden verwerkt

    "derde" :

    degene - niet in dienst bij de gemeente Noordoostpolder - die in opdracht van een opzichter en met medeweten van de beheerder, werkzaamheden uitvoert voor de afvoer van afval of voor het opslaan en verwerken van gemeentelijke materialen

    "afvalstoffen" :

    de afvalstoffen die op grond van de Wet milieubeheervergunning mogen worden geaccepteerd.

Hoofdstuk 2- Bepalingen geldend voor het scheidingsstation

Paragraaf 2.1 Bepalingen voor de aanbieder

Artikel 2.1.1

Het is alleen toegestaan afvalstoffen aan te bieden op het scheidingsstation, indien de afvalstoffen vallen binnen de geldende Wet milieubeheervergunning. Bovendien moet aan de in dit reglement gestelde eisen worden voldaan.

Artikel 2.1.2

De aanbieder dient bij het aanbieden van afvalstoffen te alleen tijde een legitimatiebewijs te kunnen tonen.

Artikel 2.1.3

De aanbieder is verplicht bij aankomst het scheidingsstation dit reglement en de aanwijzingen verstrekt door de beheerder op te volgen.

Artikel 2.1.4

Indien dit reglement danwel de aanwijzingen door of namens de directeur, de opzichter of de beheerder niet worden opgevolgd, is de opzichter c.q. de beheerder bevoegd de aanbieder de toegang tot het scheidingsstation te verbieden.

Artikel 2.1.5

Het dagelijks bestuur, de directeur, de opzichter of de beheerder kan besluiten bepaalde afvalstoffen tijdelijk niet te accepteren, indien de omstandigheden op en rond het scheidingsstation daartoe aanleiding geven.

Artikel 2.1.6.

Afvalstoffen dienen gedurende de door het dagelijks bestuur vastgestelde openingstijden, zoals vermeld op het bord bij de toegang van het scheidingsstation, te worden aangeboden. Afwijkingen van bovengenoemde openingstijden worden tijdig middels publicatie in de binnen de provincie Flevoland verschijnende dagbladen bekend gemaakt.

Artikel 2.1.7

Het is verboden op het scheidingsstation afvalstoffen te plaatsen of te storten op een andere plaats of wijze dan bij of krachtens dit reglement is bepaald.

Artikel 2.1.8

Het vervoeren en storten van afvalstoffen dient op een zodanige wijze plaats te vinden dat geen verontreiniging van de toegangswegen, het scheidingsstation en het opslagterrein of de omgeving daarvan ontstaat.

Artikel 2.1.9

Nadat de afvalstoffen zijn gestort, moet de aanbieder met zijn voertuig onmiddellijk het scheidingsstation verlaten. Het uitsorteren van afvalstoffen zonder toestemming van de beheerder is verboden.

  • 1.

    Gemorst afval moet door de aanbieder zelf worden opgeruimd;

  • 2.

    Andere personen dan aanbieders van afvalstoffen mogen zich zonder toestemming van de beheerder niet op het scheidingsstation ophouden;4.

  • 3.

    Personen jonger dan 12 jaar worden alleen op het scheidingsstation toegelaten in een voertuig. Ze mogen dit voertuig tijdens het aanbieden van de afvalstoffen niet verlaten;

  • 4.

    De op het scheidingsstation door de beheerder te geven aanwijzingen moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd.

Artikel 2.1.10

Het is verboden zich buiten de door het dagelijks bestuur vastgestelde tijden op het scheidingsstation te bevinden.

Artikel 2.1.11

Het is verboden zich zonder toestemming van de beheerder op het opslagterrein te bevinden.

Artikel 2.1.12

Het is verboden op het scheidingsstation de navolgende stoffen aan te bieden:

  • 1.

    afvalstoffen die afkomstig zijn van of aangeboden worden door bedrijven;

  • 2.

    groente- en fruitafval;

  • 3.

    overige ongesorteerde huishoudelijk afvalstoffen;

  • 4.

    emballage zoals drums, vaten, kisten, kratten e.d.;

  • 5.

    stoffen, die gevaar opleveren voor zelfontbranding, ontploffing, besmetting en straling;

  • 6.

    stoffen, die overmatige stank verspreiden of ongedierte bevatten;

  • 7.

    hete as;

  • 8.

    autowrakken en gedeelten daarvan;

  • 9.

    Klein Chemisch Afval (klein chemisch afval kan worden ingeleverd bij Goedzooi aan de Randweg 29 te Emmeloord);

  • 10.

    gasflessen (gasflessen kunnen worden ingeleverd bij Van Staveren aan de Randweg 18 te Emmeloord).

Artikel 2.1.13

Particulieren, niet zijnde een bedrijf, kunnen één keer in de veertien dagen een hoeveelheid van ten hoogste één kubieke meter afvalstoffen gratis aanbieden. De vaststelling van de omvang "kubieke meter" gebeurt door middel van schatting, door de dienstdoende beheerder.

Artikel 2.1.14

Asbest/asbesthoudende stoffen dient/dienen te zijn verpakt in dubbele gesloten en gemerkte plastic verpakking met waarschuwingstekens die het gevaar van de opgeslagen stoffen aanduiden.

Artikel 2.1.15

Kadavers dienen zonder verpakking in de daarvoor bestemde kadaveropslag te worden gedeponeerd.

Artikel 2.1.16

Het is niet toegestaan op het terrein van het gemeentelijk afvalscheidingsstation te komen met:

  • -

    tractoren, shovels e.d.

  • -

    voertuigen waarvoor een rijbewijs C nodig is

  • -

    combinaties met een hoger gewicht dan 3500 kg.

Paragraaf 2.2 Bepalingen voor de vervoerder

Artikel 2.2.1

Buiten de openingstijden mogen vervoerders zich alleen op het terrein bevinden met uitdrukkelijke toestemming van een opzichter en met medeweten van de beheerder. Bij het oprijden van en het verlaten van het terrein moeten de toegangshekken steeds gesloten worden.

Artikel 2.2.2

Het is voor vervoerders verboden om afvalstoffen uit te sorteren.

Artikel 2.2.3

Er mogen geen containers met afvalstoffen het terrein van het scheidingsstation verlaten als de benodigde documenten zoals voorgeschreven door de overheid voor het vervoer van afvalstoffen niet of onvolledig zijn ingevuld.

Artikel 2.2.4

Alle containers met afval die het scheidingsstation verlaten moeten gewogen worden op een bij de beheerder bekend zijnde en goedgekeurd zijnde weegbrug. Weegbonnen dienen binnen 24 uur bij de beheerder te worden ingeleverd.

Artikel 2.2.5

De vervoerder is verplicht bij aankomst binnen het scheidingsstation dit reglement en de aanwijzingen verstrekt door de beheerder op te volgen.

Artikel 2.2.6

Indien dit reglement danwel de aanwijzingen door of namens de directeur, de opzichter of de beheerder niet worden opgevolgd is de opzichter c.q. de beheerder bevoegd de vervoerder de toegang tot het scheidingsstation te verbieden.

Artikel 2.2.7

Het vervoeren van afvalstoffen dient op een zodanige wijze plaats te vinden dat geen verontreiniging van de toegangswegen, het scheidingsstation en het opslagterrein of de omgeving daarvan ontstaat.

Hoofdstuk 3. Bepalingen geldend voor het opslagterrein

Artikel 3.1

Het aanleveren, opslaan, verwerken en ophalen van gemeentelijke materialen mag alleen plaatsvinden met toestemming van een opzichter en met medeweten van de beheerder.

Artikel 3.2

Het aanleveren, opslaan, verwerken en ophalen van gemeentelijke materialen dient op een zodanige wijze plaats te vinden dat geen verontreiniging van de toegangswegen, het opslagterrein en het scheidingsstation of de omgeving daarvan ontstaat.

Artikel 3.3

Het is voor gemeentelijk personeel en derden verboden zonder toestemming van de beheerder zich op het scheidingsstation te bevinden.

Artikel 3.4

Het is voor gemeentelijk personeel en derden verboden om afvalstoffen uit te sorteren.

Artikel 3.5

Buiten de openingstijden mogen gemeentelijk personeel en derden zich alleen op het terrein bevinden met uitdrukkelijke toestemming van een opzichter en met medeweten van de beheerder. Bij het oprijden en het verlaten van het terrein moeten de toegangshekken steeds gesloten worden.

Artikel 3.6

Materialen moeten ordentelijk worden opgeslagen zodanig dat er geen verontreiniging kan ontstaan op het opslagterrein en rijwegen door verwaaiing, uitspoeling e.d.

Verontreinigingen ontstaan tijdens het aanleveren, opslaan, verwerken en ophalen van gemeentelijke materialen moeten door de betrokkenen terstond worden opgeruimd.

Artikel 3.7

Bij het aanleveren, opslaan, verwerken en ophalen van gemeentelijke materialen moeten te allen tijde de regels van de vergunning Wet milieubeheervergunning in acht worden genomen.

Artikel 3.8

De derden zijn verplicht bij aankomst binnen het scheidingsstation dit reglementen de aanwijzingen verstrekt door de beheerder op te volgen.

Artikel 3.9

Indien dit reglement danwel de aanwijzingen door of namens de directeur, de opzichter of de beheerder niet worden opgevolgd is de opzichter c.q. de beheerder bevoegd derden de toegang tot het scheidingsstation te verbieden.

Hoofdstuk 4. Aansprakelijkheid

Artikel 4.1

De gemeente Noordoostpolder aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van aanbieding van andere afvalstoffen dan op basis van de Wet milieubeheervergunning van het scheidingsstation en van dit reglement zijn toegestaan.

Artikel 4.2

Voor de gevolgen van het betreden van en het rijden op het terrein van het scheidingsstation aanvaardt de gemeente Noordoostpolder geen enkele aansprakelijkheid.

Artikel 4.3

De aanbieder en de vervoerder zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schade door hen, hun personeel, door hen aangewezen personen of door hen gebruikte materiaal, danwel de door hen aangevoerde afvalstoffen of andere stoffen aan het personeel van het scheidingsstation of aan in gebruik zijnde voorwerpen van derden, veroorzaakt.

Artikel 4.4

De aanbieder en de vervoerder zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de kosten van het verwijderen en/of het teniet doen van door hen aangeboden stoffen die naar het oordeel van de directeur, opzichter, beheerder, lokale danwel provinciale en/of landelijke overheid milieu-aantasting tot gevolg zouden kunnen hebben wanneer deze niet verwijderd en/of teniet gedaan zouden zijn.

Artikel 4.5

De aanbieder en de vervoerder vrijwaren de gemeente Noordoostpolder tegen alle schadeaanspraken door henzelf of door derden, ongeacht de oorzaak van de schade.

Hoofdstuk 5. Ontzegging van de toegang

Artikel 5.1

De directeur, de opzichter of de beheerder is bevoegd de aanbieder of de vervoerder die in strijd handelt met de in dit reglement gestelde regels, de toegang tot het scheidingsstation voor onbepaalde tijd te ontzeggen.

Artikel 5.2

Tegen een maatregel als in artikel 5.1 van dit hoofdstuk alsmede hoofdstuk 2 artikel 2.1.4 of artikel 2.2.6 bedoeld is, staat binnen een termijn van tien dagen na de datum van de beslissing, schriftelijk bezwaar open bij de directeur, die ter zake binnen één maand na de ontvangst van het bezwaarschrift beslist. De directeur is bevoegd de beslissing éénmaal voor ten hoogste twee maanden te verdagen. Het bezwaar schort het verbod bedoeld in artikel 5.1 van dit hoofdstuk alsmede in hoofdstuk 2 artikel 2.1.4 of 2.2.6 niet op.

Hoofdstuk 6. Inwerkingtreding

Artikel 6.1

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 april 1999.

Artikel 6.2

Op dat tijdstip wordt het op 24 maart 1998 vastgestelde reglement ingetrokken.

Hoofdstuk 7. Slotbepaling

Artikel 7.1

Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement scheidingsstation.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van
burgemeester en wethouders d.d. 23 februari 1999.
De secretaris,                              de burgemeester,