Regeling omtrent het medegebruik van gebouwen van de openbare en bijzondere scholen voor primair en voortgezet onderwijs

Geldend van 03-10-2001 t/m heden

Intitulé

Regeling medegebruik schoolgebouwen gemeente Noordoostpolder

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2001, no. 9944-1;

in kennis gesteld van de resultaten van het schoolbestuurlijk overleg d.d. 1 juni 2001;

gelet op artikel 102 ad f. van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 ad f. van de Wet op de Expertise Centra en artikel 217 ad f. van de Wet op het voortgezet onderwijs;

BESLUIT:

vast te stellen de

REGELING OMTRENT HET MEDEGEBRUIK VAN GEBOUWEN VAN DE OPENBARE- EN BIJZONDERE SCHOLEN VOOR PRIMAIR- EN VOORTGEZET ONDERWIJS.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    WPO: de Wet op het primair onderwijs;

  • b.

    WEC: de Wet op de expertise centra;

  • c.

    WVO: de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    bevoegd bestuursorgaan: voor wat betreft

    • ·

      een gemeentelijke accommodatie: het college van burgemeester en wethouders;

    • ·

      een openbare school: de bestuurscommissie openbaar basisonderwijs;

    • ·

      een bijzondere school: het bestuur van de rechtspersoon als bedoeld in de WPO, de WEC en de WVO;

  • e.

    medegebruik: het gebruik van een gebouw door derden ten behoeve van het onderwijs danwel ten behoeve van culturele, maatschappelijke, educatieve of recreatieve doeleinden;

  • f.

    medegebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere ruimten van het schoolgebouw, al dan niet met daarin aanwezige voorzieningen, in medegebruik heeft;

  • g.

    ruimten: de onderwijsruimten en andere ruimten aanwezig in een schoolgebouw.

Artikel 2. Voorschriften voor het gebruik.

  • 1. Het gebruik van ruimten is slechts toegestaan na daartoe vooraf schriftelijke aangevraagde en verkregen toestemming van het bevoegd bestuursorgaan en met inachtneming van de hierna volgende voorschriften.

  • 2. De medegebruiker gebruikt de in medegebruik gegeven ruimten uitsluitend voor die doeleinden waarvoor het medegebruik is toegestaan.

  • 3. Het is de medegebruiker niet toegestaan de in medegebruik verkregen ruimten aan derden in gebruik te geven.

  • 4. De medegebruiker onthoudt zich van activiteiten die hinder veroorzaken voor het in het gebouw gegeven onderwijs.

  • 5. De medegebruiker maakt alleen gebruik van het onderwijsleerpakket, meubilair en aanwezige voorzieningen voor zover het bevoegd bestuursorgaan dit toestaat en met inachtneming van de door het bevoegd bestuursorgaan gestelde voorwaarden.

  • 6. De medegebruiker is verplicht na ieder medegebruik de ter beschikking gestelde ruimten, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de aanwezige voorzieningen in dezelfde staat achter te laten als waarin deze werden aangetroffen.

  • 7. De medegebruiker is verantwoordelijk en draagt zorg voor een correcte afsluiting van het gebouw zowel tijdens het gebruik als na afloop van het gebruik.

  • 8. Het bevoegd bestuursorgaan kan een huishoudelijk reglement vaststellen, waarin nadere regels worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop de medegebruiker de door het bevoegd be-stuursorgaan ter beschikking gestelde ruimten met het beschikbaar gestelde onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen gebruikt.

Artikel 3. Schade.

  • 1. De medegebruiker onthoudt zich van activiteiten waarvan redelijkerwijs kan worden verondersteld dat deze kunnen leiden tot schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen.

  • 2. Indien voor de aanvang van het medegebruik schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair of de voorzieningen wordt geconstateerd, doet de medegebruiker hiervan onverwijld mededeling aan het bevoegd bestuursorgaan.

  • 3. De medegebruiker is aansprakelijk voor de schade die ten gevolge van het medegebruik aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen ontstaat.

  • 4. De medegebruiker doet van iedere schade als bedoelt in het voorgaande lid onverwijld mede-deling aan het bevoegd bestuursorgaan.

  • 5. In het in artikel 2 lid 8 genoemde huishoudelijk reglement kan het bevoegd bestuursorgaan nadere regels stellen ter voorkoming van schade aan het gebouw, het onderwijsleerpakket, het meubilair en de voorzieningen.

Artikel 4. De tariefstelling.

  • 1. Het bevoegd bestuursorgaan brengt aan de medegebruiker de kosten in rekening zoals die worden berekend overeenkomstig artikel 5.

  • 2. Voor het gebruik van ruimten buiten de reguliere schooltijden wordt de vergoeding vastgesteld op 150% van de bedragen bedoeld in artikel 4 lid 1.

  • 3. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van het bevoegd bestuursorgaan, kan ten gunste van de medegebruiker worden afgeweken van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 5. De kosten van het medegebruik van de ruimten.

De kosten van het medegebruik van de ruimten worden naar rato van het aantal uren gebruik bepaald aan de hand van de jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vast te stellen bedragen ingevolge de groepsafhankelijke programma's van eisen voor het basis-onderwijs ten behoeve van elke groep bij meer dan zes groepen, dit alles onder verwijzing naar het gestelde in bijlage IV ad c. van de verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs.

Artikel 6. Vergoeding eigenaarskosten.

Het bevoegd bestuursorgaan vergoedt elke zes maanden aan de eigenaar van het gebouw die op grond van de artikelen ingevolge de WPO, de WEC en de WVO de materiële instandhouding van het gebouw verzorgt, de door het medegebruik veroorzaakte kosten, zoals berekend aan de hand van artikel 5. Het bevoegd bestuursorgaan verstrekt hiertoe elke 6 maanden een overzicht van het aantal uren medegebruik per gebouw aan de in de vorige volzin bedoelde eigenaar van het gebouw.

Artikel 7. Opschorten medegebruik.

  • 1. Indien het bevoegd bestuursorgaan een in medegebruik gegeven ruimte zelf nodig heeft voor de eigen school dan wel dat het medegebruik noodzakelijk is voor een andere onderwijsinstelling op een voor dit medegebruik overeengekomen tijdstip, ziet de medegebruiker per omgaande af van het medegebruik op dit tijdstip.

  • 2. Het bevoegd bestuursorgaan stelt de medegebruiker ten minste twee weken van tevoren schriftelijk op de hoogte van de noodzaak om zelf over de ruimte te kunnen beschikken.

Artikel 8. Beëindiging medegebruik.

Het bevoegd bestuursorgaan kan, zonder dat de medegebruiker deswege aanspraak op schadevergoeding heeft, het medegebruik met onmiddellijke ingang beëindigen, indien:

  • a.

    de medegebruiker de voorschriften gegeven in de regeling en, voor zover vastgesteld, in het huishoudelijk reglement, niet stipt naleeft;

  • b.

    de medegebruiker, na hiertoe te zijn aangemaand, niet binnen een maand de in rekening gebrachte kosten van medegebruik heeft voldaan.

Artikel 9. Beslissing van het college van burgemeester en wethouder in die gevallen waarin de regeling niet voorziet.

In gevallen, de uitvoering van het medegebruik betreffende, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder, na het bevoegd bestuursorgaan te hebben gehoord.

Artikel 10. Slotbepaling

  • 1. De regeling kan worden aangehaald als "Regeling medegebruik schoolgebouwen gemeente Noordoostpolder".

  • 2. De regeling treedt in werking op 3 oktober 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 27 september 2001.
De secretaris, de voorzitter,