Verordening tot bestrijding van distels en zaadverspreidend onkruid.

Geldend van 29-05-1963 t/m heden

Intitulé

Distel- en onkruidbestrijdingsverordening Noordoostpolder

De raad der gemeente Noordoostpolder, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 1963, no. 3729;

B E S L U I T: vast te stellen de navolgende VERORDENING tot bestrijding van distels en zaadverspreidend onkruid.

Artikel 1.

  • 1. De gebruikers, of bij ontbreken daarvan de eigenaren van gronden zijn verplicht deze te zuiveren van distels en zaadverspreidend onkruid, voordat deze tot bloei komen.

  • 2. Onder eigenaar wordt in deze verordening ook verstaan, degene, die de eigenaar bij het beheer vertegenwoordigt en voorts een ieder, die krachtens enig zakelijk recht, bezit daaronder begrepen, beschikking heeft over de gronden.

Artikel 2.

Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de bij artikel 1, lid 1, opgelegde verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, zenden zij aan de gebruiker of, naar de onderscheiding in artikel 1, de eigenaar van de desbetreffende grond een schriftelijke lastgeving om zijn grond binnen een in die lastgeving genoemde termijn van distels en/of zaadverspreidend onkruid te zuiveren.

Artikel 3.

Indien bij nalatigheid van de gebruiker, onderscheidenlijk de eigenaar, om binnen de krachtens het vorig artikel gestelde termijn gevolg te geven aan de hem verstrekte last, burgemeester en wethouders op grond van artikel 210 des gemeentewet besluiten op kosten van de nalatige de grond van distels en/of zaadverspreidend onkruid te doen zuiveren, winnen zij omtrent de te bezigen bestrijdingsmiddelen vooraf het advies in van de Rijkstuinbouwconsulent, voor zover het tuinbouwgronden betreft en van de Rijkslandbouwconsulent met betrekking tot de overige gronden.

Artikel 4.

  • 1. Met het opsporen van overtredingen van deze verordening zijn behalve de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen en de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van landbouw en visserij, belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2. Zij hebben daartoe tussen zonsop- en -ondergang het recht van vrije toegang tot alle gronden.

Artikel 5.

Onverminderd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot het op kosten van de nalatige doen zuiveren van de grond van distels en zaadverspreidend onkruid wordt overtreding van de bepalingen dezer verordening of het niet voldoen aan een lastgeving, bedoeld in artikel 2, gestraft met hechtenis van ten hoogste tien dagen of geldboete van ten hoogste f 100,--.

Artikel 6.

De bestuurder, het bestuurslid of de commissaris van een rechtspersoon is verplicht ervoor te zorgen dat de rechtspersoon onder zijn bestuur de bepalingen van deze verordening naleeft.

Artikel 7.

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Distel- en onkruidbestrijdingsverordening Noordoostpolder".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 mei 1963.
DE SECRETARIS, DE VOORZITTER,